Ga eens vreemd…..
Vroeger, in het analoge tijdperk, was het natuurlijk duur en zuur als je ging experimenteren en het resultaat was niks. Tegenwoordig, met de digitale camera, maakt dat niet meer uit. Wie houdt je tegen om helemaal los te gaan? Meestal ben je dat zelf……
Hierbij enkele durfals en hun relaas.
1. De flitser
Jarenlang onaangeroerd in de kast. Mijn body’s, lenzen en filters worden telkens met liefde uit de tas gehaald en gebruikt, sommige vaker dan anderen, maar allemaal krijgen ze aandacht. Behalve de flitser. Hij was altijd in mijn gedachten en lonkte naar me. Op een gegeven moment heb ik hem in mijn tas durven stoppen. Ik denk dat hij zich daar beter voelde, maar nog steeds mocht hij niet uit zijn hoesje. Stiekem keek ik filmpjes op internet om te leren hoe je met zo’n flitser moest omgaan. De fotografen in de filmpjes waren enthousiast en deden alsof het heel makkelijk was. Uiteindelijk heb ik hem gepakt. Eerst naar hem gestaard, wat moed verzameld en toen de knopjes voorzichtig betast. En wonder boven wonder kwam er licht uit! Ik was opgetogen. Maar dat was natuurlijk niet genoeg. Hij moest mee in het openbaar, naar het bos, de paddenstoelen, de blaadjes en de druppels. Die dag is deze herfst gekomen en na wat onhandige momenten en verkeerde timing heeft mijn flitser me verrast met kleuren die ik niet kende, met licht in donkere dagen en eindeloze mogelijkheden. Een nieuwe liefde is begonnen en we gaan samen nog veel mooie momenten vastleggen!
Paulien Bunskoek
2. De drone
Mij werd gevraagd of ik een foto heb gemaakt, die totaal buiten mijn comfortzone ligt. Door deze vraag kwam ik er achter dat ik eigenlijk geen onderscheid maak tussen in of buiten mijn comfortzone. De laatste tijd experimenteer en creëer ik eigenlijk vanzelf. De voornaamste omslag ontstond op de Nederlandse ambassade in Luxemburg, waar ik uitgenodigd was. Tijdens dat verblijf kreeg ik ineens interesse in abstractie, ruimtelijkheid en creativiteit. Een nieuw inzicht viel mij toe en dit interne inzicht werd extern, in praktische zin, omgezet tot een nieuwe aanpak. Het resultaat was een verbreding en een verbetering van mijn fotografie.
Ook verlegde ik mijn kijk naar andere vormen van fotografie, macro bijvoorbeeld, maar ook landschapsfotografie. Wat landschapsfotografie betreft vond ik het vogelperspectief wel mooi, maar het bereikte niet mijn hart. Er miste iets. Abstractie, zo bleek. Dat inzicht ben ik gaan gebruiken door abstracte landschappen te fotograferen, hetgeen wél mijn hart bereikte. Een middel dat ik hiervoor inzette was een drone. Ook zocht ik naar een hoog perspectief vanwaar ik met de telelens als het ware “het landschap in dook’’.
Hoe hoger het perspectief, des te meer landschap ik in beeld kreeg. Het beeld werd ook kleurrijker en dat beviel me wel. Bij beschikbaarheid van aantrekkelijke gebieden zal ik hier dan ook zeker mee doorgaan en deze fotografiewijze verder uitdiepen.
Rick van der Kraats
3. Op het wad
Deze foto is gemaakt op Terschelling. Een mooie plek voor landschapsfotografie, een tak van fotografie die ik erg leuk vind om te beoefenen.
De kant van de Waddenzee had ik wel gefotografeerd, maar dan vanaf de droge, veilige kant. Op het wad zelf had ik nog nooit gestaan.
Hoewel ik verhalen genoeg had gehoord over de zuigende werking van het natte zand, verliezen van schoenen en uitglijden – al dan niet met fotoapparatuur -moest het er nu toch echt van komen.
Bewapend met laarzen en camera op statief ging ik nu al glibberend het wad op. Het eerste stukje met drekkig ruikend wier overwonnen, viel het me eigenlijk wel mee.
