Door een schoolgaand kind hebben we 3 van de 4 keer in de Australische winter gereisd (onze zomer). ‘s-Winters ligt de temperatuur tussen de 10 en 20 graden celcius. Doordat dit toeristisch gezien een rustige tijd is konden we makkelijk op de bonnefooi reizen. De andere keer reisden we in de Australische lente. Dan kan het tot 30 graden celcius worden en is het veel drukker met toeristen.
Sydney
Sydney is een heerlijke stad om na een lange vliegreis te acclimatiseren en bij te komen. De 2 keer dat wij er zijn geweest hebben we steeds een hotelletje voor 3 nachten geboekt en in die dagen de stad verkend. We bezochten de talrijke musea en bezienswaardigheden en hebben heerlijk gegeten in de vele restaurantjes en cafeetjes die de stad rijk is.
In het centrum naast het Sydney Opera House, ligt de botanische tuin. Dit is een rustige oase midden in het drukke stadsleven én huis van vele dieren en vogels. Zo vind je daar veel possums (in de schemer en avond), vleerhonden, ibissen, reigers en eenden. De grootste en meest iconische ijsvogel van de wereld, de kookaburra, heb ik daar ook gespot.
Elders in de stad zijn nog meer parken en natuurgebieden te vinden. Zo heeft Manly, dat aan de oceaan ligt, een kleine kolonie dwergpinguïns.
Van mei tot juli en van september tot november worden vanuit het centrum van Sydney walvistochten op de oceaan aangeboden. Dit is leuk om te doen omdat je tijdens de tocht niet alleen kans hebt walvissen te spotten, maar ook een mooi uitzicht op de Sydney hebt.
Vlak buiten de stad liggen de Blue Mountains. Dit is een mooi ruig middelgebergte van ongeveer 1000 meter hoog. De bergen hebben steile kliffen en diepe valleien waar riviertjes doorheen stromen.
Jervis Bay
Met de auto is het ongeveer 3 uur rijden naar het zuiden om bij Jervis Bay te komen. Dit is een baai die zich met twee landtongen in de oceaan uitstrekt. In de baai leeft het hele jaar een groep tuimelaars en in de oceaan komen van mei tot juli en van september tot november bultruggen langs trekken. Dus ook hier worden veel walvis- en dolfijnentochten aangeboden. Deze vertrekken vanuit het plaatsje Huskisson.
Op beide landtongen zijn natuurgebieden waar veel dieren leven zoals kangoeroes en wombats en vogels zoals lepelaars, pelikanen en zeearenden. Naast de mooie rustige stranden zijn er ook moerassen en mangroven.
In het plaatsje Huskisson hebben wij op de aan het water gelegen camping een stacaravan gehuurd. Op een avond barstte een onweer los waarbij de donderwolken door de ondergaande zon heel mooi belicht werden. Helaas waren de meeste bliksemontladingen binnenin de wolk en niet van ons uit te zien.
Lake Entrance
We vervolgen onze reis naar het 600 km verderop gelegen plaatsje Lake Entrance. Tijdens de autorit reden we afwisselend door landbouwgebied en uitgestrekte bossen. Het plaatsje Lake Entrance doet zijn naam echt eer aan. Hier is namelijk een gegraven kanaal (de natuurlijke doorgang raakte eind 19de eeuw dichtgeslibd) en de enige doorgang vanaf zee naar een immens meren-, moeras-, en kanalen gebied van 420 km².
De meren beginnen zout en gaan via brak over naar zoet water en herbergen meer dan 300 soorten vogels. Bij het kanaal komen dolfijnen en zeehonden jagen op vis. Deze taferelen zijn goed te zien vanaf de kades van de haven.
Toen wij er in 2012 waren had het gebied te lijden onder grote hoeveelheden zoetwater afkomstig van overvloedige regenval. Hierdoor werd het normaal gesproken zoute water bij de ingang heel brak. De langzaam zwemmende vissen zoals zeepaardjes konden niet snel genoeg met het zoute water mee zwemmen en kwamen met duizenden om. Voor de meeuwen was dit dan weer een waar eetfestijn.
In Lake Entrance huurden we een cottage midden in een klein perceeltje bos. De eigenaar voerde elke avond brood waar possums, suikereekhoorns en een frogmouth op af kwamen. Zeer leuk voor onze kinderen om mee te maken, vooral als de suikereekhoorns over onze hoofden kwamen aanzweven.
Tot zover het eerste deel van het verslag van onze reizen door zuidoost Australië. Volgende week volgt deel 2.