Zo komt het dat je na het nachtvlinderen soms een halve dierentuin aan soorten in je stadstuintje kunt bijschrijven, met allerlei zoogdieren die je daar niet zou verwachten.
1. Kameeltje

De twee bulten verklaren wel alles, maar dan moet je wel de rups voor je hebben en niet de vlinder.
2. Schaapje

Ook deze nachtvlinder dankt, net als het bont schaapje, zijn naam aan het harige, wollige uiterlijk van de rups.
3. Eekhoorn

Om in de rups van deze nachtvlinder een eekhoorn te zien moet je een forse dosis fantasie in huis hebben. Ter vergelijking; de Britse naamgevers hielden het op een kreeft, Lobstermoth.
4. Engelse beer

Om nog even bij de Engelsen te blijven; waarom dit een Engelse beer moet heten is een raadsel, de soort komt niet voor in Engeland!
5. Witte tijger

Het wit valt nog te verklaren, maar bij een tijger zou je toch strepen verwachten in plaats van stippen?
6. Rietluipaard

Nog een katachtige die de tuin onveilig maakt, slank en gestippeld is kennelijk voldoende reden voor de naam. De rupsen leven inderdaad in riet.
7. Panteruiltje

Vooruit, die is dan al half gevlekt, maar de voorste helft zou voor het zelfde geld tijgeruiltje kunnen heten.
8. Dromedaris

Geheel logisch; wanneer het kameeltje 2 bulten heeft; noem je een rups, met 1 bult een dromedaris, alleen zijn er tientallen rupsen met een bult, dus waarom deze dan?
9. Gele tijger

Iets meer streepjes dan de witte tijger, maar nog steeds geen erg overtuigende dubbelganger.
10. Hyena

Waarom dit motje hyena heet? Wie het weet mag het zeggen!
Grappig, dit lijstje. Ik vond het zelf al bijzonder dat het bont schaapje uit de uilenfamilie komt. Deze zomer vond ik deze mooie geel-met-rode-stippen rups in onze kastanjeboom.