Menu

Onderdeel van Pixfactory

Boswachter mee op vogeltrek; van Hollands Duin naar de Straat van Gibraltar

Je zou denken dat de luchtverkeersleiding langs de kust op dit moment overuren maakt. Miljoenen vliegbewegingen, zowel onzichtbaar als zichtbaar, gaande boven de kust van Nederland. Maar niet alleen langs onze kust: van Scandinavië tot Afrika is de trek in volle gang. Terwijl ik dit schrijf vliegen groepen spreeuwen Hollands Duin binnen en binnenkort zullen ook de lijsterachtigen volgen. Dit jaar ben ik op pad gegaan om deze gestuwde trek op verschillende plaatsen in Europa mee te maken.
Cigüeña negra!! Cigogne noire!! Black stork, schwarzstorch, zwarte ooievaar. Fotograaf: Mark Kras

Tarifa

Het meest zuidelijke punt om de vogeltrek mee te maken bevindt zich in Spanje. Bij het plaatsje Tarifa word je staande op een heuveltop zo goed als overspoeld met roofvogels en ooievaars. Soorten die je in hun broedgebied met een loepje moet zoeken komen hier massaal over. Op het ene moment kijk je naar een lege blauwe hemel en ineens ontstaat er onder de vogelaars met telescopen onrust. De vaste trektellers hebben gele telmachines in hun hand die plots beginnen te klikken. Ik richt mijn verrekijker naar het punt waar de telescopen zich op richten. Voor mijn ogen doemt een wolk kleine stipjes op die langzaam groter worden. Van verrekijker wissel ik naar camera. Om me heen hoor ik verrukte kreten: “cigüeña negra!!”, “Cigogne noire!!”, “Black stork!!”, “Schwarzstorch!!”, “zwarte ooievaar!!”. Een bont gezelschap uit heel Europa heeft zich op deze heuvel verzameld om de vogeltrek hier mee te maken.

Alimoche

Terwijl ik hoop dat de thermiek, waarop de vogels vliegen, ze dichterbij gaat brengen, klinkt ineens met een zwaar Belgisch accent: “alimoche!!” De Belgische trekteller en bron van veel informatie heeft zijn lievelingsvogel gevonden. Hij bast nog eens. “Alimoche!” De telescopen zwenken op zoek naar de alimoche. Ik raak in twijfel. De zwarte ooievaars of een aasgier. En waar is deze zeldzaamheid? De ooievaars zijn nog flink ver weg. Te ver voor een foto. Ik zoek de hemel af en daar is de aasgier. Ik richt mijn camera, stel scherp. Op hoge snelheid ratelt mijn camera. Ik zie door de sluiter nauwelijks waar de vogel blijft.

Volwassen aasgier heeft alleen nog de Straat van Gibraltar over te steken voor hij Afrika bereikt. Fotograaf: Mark Kras

Maar net tussen de wieken door

Ik kijk over mijn zoeker heen. De aasgier verdwijnt aan de horizon. Ik draai me terug en zie dat de zwarte ooievaars vlakbij zijn. Opnieuw ratelt mijn sluiter. Als de dieren boven de straat van Gibraltar vliegen, kijk ik naar de resultaten en schrik. De vogels blijken met gevaar voor eigen leven ternauwernood tussen de wieken van de vele windmolens door gevlogen te zijn. De foto is niet meer een vogelplaatje maar vertelt een verhaal. Of sterker: het beeld stelt de kijker een vraag.

Zwarte ooievaars navigeren door de wieken van een windturbine. Fotograaf: Mark Kras

Slangenarend

Ik word opgeschrikt uit mijn overpeinzingen. Slangenarend! Opnieuw een zeldzaamheid die zich hoog boven het land verheft door gebruik te maken van de thermiek. De warme opstijgende lucht brengt hem of haar ver boven de windmolens. Dan glijdt hij af richting de telpost om vervolgens een nieuwe thermiekbel te vinden die hem hoog genoeg brengt om de veertien kilometer lange oversteek te maken naar Afrika. Daar waar de reptielen niet massaal in winterslaap zijn gegaan en er dus voedsel is om de winter door te komen.

