Menu

Onderdeel van Pixfactory

De Nederlander lijkt te klein voor natuur

Ja, meteen met de deur in huis vallen (met het risico dat de Nederlanders nu weer over mij heen vallen). De Nederlander lijkt te klein voor natuur, Nederland zelf niet. Nederland is nog steeds groot genoeg voor natuur. Als ik Nederland bekijk is er nergens ter wereld op zo'n klein stukje aarde zóveel diversiteit aan soorten en landschapstypen. Nee, Nederland is in mijn ogen nog steeds prachtig... natuur vormt zich prachtig om ons heen, vult gaten die wij laten vallen en ontwikkelt zich om ons mensen heen. Nee, volgens mij lijkt de Nederlander te klein voor natuur.
De schoonheid van een door ons mensen gecreëerde natuurruïne. Fotograaf: Johan van der Wielen

Ik snap best dat ik met mijn verhaal wellicht op allerlei tenen ga staan, maar dat mag als columnist. Mijn doel is iedereen te laten nadenken, niet meer en niet minder. Mocht je je geroepen voelen om te reageren, lees wel even door tot het eind. Dank je wel!

Oostvaardersplassen zorgt voor uitbreiding vocabulaire

In mijn vorige column, Oostvaardersplassen: overmand door emotie, heb ik geprobeerd mensen te overtuigen van het nut om je eerst in te lezen in je onderwerp alvorens vol emotie en heftige retoriek je mening te gaan verkondigen. Dat heb ik geweten, dagenlang ben ik overspoeld door mailtjes, ben ik letterlijk gestalkt via facebook en messenger en heb ik tientallen heftige telefoontjes ontvangen. Mijn vocabulaire is aardig uitgebreid, en dat wil wat zeggen voor iemand die oorspronkelijk uit Den Haag komt.

Zeker, ik heb ook heel veel constructieve reacties ontvangen van mensen uit diverse kampen en met diverse standpunten, mensen die mij met bronnen en wetenschappelijke studies van nieuwe informatie hebben voorzien. Daarvoor mijn enorme dank! Maar meer nog helaas waren het reacties direct op de man gespeeld, liefst vergezeld van heftige scheldwoorden. Jammer. Mijn doel was (en is) nooit geweest mensen te overtuigen van een vóór of tegen, maar te overtuigen beter onderzoek te doen en vooral richting politiek te gaan i.p.v. ’s nachts de hekken open te knippen en daarmee zelf het doodvonnis te tekenen van een groepje herten wat de A6 opzocht. Inmiddels is de grootste storm geluwd, althans voor mij. Niet voor het gebied.

Maar toch heeft de discussie met mij meer gedaan dan ik had verwacht. Niet wat reacties betreft, maar het heeft wel mijn ogen geopend over de Nederlandse natuur en de houding van mijn medelanders t.a.v. natuur.

Jong leven in de Oostvaardersplassen of straks voer voor ‘beheer’? Fotograaf: Johan van der Wielen

Natuurbeleid, uiting van Nederlandse arrogantie?

Als fotograaf kom ik niet alleen veel in de natuur maar heb ik ook vaak te maken met beleidsmakers en beheerders. Denk nog eens wat dieper na over deze twee woorden, want eigenlijk is dat toch best raar. Natuur is toch… natuur? Natuur is er toch altijd, met of zonder menselijk invloeden? Nou blijkbaar niet. Ik krijg het gevoel dat natuur iets is wat wij mogen creëren (‘beleidsmakers’) en dienen te onderhouden (‘beheerders’). Is dat niet arrogant als je er zo over nadenkt? Dat wij Nederlanders natuur denken te kunnen ‘maken’? Om vervolgens te vinden dat natuur ook ‘beheerd’ moet worden? Alsof er zonder ons geen natuur zou zijn, of dat zonder onze beheersmaatregelen natuur zou verdwijnen?