Wat een bevrijding om in het landschap te staan, de ribbels van het zand onder mijn laarzen te voelen met mijn neus boven de droogvallende poeltjes. Wat een indrukken. Voor mij is de natuurbeleving meer te zien in de foto, nu ik de details van het landschap zo makkelijk terugzie.
Ik vond het fantastisch! Zou ik het weer doen? Jazeker, de volgende ochtend meteen al weer.
De afstand maakt het niet haalbaar het wad een ochtendje te bezoeken, maar deze ervaring stop ik in mijn fotografierugzak en er komt vast een herkansing.
Greet van der Meulen
4. Potentieel de donkerste plek van Nederland…
Dat ik veel in de nacht fotografeer is wel bekend. Voor mij is de liefde voor de nacht gekomen door mijn interesse in sterren en de nachtelijke hemel. Al snel verlegde ik mijn focus van het vastleggen van sterren naar het gebruik van de nacht met al zijn facetten voor mijn eigen fotografie. Maar tegelijk met mijn ontdekking van de nacht, ervoer ik tevens de harde waarheid over hoe wij als mens de nacht verpesten met ons eigen licht. ’s Nachts is Nederland één groot baken van licht. Onder het mom van ‘veiligheid’ lijkt het alsof we bang zijn geworden in het donker. Rijden? Verlichtte snelwegen! Bedrijven dicht? Verlichtte bedrijventerreinen! Tuinbouw? ’s Nachts doorproduceren.
In mijn zoektocht of er nog nacht te vinden is in Nederland, kwam ik op Schiermonnikoog. Cartografisch gezien potentieel dé donkerste plek van Nederland. Zeker vanaf het strand naar het Noorden, boven Schier, is niets. De realiteit was echter anders… de Noordzee boven de eilanden is drukker dan de A12 in de spits! Als aan de grond genageld heb ik daar gestaan. Dit is ‘onze’ nacht: lampen en lichtjes van bakens, boorplatformen, schepen en windmolenparken. Voor mij geen foto die ik ‘mooi’ vind, maar wel een beeld met een verhaal. En in plaats van hem weg te gooien maak ik dit soort beelden steeds meer.
Ik merk dat dit ‘vreemdgaan’, van esthetisch naar documentair, eerder een trend gaat worden dan een uitstapje. Als fotograaf zie ik het steeds meer als taak om mijn kennis en kunde in te zetten voor een betere wereld. Te laten zien hoe het is en … hoe het zou kunnen. Ik wil meer verhalen gaan vertellen, je meenemen in belevenissen… en dit is er één van.
Johan van der Wielen
5. Ronald ziet dubbel
Als behoudend natuurfotograaf – al zeg ik het zelf – heb ik mij laatst buiten het door mij gebaande (foto)pad begeven. En met behoudend bedoel ik dat ik mijn landschapsfoto’s gewoon vanaf statief schiet en op de camera de nodige hulpmiddelen als filters en draadontspanner monteer. Compositie bepalen, licht meten en afdrukken dus… Natuurlijk ben ik op de hoogte van de ‘next level’ technieken als panning, dubbele belichting en hdr fotografie. Die laatste gebruik ik wel eens voor lastige lichtomstandigheden om zo toch een goede opname te realiseren. Maar vooral opnames van dubbele belichting door o.a. fotografen als Loulou Beavers en Bob Luiks hebben mij al eens getriggerd om hier eens iets mee te gaan doen. Ik had eens eerder hiermee ‘gespeeld’, maar de beelden blijven op de computer staan. Onlangs was ik beelden aan het schieten in het plaatselijke natuurgebied voor Natuurmonumenten, toen ik weer een ingeving kreeg; ‘laat ik eens weer wat proberen’. De mooi gekleurde herfstboom trok mijn aandacht en heb getracht er een ‘dromerig’ beeld van te maken. Dus de eerste opname scherpgesteld op de boom en de tweede de focus wat voor de boom gelegd. Op zich vind ik het zelf niet echt verkeerd, maar kan er ook nog niet warm van worden. Misschien dat het onderwerp er zich toch niet goed voor leent.. Ben dan ook benieuwd wat de ‘anderen’ er van vinden.
