De meeste natuur/vogelfotografen herkennen allemaal de wens (nog) wel om een ijsvogel te fotograferen, een zeearend of een zingende blauwborst. Ik wel tenminste, en hoe passievol en mooi is en was dat streven? Maar kan een foto van een mus, gaai of koolmees die ijsvogel, zeearend of blauwborst verslaan? Wat is nou eigenlijk het verschil tussen een bijzondere foto van iets gewoons en een foto van iets bijzonders?

Hebbes!
Als jonge tiener was ik mateloos gefascineerd door vogels, met name de eerste blauwborst die ik zag in de Biesbosch wakkerde het wens aan om het diertje vast te leggen. Maar waarom? Wat is dat?
In eerste instantie denk ik dat onze wens om beelden te verzamelen stamt uit het einde van de prehistorie, voordat de mens aan landbouw begon en vooral jager en verzamelaar was.
Het najagen en “hebben” van wat we mooi vinden is deels instinctief. Het is vaak de primaire impuls, veel mensen praten zelfs over soorten die ze nog niet (op de foto) “hebben”.
Als een onderwerp bijzonder gevonden wordt is, is men vaak ook eerder tevreden over het resultaat. Met blijdschap wordt er gekeken naar schermpje waar die ijsvogel dan op staat, hebbes!

Close-up beter?
Het vergt in mijn ogen vaak wat minder authenticiteit en creativiteit van jezelf om het bijzondere object vast te leggen dan wanneer een onderwerp gewoon is en je toch een bijzondere foto wilt maken. Al kan het natuurlijk nog wel moeite kosten om bijvoorbeeld dichtbij de bijzondere vogel te komen. Je kunt tegenwoordig overigens ook gewoon een vogelhut boeken om een ijsvogel te fotograferen, dus die horde kan op die manier ook genomen worden. Maar als een ieder die foto weer kan maken is hij wellicht toch weer wat minder bijzonder.
Ook het langer en beter kunnen bekijken van mijn onderwerpen lag aan de basis van mijn fotografie. In het veld zijn vogels toch snel weer weg en thuis, de foto beeldvullend op het (projectie)scherm, was dan toch wel heel gaaf!
Tijdens één van de Summer schools die ik gaf deze zomer bleek dat deze fase meestal eerst doorgemaakt wordt voordat een creatievere aanpak volgt. Cursisten die bijvoorbeeld nog niet eerder libellen hadden gefotografeerd bleken veelal gefascineerd door het uiterlijk van het dier en gingen vaak voor extreme close-ups waar alle prachtige details zichtbaar waren, terwijl de cursisten die die fase gehad hadden het eerder zochten in de sfeer van de foto en de libel klein, vaak vliegend, afbeeldden in het habitat.

De fase van het willen hebben/verzamelen noem ik vaak “registratie” en de stap naar het uitdrukken van sfeer en gevoel noem ik dan “expressie”.
Begin eens met je achtergrond
Registratie is van buiten naar binnen, je legt vast wat je ziet. Expressie is van binnen naar buiten, je drukt iets uit vanuit je gevoel.
Voor mij is het een voorwaarde dat ik niet gehaast ben of onrustig en wil ik altijd eerst tot mezelf komen. Vaak ga ik even een kwartiertje rustig zitten, vooraf thuis. Maar dit kan je ook op je fotografie-plek doen natuurlijk. Zo kun je inspiratie tot je laten komen en je dichter bij je gevoel brengen, je creatieve bron, en zo zou je in plaats van te kijken wat je wil fotograferen ook kunnen kijken naar welk gevoel je zou willen uitdrukken.
Uiteraard kan je onderwerp, een dier of ieder ander onderwerp een gevoel oproepen, maar het is ook de moeite waard om eens te kijken in hoeverre de achtergrond de sfeer van je foto bepaalt.

Dit is een praktische manier om je fotografie wat meer authenticiteit te geven. Je zou dus als experiment gewoon eens kunnen beginnen met je achtergrond in plaats van met je onderwerp. Het begint met bewustzijn van sfeer en wat dat in een foto doet.

Vind eerst de magie!
Wat onderwerpen betreft, zeker vogels, zou ik zeggen begin met en raak gefascineerd door de gewone vogels en hun gedrag. Voor mij is een vroege herinnering van pimpelmezen in de berk voor ons huis die ik vanuit het badkamerraam zag, een voorbeeld waar ik op korte afstand kon zien hoe de mezen berkenkatjes aten tegen een staalgrijze lucht. Magisch. Het lijkt alsof dit soort ervaringen je fascinatie verder voeden en je aanzetten tot fantaseren over hoe je wilt dat je foto eruit gaat zien. Dus, maak die foto vooral eerst vooraf in je hoofd!
Zo fantaseerde ik over een foto van een havik op de bosgrond, op ooghoogte. Ik had een hut kunnen huren om een havik te fotograferen, maar koos om het zelf te doen. Ik kon zo zelf de beeldhoek bepalen en de achtergrond. De beleving en de intimiteit met de vogel, als je daar dan op de grond ligt door je zoeker kijkt en in het oog van die majestueuze vogel kijkt en je foto maakt, is ongekend.

Wat jij bijzonder vindt lijkt te evolueren, het begint meestal met de fascinatie met het bijzondere, de iconen, en ontvouwt zich vaak met de realisatie dat alles bijzonder is en dat de vrijheid om die fascinatie om te zetten in jouw unieke expressie nog het meest bijzonder is.
Over het algemeen willen de meeste cursisten een bijzondere foto van iets gewoons en willen ze leren om zich uit te drukken via fotografie, het bijzondere onderwerp is dan een eventuele bonus, bij die workshops klopt mijn hart eerlijk gezegd stiekem toch ietsje sneller.
Wil je meer weten over het maken van sfeervolle foto’s en jezelf ontwikkelen als natuurfotograaf? Klik hier voor meer informatie over de workshops van Arie van den Hout.
9 reacties
Leuk en interessant om te lezen. Ben toevallig begonnen aan een jaarproject met het thema “de schoonheid van de vergeten natuur” Ik wandel het liefst van huis weg en zie wel wat er op mn pad komt.
Vanuit een vogelhut vind ik een beetje hetzelfde als gaan vissen en een aantal van tevoren een voerplek aanmaken. Het is ook meestal vooraf bekend welke soorten er gaan komen. Ik wandel liever door het bos of in het veld en geef m’n ogen goed de kost. En zelfs toevallige ontmoetingen vind ik altijd verrassend prachtig! De weg naar het doel kan even zo mooi zijn als de uiteindelijke foto die je schiet!
Leuk herkenbaar stuk. Het begint inderdaad eerst met een gewone foto van iets bijzonders. Maar dan wil je toch wel verder. Dan komt het besef dat je bijzondere foto’s van iets gewoons vaak meer aanspreken. Vaker het Wooowww effect hebben. ☺️