Column: Mijn vertrek naar Zweden: een nieuw (t)huis

Eind juli verschijnt de verhuiswagen voor de deur. Alles staat al keurig ingepakt klaar. De ochtend is nog maar amper voorbij als de laadklep alweer dicht kan; ruim 40 m3 aan spullen, ofwel alles dat we bezitten. Met twee koffers aan kleding, cameraspullen, laptop en een doos met harde schijven (mijn archief stopte ik liever niet in de verhuiswagen…) en een laptop vertrekken we naar een vakantiehuisje in de buurt. Pas over twee dagen is namelijk de overdracht van ons huis. In de tussentijd houden we een kleine afscheidstour door de omgeving. Wanneer de sleutel op donderdag dan toch echt aan de volgende bewoners wordt gegeven, zijn we ineens dakloos.
Dat is ’m dan, ons rode huis in het bos.
Dat is ’m dan, ons rode huis in het bos. Fotograaf: Bob Luijks

Altmuhltal en Taubertal

Toch voelt het alles behalve dakloos. We beginnen aan een tour van 2,5 week door Zuid-Duitsland en Oostenrijk. We verblijven steeds vier tot vijf dagen in een regio om vervolgens door te trekken naar een volgende. Dit allemaal in opdracht van diverse toeristische diensten, die bereid waren de planning allemaal op elkaar af te stemmen, waardoor deze doorgaande tour mogelijk werd.

De eerste halte is het Taubertal, of het Liebliches Taubertal zoals ze het zelf daar graag noemen. Daar is geen woord over gelogen, want het glooiende landschap (kaliber Zuid-Limburg) oogt vriendelijk met overal burchten en oude kloosters. Op veel plekken lijkt de tijd stil te hebben gestaan en wandel je door ongeschonden landschappen of tussen de wijnranken. De lucht is het domein van de rode wouwen.

Het imposante kasteelpark van Schloss Weikersheim mag je zeker niet missen als je in het Taubertal bent.
Het imposante kasteelpark van Schloss Weikersheim mag je zeker niet missen als je in het Taubertal bent. Fotograaf: Bob Luijks

In Naturpark Altmühltal wordt allemaal wat hoger en ruiger. Hier volgen we delen van de ‘Altmühltal-Panoramaweg’. Je wandelt langs fraaie rotsformaties, geniet uiteraard doorlopend van de vergezichten en duikt af en toe ondergronds. Er zijn langs de route namelijk diverse grotten waar je in kunt (en ook echt mag). Verdwalen doe je er niet. De kalkrijke heuvels zorgen voor een keur aan zeldzame planten en vlinders, al kun je voor de vegetatie beter aan het begin van de zomer komen. De dorpen en stadjes langs de Altmühl brengen je terug naar het tijdperk van de ridders en jonkvrouwen.

Het weer werkt vanuit het oogpunt van toeristische plaatjes niet echt mee, maar past ook best bij het soms ruigere landschap van het Altmühltal.
Het weer werkt vanuit het oogpunt van toeristische plaatjes niet echt mee, maar past ook best bij het soms ruigere landschap van het Altmühltal. Fotograaf: Bob Luijks

Abtenau en Pitztal

Met iedere stop worden de bergen hoger. In Salzburgerland verblijven we in Abtenau, dat fraai tussen de bergen ligt. Op dat moment is in de media dat de Alpen overlopen worden door toeristen. Daar is in Abtenau weinig van te merken. Het grootste probleem is het kopieergedrag van mensen. Wanneer één influencer een mooi meertje toont, willen tig andere mensen naar hetzelfde meertje. We hebben dat op één plek zelf ervaren, maar verder wandelen we uren zonder soms ook nog maar één persoon tegen te komen, op plekken die werkelijk prachtig zijn, van hoge bergtoppen tot woeste (niet mainstream) watervallen.

In Abtenau vind je prachtige almen (de grootste van Oostenrijk). Wanneer het zonlicht op het einde van de dag nog heel even weet door te breken… Magisch!
In Abtenau vind je prachtige almen (de grootste van Oostenrijk). Wanneer het zonlicht op het einde van de dag nog heel even weet door te breken… Magisch! Fotograaf: Bob Luijks

In Pitztal is het niet veel anders. De meeste mensen komen immers voor het naastgelegen Ötztal, terwijl het Pitztal misschien wel mooier is! Het kleine riviertje Pitz gaat namelijk flink te keer en heeft een diep, smal dal gecreëerd. Er zijn diverse liften die je ook in de zomer naar boven brengen. Rond die liften kom je nog genoeg mensen tegen, maar wie een stukje doorwandelt, ervaart nog louter de rust. Pak je echter een berg zonder lift, dan heb je die bijna voor jezelf.

Druk in de Alpen? Als je de massa volgt wel, maar anders heb je ook daar nog op veel plekken het rijk alleen.
Druk in de Alpen? Als je de massa volgt wel, maar anders heb je ook daar nog op veel plekken het rijk alleen. Fotograaf: Bob Luijks

Op naar Zweden

Het is een raar idee: vanuit Pitztal rechtstreeks naar Zweden, zonder eerst naar Nederland terug te keren. We rijden eerst naar Rostock, een lange rit (veel verder kun je niet door Duitsland rijden), om vervolgens in de vroege ochtend met de veerboot over te steken naar Denemarken. Vervolgens is het nog bijna een hele dag rijden tot onze eindbestemming: Nora (eigenlijk Gyttorp). Daar strijken we eerst nog neer in een vakantiehuisje.

De zon komt op bij het vertrek van de veerboot in Rostock.
De zon komt op bij het vertrek van de veerboot in Rostock. Fotograaf: Bob Luijks

Op onze eerste dag in Zweden, een vrijdag, brengen we een bezoek aan de nieuwe school van mijn dochter. We krijgen een rondleiding door de school en aan de hand van een vragenlijst verkennen ze het niveau en de interesses van mijn dochter. Tot je 16e (mijn dochter is 14) zit iedereen op dezelfde school. Er is hier geen VMBO, HAVO of VWO; de basisschool duurt hierdoor dus eigenlijk langer. Kinderen worden zo niet afgerekend op wat ze niet kunnen. Ook staat er geen druk op het maken van beroepskeuzes. Uiteraard krijgen ze wel de vakken die ze bij ons op deze leeftijd ook zouden krijgen, zoals wis- en scheikunde. Voor kinderen is in Zweden alles perfect geregeld. Zo serveert de school iedere dag warm eten in de middagpauze (keuze uit twee gerechten, in buffetvorm) en krijgen de kids alle spullen die ze nodig hebben van school, tot pennen en schriften aan toe.

Zweedser dan dit kun je niet starten.
Zweedser dan dit kun je niet starten. Fotograaf: Bob Luijks

Na een vluchtige lunch is de makelaar aan de beurt. In Nederland breng je één bezoek aan de makelaar en dan is het huis van jou. In Zweden gaat dat anders. Tijdens het eerste bezoek teken je het koopcontract en moet de aanbetaling van 10% binnen zijn. Het gehele bedrag ineens overmaken naar de makelaar kan dus niet. Na dit bijzondere moment ploffen we neer op een terrasje in het gezellige Nora, waarvan het centrum grotendeels uit goed bewaarde houten gebouwen bestaat.

In het weekend besluiten we de toerist in de eigen omgeving uit te hangen en bezoeken we onder andere het eiland dat in het meer Norasjön bij Nora ligt. In de zomer brengt een gratis pontje je naar de overkant. Een wandeling rond het gehele eiland bedraagt ongeveer drie kilometer.

De ‘skyline’ van het gezellige Nora, vanaf het meer.
De ‘skyline’ van het gezellige Nora, vanaf het meer. Fotograaf: Bob Luijks

Op dinsdag is het dan echt zover, de verhuiswagen staat om 7.30 uur voor de deur van ons nieuwe huis. Normaal zouden we nu nog een tweede keer naar de makelaar moeten voor de formele sleuteloverdracht, maar de makelaar gaat in onze Hollandse nuchterheid (“dat regelen we zelf wel”) mee. We krijgen hulp van twee Nederlanders die tien minuten verderop blijken te wonen, alsmede van de man van de werkgever van mijn vrouw. Vele handen maken licht werk. In nog geen twee uur is de verhuiswagen volledig uitgeladen en staan alle spullen binnen. Omdat de vorige eigenaars van het huis terugkeren naar Nederland, stoppen we vervolgens al hun spullen in de verhuiswagen.

Dat is ’m dan, ons rode huis in het bos.
Dat is ’m dan, ons rode huis in het bos. Fotograaf: Bob Luijks

Ons huis

Wanneer iedereen vertrokken is, keert de weldadige rust terug. We zijn ineens niet meer dakloos! Ons huis staat midden in het bos, als onderdeel van een klein gehuchtje dat maar uit een aantal huizen bestaat. Dat gehuchtje is alleen via een gravelweg te bereiken, zo’n negen kilometer van de asfaltweg. Langs de gravelweg liggen nog een paar van dergelijke minigehuchtjes, verder is er helemaal niets.

Ons huis staat op een eigen perceel van 6000 m2 en is het laatste huis van een doodlopend weggetje. Er komt hier dus helemaal geen verkeer. Je hoort dus ook niets anders dan de wind in de bomen en de vogels. De helft van het perceel bestaat uit bos, de andere helft uit gazon met fruitbomen en -struiken. Rond het gazon staat een stroomdraad om de zwijnen buiten te houden. Alleen dat klinkt al als muziek in de oren. Wanneer ik het gravelweggetje tot het einde volg, kom ik bij een kleine dam/ energiecentrale die op de grens van twee meren ligt. Knaagsporen verraden de aanwezigheid van bevers.

Hoewel het huis een eeuw oud is, verkeert het in perfecte staat. Het is voor ons, reeds tweemaal van Nederlanders geweest en die kijken toch wat anders aan tegen onderhoud en afwerking dan de meeste Zweden. We kunnen er dan ook in zonder eerst nog te hoeven schilderen en dergelijke. Wat dat betreft echt een lot uit de loterij, zowel het huis als de ligging ervan.

Op de begane grond bevindt zich de open woon- en eetkamer, de keuken, de badkamer en een apart kantoor, wel zo prettig als je van thuis uit werkt. Boven zijn twee riante slaapkamers, een kleine hobbykamer, een kleine logeerkamer en diverse inloopkasten. Het huis is geheel onderkelderd met een wasruimte, voorraadhok, sauna, garage en iets dat een soort tuinkamer moet worden.

Natuur op eigen erf

De eerste week staat volledig in het teken van het in elkaar zetten van de meubels, het uitpakken van alle dozen (het vooral steeds kwijt zijn van wat je net nodig hebt) en het een plek geven van de spulletjes. Dat kost altijd meer tijd dan je hoopt. Ook merk je dan wat je nog tekort komt. Hoewel we midden in het bos wonen, is Nora in twintig minuten te bereiken. Hier zitten meerdere supermarkten, tankstations en leuke kleine winkeltjes. Het wat minder gezellige, maar wel grotere Karlskoga ligt op ongeveer dertig minuten. Hier heb je ook grotere winkels, zoals een bouwmarkt. Als we echt serieus willen shoppen, moeten we naar Örebro, op ongeveer 45 minuten. Dat is dus allemaal prima te doen.

Op onze tweede dag bezoeken we diverse winkels. In Zweden heb je veel winkels die echt van alles en nog wat verkopen tegen scherpe prijzen. Zie het als een bonte mix van Action, Xenos, Kruidvat en een vleugje Kwantum. Daar zien we ook vogelvoer. Veertig kilogram gaat er mee naar huis. En zo worden de vogels al vanaf de tweede dag verwend en zijn zij beter af dan wij. Het nieuws dat er vogelvoer te halen valt, verspreidt zich snel in vogelland. Zien we eerst vooral twee schattige roodborstjes (die echt van ’s ochtends tot ’s avonds rondscharrelen), loopt dat aantal op naar zes. Er volgen onder andere vinken, kool- en pimpelmezen, mat- en zwartkoppen, merels en gaaien. Op dag vier valt mijn oog op wat wits. Het blijkt een boomklever, maar dan de Scandinavische ondersoort. Ook daarvan lopen de aantallen iedere dag steeds verder op. Vanuit het bos klinken goudhaan, grote bonte, zwarte specht en (uiteraard ’s nachts) bosuil. Wat zullen we nog meer in de tuin gaan krijgen? Nu de herfst hier nadert, maak ik ook snel een eerste rondje om de natuurlijke planten in de tuin te noteren. De teller staat reeds op vijftig soorten. Kortom, nog zoveel te ontdekken!

Oké, slechts een bewijsplaatje, maar deze Scandinavische boomklever is een van de sterren in mijn tuin.
Oké, slechts een bewijsplaatje, maar deze Scandinavische boomklever is een van de sterren in mijn tuin. Fotograaf: Bob Luijks

Hoe Zweden in mijn leven kwam, lees je in mijn vorige column.

3 reacties

  1. Deze column is al even geleden geschreven. Inmiddels is mijn dochter 15, is de herfst voorbij en wonen we er al 2,5 maand. Het aantal vogels is alleen maar verder toegenomen. Er gaat ruim een kilo aan voer per dag doorheen…

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Foto van Bob Luijks

Bob Luijks

Als fulltime professioneel natuurfotograaf is Bob Luijks het liefst buiten te vinden. Met een grote interesse in de natuur, dieren- en plantenwereld wil hij niet alleen alles weten, maar kijkt hij vanuit zijn opleiding als landschapsarchitect vooral ook naar de achtergronden van het landschap. Deze kennis en interesse zie je terug in de foto’s van Bob.

Meer columns van deze auteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant: