Een warme berm
Tegenwoordig werkt de ObsIdentify app in heel Europa. Als een mij onbekende soort voor de lens verschijnt, is het elke keer een duik in het wonderlijk onbekende. Rond de vele bloeiende planten zoemde een groepje prachtige bijen rond. De driftig naar nectar zoekende vliesvleugeligen lieten zich niet zomaar fotograferen. Met deze temperaturen hoefden de ze zich geen zorgen te maken over hun lichaamstemperatuur en ze vlogen de bloemen in de berm dan ook in hoog tempo af. Daar waar de bijen in topvorm waren, begon ik wel erg last te krijgen van de warmte.
Breedbandgroefbij
Maar de beloning was groot toen ik even oog in oog kwam met een van de bijen. Onmiddellijk viel zijn prachtige geel op. Niet veel later kreeg ik de dik met stuifmeel bedekte poten in het vizier. De bijen komen niet alleen voedsel halen maar zijn essentieel voor de instandhouding van al de planten die ze bezoeken. Na het invoeren van de foto’s in de ObsIdentify app bleek het te gaan om de breedbandgroefbij. Een soort die in steile wandjes nesten uitgraaft. Bij zoeken naar informatie over de soort op internet bleek dat het niet gek was dat er meerdere bijen hier rondvlogen. Ze werken namelijk samen om het kroos groter te krijgen.
In enkele minuten ontdek ik een nieuwe soort via een app en wordt me via een website specifiek voor deze soort duidelijk dat er een onontkoombare onlosmakelijke samenhang is in de natuur. Natuur waar ook wij onderdeel van uitmaken. In de volle breedte wordt deze kennis opnieuw in mijn hersenpan gegroefd. Je zou bijna denken dat de bij daar haar naam aan heeft te danken. Maar feitelijk is ze vernoemd naar de banden op het achterlijf en de groef die bij de vrouwtjes aan het eind van het achterlijf zit.
Icarusblauwtje
Naast de berm was een schraal graslandje. Onder de bomen picknickten groepjes Spanjaarden. In de volle zon was niemand te vinden. Tenminste, als je die ene man met de camera en zijn telefoontje niet meerekende. Die lag plots plat op zijn buik. Niet dat de ik door de hitte was bevangen maar een kleine blauwe vlinder had mijn volle aandacht. Deze soort herkende ik. Hij vloog in Nederland zelfs een tijdje rond ons nieuwbouwhuis rond. Nu alles voedselrijke en drukker is zie ik ze nog maar zelden. Het was een Icarusblauwtje, een mannetje want hij was blauw. Vrouwtjes hebben vleugels met een bruine bovenzijde.
Veer voor veer, soort voor soort
Icarus, zoon van de Griekse techneut en ontwerper Daedalus. Mijn interesse voor mythologie deelde ik met mijn vader. De mythe van Icarus leerde ik dan ook al in mijn jongensjaren. Niet in het minst omdat Daedalus het Kretenzer labyrint waarin de Minotaurus gevangen werd gehouden ontwierp. Hetzelfde labyrint waaruit Theseus ontsnapte. Koning Minos van Kreta verdacht niet alleen zijn dochter Ariadne van hulp met een bolletje draad, maar ook de ontwerper. Hij liet hem en zijn zoon gevangen nemen. Om te ontsnappen ontwierp Daedalus vleugels van vogelveren en bijenwas. Voor zij de vrijheid tegemoet vlogen waarschuwde Daedalus zijn zoon: “Vlieg niet te laag, want de waterdamp zal je veren te zwaar maken om te vliegen, Vlieg niet te hoog, want de zon zal de bijenwas doen smelten.”
Icarus negeerde zijn vaders advies en vloog hoger en hoger. Langzaam smolt de bijenwas en kwam er een veer los. In zijn overmoed vloog hij nog hoger. Weer liet een veer los en nog een. Dan twee, drie, vier. Vervolgens vielen er hele plukken. Zijn vleugels vergingen in de hitte. Hij stortte naar beneden en verdronk in de Egeïsche zee. De enige troost die zijn vader restte, was dat de zee sindsdien de Icarische zee heet.
Daedalus of Icarus?
In deze tijden van klimaatverandering moest ik ineens aan de waarschuwingen en de overmoed in deze mythe denken. Ben ik Daedalus of Icarus? Dat mijn vader meer weg had van Icarus weet ik nu. Hij verkocht zijn hele leven tabak en was een verstokt roker. Ondanks dat hij vele malen was gewaarschuwd voor de gevaren. Gevaren die hem aan het eind van zijn leven keihard raakten. Of ik meer de voorzichtige aard heb van Daedalus durf ik niet te zeggen. Wel dat ik me zorgen maak over de hittestress door klimaatverandering, over de afname aan soorten door de veranderingen in hun leefgebied door klimaatverandering, en de ontrafeling van de samenhang in de natuur waarmee we zo onontkoombaar verbonden zijn.
Het gekke is overigens dat breedbandgroefbij een soort is die lijkt te profiteren van klimaatverandering en zijn leefgebied naar het noorden uitbreidt. Het Icarusblauwtje neemt in Nederland af maar profiteert van kruidenrijke bermen en is gebaat bij goed maaibeheer. Iets wat we in steeds meer bermen in Nederland terugzien. En, o ja, hoe zit het met die naam? Het Icarusblauwtje is vernoemd naar de blauwe lucht waarin Icarus zo noodlottig rondvloog.
TIP
Download de ObsIdentify app.
Eén reactie
Dat het Icarusblauwtje zo weinig meer gezien wordt heeft overigens meer te maken met hoe we haar waaerdplanten behandelen in tuinen (en openbare ruimte) dan dat het vlindertje niet veel meer voorkomt. In het voorjaar gebruikt ze kleine- en hopklaver als waardplant. In de zomer de rolklaver. De rups mineert in de eerste drie stadia van zijn/haar bestaan. Dat wil zeggen dat deze zich binnen in de plant bevindt. Niet alleen zijn deze klaversoorten maar zelden te vinden in tuinen, ze worden ook veel te vaak gemaaid (en afgevoerd in bijv. de bermen). Icarusblauwtjes zouden minstens net zo vaak gezien kunnen worden als dagpauwogen als we wat zorgvuldiger met haar waardplanten om zouden gaan.