Liefde voor natuurruïnes

Een volgend besef wat ik de afgelopen maanden kreeg kwam tijdens het geven van een lezing. In dit verhaal neem ik de toehoorder mee op een reis door onze Nederlandse delta. Ik begin mijn verhaal in Limburg, zak met de rivieren af, passeer de beide stuwwallen, maak uitstapjes naar uiterwaarden en polders en vervolg mijn verhaal via de laagveenmoerassen om bij de Wadden te eindigen. Een bloemlezing van de Nederlandse diversiteit. Tot ik erachter kwam dat de meeste van deze voor ons zo waardevolle natuurtypen gewild of ongewild door onszelf gemaakt zijn. Natuurlijk, oernatuur bestaat niet meer in Nederland maar als je er goed bij stil staat zijn de meeste van onze geliefde stuifzanden, beekdalen, heidevlaktes of laagveenmoerassen in feite menselijke natuurruïnes. Zonder menselijke invloeden zou geen van deze ‘natuurgebieden’ überhaupt (meer) bestaan.

Deze ‘puinhoop’ is het resultaat van overbegrazing en ontbossing… Fotograaf: Johan van der Wielen

Varkens en schapen

Toen in de middeleeuwen de mensen hun varkens de bossen op de beide heuvelruggen injoegen om voer te zoeken hebben wij mensen tijdenlang de grond kapot gemaakt. Neem daarbij de massale ontbossing van de Veluwe en Utrechtse heuvelrug omdat men hout nodig had en de regen die de laatste nutriënten van deze geologische monumenten via de beken uitspoelde en je houdt vanzelf een kaal zandduin over. Waar het nog niet zover was werden schapen uitgelaten die de open vlaktes enorm verarmden omdat ze niet alleen alles wegvraten maar tevens ’s nachts op de potstallen werden gezet om de kostbare vruchtbare mest op te vangen. Blijkt dat er één dapper plantje standhoudt tegen zoveel vraat en zich kan vestigen in arme gronden en juist dat plantje vinden wij mensen nu zo prachtig als het bloeit: struikheide. De grote heidegebieden waar we nu zo van houden zijn, net als de stuifzand gebieden, niet meer dan de achtergebleven puinhopen van ons menselijke gebruik van natuur. Ze komen buiten Nederland ook nauwelijks voor. En omdat we dat zo mooi vinden lopen er nu commerciële schaapskuddes rond om onze menselijke ruïnes in stand te houden.

De Wieden en Weerribben zijn nu misschien wel één van de meest rijke natuurgebieden van ons land. Maar in feite ook niet meer dan een natuurlijke ontwikkeling rond onze menselijke gretigheid in het gebruik (of verbruik) van natuurlijke bronnen. Jarenlange afgravingen van veen t.b.v. turf hebben samen met stormen en dijkdoorbraken gezorgd voor een uitgebreid plassengebied waar eerst laagveenmoeras was. En toen turf eenmaal in onbruik raakte, kwam de rietindustrie naar voren en is tijdenlang riet gemaaid en afgevoerd. Nu vinden wij deze gebieden schitterend en worden bijna dichtgegroeide vaarten met het zeldzame krabbenscheer opengebaggerd en rietlanden opnieuw gemaaid. Op die manier wordt de ‘natuur’ in stand gehouden.

En omdat we niet van de term ‘natuurruïne‘ houden noemen we het ‘cultuurlandschap‘, briljant gevonden!

Dit prachtige cultuurlandschap is volledig ontstaan uit de gretigheid van de mens Fotograaf: Johan van der Wielen

Natuurdoeltype: status quo natuur

Als je er goed over nadenkt is veel van de ‘natuur’ waar we zo trots op zijn niet alleen het resultaat van ons vernietigende gedrag maar tevens eigenlijk een onnatuurlijk tussenstadium. Hou je bij heidegebieden op met begrazing of het trekken van sparren door vrijwilligers, dan komen er berken en sparren op en zal het gebied weer gaan bebossen. Dat is de natuurlijke ontwikkeling of ‘successie‘. Wieden en Weerribben zullen dichtgroeien, tenzij de bever zijn invloed laat gelden, en terugkeren naar een moerasgebied.

