Henk van den Born ( 1942) zwierf al jong graag rond in de natuur. Zijn 1e camera (van zijn vader) was zo’n klein Kodak fotoboxje, een vierkant geval met een klein venstertje er op. Later een Oost-Duitse spiegelreflex Exakta Varex, één van de eerste SLR camera’s met een opklapvenster plus loep. Daarna kocht hij tussenringen en een telelens (300mm) van hetgeen wat hij verdiend had tijdens vakantiewerk op een tuinderij.
Weer later een kleine Minolta (16 mm) die hij gebruikte tijdens zijn verblijf in het voormalige Nieuw-Guinea (1962), maar dat werd niet veel doordat het negatief vaak werd aangetast door vocht. Wel had hij veel soorten insecten geprepareerd opgestuurd naar Nederland. Dat zou nu onmogelijk zijn. Thuisgekomen vond zijn goede moeder al die dozen met enge beesten helemaal niks. Stofnesten zijn het zei ze. Uiteindelijk heeft hij alles weggegeven aan een jongen die met biologie bezig was.
Het liefst fotografeert Henk van statief al kan dat soms onhandig zijn als men bezig is met opzetten daarvan en het insect, kikker of vlinder intussen weg is.
Bij planten en paddenstoelen gebruikt hij meestal een draadontspanner en laag bij de grond een kralenzak of zet zijn statief zo plat mogelijk.