Ronald Kamphuis
6. Vechten tegen een vossenverslaving
Zoals iedereen weet doe ik weinig anders dan bij vossen dweilen. Ik geef toe: Ik ben een vossenjunk. En omdat ik niet van verslavingen houd, besloot ik op een dag, dat het tijd werd om eens af te kicken; iets doen dat héél ver van vossenfotografie vandaan ligt. Iets dat in geen enkel opzicht nog aan mijn geliefde onderwerp zou doen denken. Iets nats, iets zouts….niks onvossiger dan…de zee!
Om elke associatie met het object van mijn verslaving te vermijden, schroefde ik er heel dapper een totaal andere lens op en koos daarbij voor een soort fotografie dat bij vossen vrijwel altijd onbruikbaar is: lange sluitertijd fotografie. In tegenstelling tot het mij zo vertrouwde razendsnel de situatie inschatten en als een malle het moment nailen, heb je bij dit soort fotografie eigenlijk overal eindeloos veel tijd voor. Zeeën van tijd om al die spullen goed te zetten. Uren om een goede compositie te maken. Alle tijd van de wereld om filters erop te schroeven. En dan vervolgens héél veel tijd voordat er één foto is gemaakt. 1 foto per 40 seconden. In die tijd had ik er wel 320 gemaakt kunnen hebben! Maar gelukkig kun je in 40 seconden ook best vaak handstand in het zand doen. Om vervolgens te kijken of het gelukt is, je instellingen en compo bij te stellen en het hele ritueel-inclusief-handstand weer van voren af aan te beginnen…..
Maar…..old habits die hard en al afkickend betrapte ik mezelf erop dat echt totaal uit mijn comfortzone stappen misschien toch wat erg hoog gegrepen was. Ondanks mijn oprechte intentie om saaie zijdeachtige zeelandschappen te fotograferen, stond er plotseling toch weer iets in beeld. Maar hey: t is géén vos, dus….ik ben op de goede weg 😀
Roeselien Raimond
7. Stokstijf stil
Zoals altijd was ik ook deze dag niet op zoek naar vogels. Ik heb nou eenmaal niet zoveel met vogels. Sorry. Maar al wandelend door een klein stukje natuur hoorde ik ineens een onmiskenbaar geluid. Een geluid dat ik vooral ken vanuit mijn werk en niet vanuit mijn hobby. Stom toeval wilde dat ik met een 100-300mm zoomlens rondliep: ‘doet ‘ie anders nooit hoor!’ Ik hoor het geluid en zie maar liefst twee ijsvogels zitten. Achteraf weet ik: een man en een vrouw. Ik bevries. Sta stokstijf stil. Ik sta volledig in het zichtveld van de vogels en weet hoe schuw ze zijn. Één verkeerde beweging en het is afgelopen. Onzichtbaar schuifelend stel ik mij op, voor zover het kan, achter voor wat moet doorgaan als boom. Tergend langzaam lift ik de camera omhoog en draai instinctief nog aan wat wieltjes. En dan ‘klik-klik-klik’. Vogels weg. Kans weg. Ik durf niet naar mijn schermpje te kijken. Er zit niks anders op. Het moet toch. Het resultaat is bedroevend. Zoals je ziet. En toch is dat niet erg. Deze spontane ontmoeting met ’s lands kleurrijkste vogeltjes zal ik niet snel vergeten. En ik heb mijn foto’s als bewijs. Het was een kick om deze beesten zo vrij in de natuur zomaar ineens tegen te komen. Dat vooral. Ik heb nog steeds niet zoveel met vogels, maar deze ervaring pakt niemand mij meer af.
Chris Ruijter
8. Naast de pot pissen
Om een stap vooruit te komen moet je soms een stap opzij zetten. Met andere woorden; om je/de next level te bereiken, zul je uit je comfortzone moeten treden. Vreemdgaan dus, of zoals we dat in Salland zeggen; naast de pot pissen.