Een week lang vertoeven we op de roofvogeltelpost Cazalla op nog geen 5 kilometer van Tarifa. Elke dag verschillen de weersomstandigheden en veranderen ze gedurende de dag. Al fotograferend valt op hoe de vogels hun koers en timing steeds aanpassen aan het weer. Mijn bewondering voor hoe vogels navigeren en anticiperen op een trektocht van vele duizenden kilometers groeit met de dag.

Slangenarend wint op de thermiek hoogte om de oversteek naar Afrika te maken. Fotograaf: Mark Kras

Hollands Duin

Ik sta in het veld met een collega-boswachter. We bekijken het verwijderen van de zwarte engbloem, een exotische plant die naar Nederland is gekomen met het fazantenzaad in de tijd dat men nog volop op fazanten joeg in de duinen. De zwarte engbloem neemt de laatste jaren nog sterker toe dan ervoor door de enorme stikstof uitstoot in ons land en dreigt nu massaal het bijzonder soortenrijke grijs duin dreigt te overwoekeren.

Plukken zwarte engbloem overwoekeren de waardevolle inheemse soorten. Fotograaf: Mark Kras

Met wortel en tak worden de planten uitgegraven. De plantdelen worden uitgezeefd en op gecontroleerde wijze afgevoerd en vernietigd. Het kostbare duinzand wordt door een shovel weer netjes teruggebracht. Het ziet er groot, bijna als een bouwwerkplaats uit, maar wat opvalt is hoe secuur er gewerkt wordt. Kwetsbare bomen en gedeelten worden beschermd door er linten aan te hangen. En losse planten die in de waardevolle moshellingen staan, worden met de hand uitgegraven. We werken in de herfst en winter zodat dieren en planten zo min mogelijk gestoord of beschadigd worden tijdens het voortplantingsseizoen. Maar het is herfst, dus trektijd.

Graafmachine, zeefmachine en shovel werken aan bescherming van de soortenrijkdom in Hollands Duin. Fotograaf: Mark Kras

Terwijl mijn collega linten in een kardinaalsmuts hangt zie ik tapuiten over het werkgebied rennen en springen. Stikstof wordt gezien als een van de mogelijke oorzaken van de enorme achteruitgang van deze droomsoort voor de duinen. Maar de omgewoelde grond heeft de afgelopen weken een banket aan insecten voor ze vrijgemaakt. Op hun trek naar Afrika komen ze nu volop aan hun trekken in Hollands Duin.

Een kardinaalsmuts wordt van lint voorzien. Fotograaf: Mark Kras

Het is nog geen week later in mijn werkgebied Hollands Duin. Ondanks alle gevaren en bedreigingen is de trek van de vogels over de kuststreek naar het zuiden in volle gang. De insecteneters zoals de tapuit zijn op doortrek. Zaadeters uit het hoge noorden als koperwiek en spreeuw trekken het duin binnen. De reis naar Spanje was geweldig maar om de vogeltrek mee te maken hoef je helemaal niet zo ver weg. Groepjes sijzen golven net boven het duin tegen de wind in naar het zuiden. Terwijl ik zo sta golft een oeroud natuurfenomeen over me heen. Wat is de Nederlandse natuur indrukwekkend en wat is hoe mooi is het om aan het behoud van die natuur te werken.

Tapuit profiteert van door de werkzaamheden opgeschrikte insecten. Fotograaf: Mark Kras

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Mark Kras

Mark Kras

Mark Kras is boswachter voor Staatsbosbeheer in het Nationaal Park Hollandse Duinen. Mark gebruikt natuurfotografie om betrokkenheid tussen mens en natuur te vergroten.

Meer columns van deze auteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant: