Richting
Grofweg kun je de richting (lichtval) van direct (zon)licht in drie typen verdelen; ruglicht, tegenlicht en zijlicht (waaronder strijklicht). Ieder met zijn eigen kwaliteiten en beperkingen. Wanneer je die kent, is het makkelijker om te bepalen welke lichtval het meest geschikt is voor de foto die je wil maken.
Ruglicht
Om te beginnen het hiervoor al genoemde ruglicht. Deze invalshoek is eigenlijk een garantie voor een goed belichte foto omdat het hele kader gelijkmatig belicht wordt en er geen direct zonlicht in de lens valt. Bij het maken van landschapsfoto’s met een groothoeklens is het echter wel altijd opletten of de eigen schaduw niet in beeld is (tenzij dat natuurlijk de bedoeling is). De schaduw van het onderwerp ligt achter het onderwerp zelf waardoor die schaduw meestal niet te zien is. Het contrast bij deze belichting is beperkt en blijft binnen de grenzen van wat de camera kan.
Er zijn echter wel enkele mogelijkheden om met rug licht de foto sprekender te maken. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor een hoger standpunt waardoor schaduwpartijen wel zichtbaar zijn. Een andere optie gebruik ik zelf regelmatig bij het maken van macrofoto’s bij rug licht. Ik gebruik de schaduw van mijn hoofd, een schouder of arm en fungeer dus min of meer als diffuser zodat er geen direct zonlicht op mijn onderwerp valt. In plaats van het directe, harde licht wordt het onderwerp nu belicht door diffuus, zacht gereflecteerd licht. Hierdoor komen de kleuren van het onderwerp beter tot hun recht.
Houd daarbij wel goed de belichting in de gaten want het onderwerp raakt op deze manier makkelijk onderbelicht waardoor er slechts een silhouet zichtbaar is. Maar ook dat kan natuurlijk de bedoeling zijn. Deze vorm van lichtval lijkt heel erg op tegenlicht met dien verstande dat bij tegenlicht het onderwerp wel direct door de zon (of andere lichtbron zoals lamp of flitser) belicht wordt.
Tegenlicht
Tegenlicht, waarbij je dus tegen het licht in fotografeert, is mijn grote favoriete lichtval! Deze manier van belichten van het onderwerp zorgt altijd voor speciale effecten die de foto iets extra’s geven en zorgt in het algemeen voor meer stemming en sfeer.
In de situatie van het polletje gras ben ik om de foto met tegenlicht te kunnen maken, heel voorzichtig zittend het ijs op gegleden. De breking van het tegenlicht door het ijs zorgt voor een mooie dieptewerking waardoor het tafereel net een “sneeuwbol” lijkt. Het grappige is dat de zon op deze manier wel in de foto aanwezig is zonder zelf in beeld te zijn.
Andere tegenlicht effecten ontstaan tegen een geheel lichte achtergrond (zoals hiervoor al aangegeven) en als er lichte bokeh-cirkels aanwezig zijn als gevolg van lichtreflectie in water of waterdruppels (zie de making-of lentegevoel) of als gevolg van kleine openingen in een bladerdek. Met een lichte achtergrond wordt het onderwerp al snel een silhouet. De foto hieronder van de icarusblauwtjes is daar een voorbeeld van.
Ontegenzeggelijk is tegenlicht spannend, zowel qua effecten in de foto, maar ook voor het fotograferen. In tegenlicht heb je te maken met uitdagingen zoals grote contrasten, flare, kleurverlies en een ongewisse belichting waardoor het fotograferen een stuk ingewikkelder is dan met ruglicht. Maar de beloning is des te groter.
Zijlicht
De derde invalshoek die je ten opzichte van het licht kunt kiezen, is van opzij. Wanneer het licht van de zijkant valt, is er altijd een licht- en een schaduwzijde mits er iets van reliëf in het kader aanwezig is. Bij de foto van het ijspolletje valt dit niet op omdat het ijs het licht door laat. De schaduw is beperkt tot de linker voorgrond. Deze foto van een oranjetipje is wat dat betreft een beter voorbeeld.
Ook zijlicht levert dus altijd contrasten op en het is ook bij deze lichtval zaak om goed op de belichting te letten. Is het verschil in licht en donker erg groot, dan is het bij macrofotografie natuurlijk altijd mogelijk om of de schaduwzijde iets op te lichten met behulp van een reflectieschermpje of de zonzijde iets af te schermen met een diffuser. Maar doe dat laatste met mate want anders is het gehele zijlicht effect verdwenen.
Tot slot kom ik nog even terug op de vraag hoe handig nog de regel van het ruglicht is? Het is verleidelijk om te zeggen dat als je niet te veel moeite wilt doen met fotograferen, dit dé manier is vanwege het gemak maar dat vind ik toch een beetje te kort door de bocht. Zo’n keuze gaat namelijk geheel voorbij aan wat de omstandigheden aan mogelijkheid bieden, maar vooral aan wat jij met je foto vertellen wil. Kies dus vooral die lichtval die het beste past bij wat jij wil verbeelden. En als het mogelijk is, probeer verschillende invalshoeken uit en ervaar de verschillen!
Op de vraag of de omstandigheden met het harde licht wel geschikt waren om te fotograferen blijf ik het antwoord schuldig. Dat oordeel mogen jullie vellen.
2 reacties
Dank voor je duidelijke omschrijving van de diverse typen licht, Ronald.
Het is goed daar nog eens rustig bij stil te staan om zo ‘in het veld’ (vandaag was dat bos, met naast oa boshyacinthjes) veel brandnetels (waar ik nog wel een nachtje aan herinnerd zal worden 🙂 ) een nog bewustere keuze te maken.
Prachtige foto’s ook weer!
Dankjewel Jaqueline voor je heldere en uitgebreide reactie. Leuk om te horen! Brandnetels: leuk als onderwerp maar verder … brr