Als natuurfotograaf heb ik inmiddels geleerd om te gaan met het steeds veranderende licht. Ik pas me aan en weet er mee om te gaan. Anders wordt het als er geen licht is. Als ik dus mijn eigen licht mee moet brengen. Als ik met flitslicht de setting en mijn onderwerp moet gaan uitlichten. Nog lastiger wordt het wanneer ik zelf ook niet in de buurt ben om even snel in te grijpen wanneer de opnames niet helemaal naar wens lijken te zijn.
Mijn eerste resultaten met een cameraval zijn niet bepaald indrukwekkend. Men hoeft vooralsnog geen stoel voor me vrij te houden in het Natural History Museum, WPY54 sla ik nog even over. Toch ben ik met deze foto al heel erg blij. Een mislukte foto leert je namelijk ongelofelijk veel over hoe het anders en beter kan.
Dit is één van de eerste resultaten van fotograferen met een zogenaamde camera-trap. Mijn cameraval bestaat uit een camera, wat flitsers en triggers en een sensor die beweging detecteert en zorgt dat de hele opstelling in actie komt wanneer er een dier voor de sensor komt. Op de foto zie je de lokale Felis catus die mijn opstelling heeft geactiveerd. De kont van het dier en de boom zijn weliswaar wat hard belicht, maar dat valt in de nabewerking nog wel iets te temperen. Er is natuurlijk nog veel mis met deze opname. De grote druppels op de lens leren me dat ik de lens beter moet beschermen tegen regen. De kat half in beeld is in deze fase prima, maar later zal dit een meer fotogeniek dier moeten zijn en dan fijn poserend op de juiste plaats in de compositie. Grootste verrassing zijn de mooie bokehcirkels. Dat is een bonus en maakt me enthousiast verder te gaan met deze manier van fotograferen.
Henri van Vliet
9. Mensen : niet mijn comfortzone
Eén van de dingen die ik als natuurfotograaf altijd probeer te vermijden zijn mensen in mijn foto’s. Dat hoort niet bij mijn beleving van de natuur, hoewel we als mens zijnde natuurlijk een wezenlijk onderdeel van de natuur uitmaken. En zelfs grotendeels verantwoordelijk zijn voor de meeste veranderingen binnen die natuur. Toch probeer ik altijd de camera zo te draaien dat er geen mensen meer te zien zijn. Het stoort me. Maar zo nu en dan ontkom ik er niet aan om toch mensen in beeld te zetten. Soms voegt het wel degelijk iets toe aan de zeggingskracht van een beeld. Bijvoorbeeld door het aangeven van de grootsheid van de natuur, de afmetingen van bepaalde onderwerpen in de natuur of door de invloed van ons mensen op onze directe natuurlijke omgeving. Voor mij is het fotograferen van mensen in de door mij zo geliefde natuurlijke omgeving volledig buiten mijn comfort zone treden. Ik doe het liever niet dan wel, ondanks dat ik de waarde er wel van kan inzien. Met allerlei vragen tot gevolg: moeten mensen zodanig herkenbaar zijn dat je kunt zien wie het is? Moet ik daarvoor toestemming vragen aan de personen? Moet ik vragen of mensen willen poseren, zodat ze op de meest ideale positie en stand in beeld komen? Stel dat ze me zien fotograferen en vragen komen stellen? Ik moet er niet aan denken, ik wil juist rust en persoonlijke beleving in de natuur, niet die van een ander. Als ik al eens een persoon in beeld breng, dan is het als onderdeel van het landschap. Nog niet geweldig, maar daar kan ik (nog net) mee leven.
Jan Dolfing
En jij? Ga jij ook wel eens vreemd? En wat was je allervreemdste fotografische uitspatting? Deel het hieronder!
2 reacties
Leuk om te lezen! Echt uitspattingen heb ik niet, maar ik zie daar zeker een meerwaarde in. Alles wat je dan leert, vergeet je nooit meer (goed of slecht). Dus dank voor deze reminder, volgende keer op stap met een heel ander plan! Groetjes Bianca
Leuk om te lezen dat het artikel je inspireerd Bianca. Ik zie de resultaten van je experiment graag voorbijkomen.