Maar toch willen we deze tussenstadia in Nederland graag behouden. We praten bij deze tussenstadia zelfs over ‘natuurdoeltypen‘. Letterlijk staat er: “Met behulp van natuurdoeltypen kunnen meetbare doelstellingen voor gebieden bepaald worden. Deze doelstellingen zijn bedoeld als een belangrijk hulpmiddel voor de planvorming, het beheer, de inrichting en de evaluatie van natuur.” (bron: wikipedia). Een prachtige uiteenzetting van hoe wij in Nederland over ‘natuur’ denken: maakbaar, beheersbaar, meetbaar en geschikt voor evaluatie. Is er een verschil tussen natuur en andere ‘projecten’? Er staat letterlijk dat, om de stuifzanden als natuurdoeltype te behouden, de natuurlijk successie tegenhouden moet worden. Stel je voor dat de natuur weer zelf gaat bepalen hoe het groeit en bloeit, dat willen we toch niet? Het lijkt erop dat wij Nederlanders niet dol zijn op natuur maar op onze eigen status quo, de eigengemaakte tussenstadia.

Wat is dan ‘natuur’?

Ik denk dat deze vraag de basis vormt. Volgens mij zien veel mensen ‘natuur’ als iets waar je naartoe gaat, in de ‘natuur’ ga je zondags recreëren maar wij mensen zijn geen onderdeel van de ‘natuur’. Frans Lanting wist dat tijden geleden al, daarom noemde hij zijn project life’, want mensen voelen zich geen onderdeel van ‘natuur’ maar wel van ‘het leven’ en hij wilde juist die betrokkenheid.

Nu ken ik best alle tegenwerpingen hoor. “Wij creëren natuur om soorten te behouden” of “als we niet zouden beheren verdwijnen er soorten of nemen anderen de overhand”. Snap ik en klinkt ook best legitiem. Tot ik ook daar nog dieper over na ging denken. Natuur is overal om ons heen. Want waar wij er als mens een puinhoop van maken komt er wel een soort tot uiting die daar van profiteert. Zeldzame soorten komen ineens op nieuwe plekken naar voren. Zo vormt de middenberm van de A1 de tweede grote vindplaats van het zoutminnende kwelderplantje Engels Gras (dat krijg je van jarenlang zout strooien in de winter) en zie je een heel specifiek assortiment aan zeldzame planten en dieren in de Wieden. De zeearend kwam vanzelf terug en nu lijken ook de lynx, wilde kat en zelfs wolf hun weg naar Nederland te hebben gevonden. Die trekken zich niets aan van ons menselijk handelen, profiteren zelfs van de door ons achtergelaten puinhopen. Nu ze eenmaal zelf bij ons zijn teruggekeerd in ons cultuurlandschap, hebben we besloten dat ze moeten blijven om gaan we nu met man en macht bezig de tussenstadia in ere te houden. Met commerciële schaapskuddes, enten van grondsoorten, terugbrengen van beekkronkels naar kaarten van 1350, afgraven van laagveenmoerassen, begrazen van gebieden, afsluiten van gebieden, afplaggen van zandgronden en afschot van grazers.

Zo creëren we ‘natuurdoeltypen’ waarin wij als mens besluiten wie er wel en wie er niet mag (of zelfs moet) leven en in welke hoeveelheid. Best arrogant eigenlijk…

Natuurlijke ontwikkeling: kwelderplant op de Veluwe. Fotograaf: Johan van der Wielen

Nederlandse natuur

Ooit hoorde ik het mopje “God schiep de aarde behalve Nederland… dat schiep zichzelf”. En zo is het maar net, dat was in den beginne maar in mijn ogen nog steeds. Natuur is iets wat wij Nederlanders mogen maken en moeten beheren. Zelfs zo erg dat toen een beheerder ooit een terrein aankocht in Drenthe en daar niets aan wilde doen om te kijken hoe de natuur zich zou ontwikkelen de plaatselijke gemeenschap in opstand kwam: “Wij doneren geen geld zodat jullie niets doen!”. En zoals tijdens afgelopen reis naar Lofoten toen iemand mij vroeg “Johan, wat doen ze hier nu met die bergen?”. Als je goed over deze vraag nadenkt snap je mijn punt. Waar komt toch het idee vandaan dat wij met alles op deze aarde iets zouden moeten of kunnen? Die berg staat daar gewoon berg te zijn, of wij daar nou iets mee kunnen of niet. In Nederland hebben we de mazzel dat we ons hele land kunnen maken en beheren, andere landen hebben zaken zoals bergen waar je nou eenmaal mee te dealen heb.

Ik begin nu wel beter te begrijpen waar het Nederlandse idee van ‘natuur’ vandaan komt. Zorg ervoor dat je iets mooi vindt dat niet van nature voorkomt, dan heb je niet alleen een reden om vrijelijk te mogen creëren maar tevens de noodzaak om te beheren. Nederland is niet te klein voor natuur… de Nederlander lijkt mij gewoon te klein voor natuur.

Een genot voor ons mensen maar eigenlijk geen natuur: een grote grazer op de arme zandgronden van de Veluwe. Fotograaf: Johan van der Wielen

Disclaimer: ik besef mij dat ik met dit stuk het risico loop mijn vocabulaire nog verder uit te breiden. Ook besef ik mij dat ik niet de wijsheid in pacht heb en het misschien op sommige punten niet bij het recht eind heb. Toch vind ik het de moeite waard om eens wat zwart/wit de knuppel in het hoenderhok te gooien in de hoop op een constructieve discussie en vooral iedereen dezelfde overpeinzingen te gunnen als waarin ik nu zelf zit.

Geef een reactie

39 reacties

  1. Moi Johan,
    ik kom dit verhaaltje nu pas tegen… mooi betoog, veelal waar denk ik. Toch ga je straal voorbij aan wat natuur c.q. wildernis werkelijk betekent en hoe mensen als zoogdiersoort daar gewoon deel van uitmaken. Vroeger, op school, leerden we het correct al snapten we er niets van: je had levende en dode natuur. Naar die levende natuur is zelfs een tijdschrift vernoemd. Natuur is dus eigenlijk alom en als begrip niet onderscheidend. Natuurbeleving is iets heel anders, maar dat is wat in tegenwoordige straattaal in Nederland met “natuur” wordt bedoeld.
    Enfin, alles wat mensen zijn, doen en laten is dus ook natuur. Ook als ze biotopen veranderen, natuurvernielen of juist pogen te behouden tegen de klippen op.
    Toch heeft Nederland ook nog heel veel “echte” natuur in de bekrompen zin des woords. Vooral op macroniveau: torretjes, (korst)mossen, spinnen, vliegjes, kevertjes, mieren, bijen en ga zo maar door et cetera et cetera. En wat dacht je van bacillen en virussen? Misschien zou een kiek van iemand-met-mondkapje wel “Natuurfoto 2020” moeten worden!

    Je komt terug op de OVP-verhaal. Daar heb ik op gereageerd en nog steeds een naar mijn mening goed onderbouwde mening over, al zo’n 20 jaar maar je krijgt er nergens podium voor.
    De ecologie ideeën (Vera, Ulff) waren vigerend bij die mislukking. Wat echter genegeerd werd is de ethologie, vooral die van paarden. Om paarden natuurlijk, in de zin van met behoud van hun ethogram, te kunnen houden moeten ze zich dagelijks minimaal 10 km kunnen verplaatsen. De dynamiek van een conglomeraat van 400 dieren is nu eenmaal anders dat die van 10, of 40 dieren. Bij voldoende omvang gaat het verplaatsingsmechanisme in werking, simpelweg omdat iedereen een grasje wil eten waar nog niet tien keer op gestaan is. De maximale ruimte van de OVP is echter slechts ongeveer 6 km lang dus die paardenhouderij komt neer op een dichtheidsintensieve standkudde op een “weitje” op wat daardoor onontkoombaar in een vertrapte, grondverdichte bende verandert. Dat is ook natuur maar niet de natuur die door de bureauecologen bedoeld werd te veroorzaken. Faliekante mislukking dus.
    Begrip heb ik als niet-actievoerder daarom wel voor de emotionele uitingen als “concentratiekamp” e.d.
    De ellende is dat alles ondanks de protesten gewoon doorgaat en dhr. Ulff nog steeds als hoogleraar in Gron. dit soort misse kokervisie-ideeën de wereld in helpt.
    Lees je in over paarden met: Waring, G. H. (2003): Horse Behavior, 2nd ed. William Andrew Publ./ Noyes Publ.

    Beste groeten, Egon

  2. Ha Johan,

    Als je mijn laatste column leest (en dat heb je al gedaan 🙂 weet je dat jouw column mij uit het hart gegrepen is. Wij Nederlanders hebben het zo goed dat we het ons kunnen veroorloven om op grote schaal te ’tuinieren’. En de ‘onnatuurlijke’ gevolgen daarvan wel weer op een of ander natuurlijk fenomeen weten af te schuiven. Om daar vervolgens weer met ‘schoffel en hark’ paal en perk aan te stellen. Die laatste uitdrukking vat misschien wel onze huidige visie op natuur samen.

    1. Zag jouw column en vond het ook een schitterend vervolg op mijn verhaal. Klopt helemaal, ons Nederlandse drang om alles maar in de hand te houden, te willen controleren en te willen beheren is in mijn ogen volledig doorgeslagen.

  3. Ha Johan,
    Ik vind het leuk dat je een vraag oproept, al vraag ik me af of dat nou een ‘knuppel in een hoenderhok’ moet zijn, of dat het misschien met wat meer nuance zou kunnen. Ik denk nl. dat er verschillende kanten aan je vraag zitten.
    Je opmerking: ‘Dat wij Nederlanders natuur denken te kunnen ‘maken, …te vinden dat natuur ook ‘beheerd’ moet worden, Alsof er zonder ons geen natuur zou zijn…”
    lijkt me wat kort door de bocht.
    Natuurlijk weten we allemaal dat er zonder ons ook natuur zou zijn, alleen wel een natuur die er wellicht wat anders uit zou zien.
    Het cultuurlandschap waarin wij leven, zou je keuzenatuur kunnen noemen. Dat we de zandverstuivingen met beheersmaatregelen behouden is een keuze. En eigenlijk is ‘natuur ruïne’ dan wel een wat negatieve term. Door die keuze is de biodiversiteit in die gebieden nl veel groter dan wanneer we het gewoon dicht zouden laten groeien.
    Wat is daar moreel mis mee? En als tal van onderzoeken steeds weer uitwijzen dat mensen ervan genieten in de natuur te zijn, is het dan erg dat die natuur in ons kleine land in feite een cultuurlandschap is.
    Is het arrogant als je het landschap dat (nog) niet volgebouwd is, zo inricht en beheert dat de ‘natuur’ daar kansen krijgt om te groeien en te bloeien, uitgaande van bodem en klimaat die die mogelijkheden bieden.
    Zelf schets je de grote diversiteit aan landschappen die wij in ons land hebben. Wij weten allemaal dat dat voor het grootste deel cultuurlandschappen zijn, die we zo zorgvuldig mogelijk bewaken en beheren om ze ondanks veel storende menselijke activiteiten, toch zo te behouden.
    Wij zijn nu eenmaal een diersoort die in staat is zijn leefgebied naar eigen inzicht in te richten en vorm te geven. Waarom zouden we dat niet mogen doen, wat is daar arrogant aan? Sterker nog, is het niet noodzakelijk dat we dat doen.
    Dat je als beheerder in zo’n niet-natuurlijke situatie als b.v. de Veluwe gerichte beheersmaatregelen moet nemen, is een logisch gevolg van het feit dat mensen, zwijnen, en herten (om er maar een paar te noemen) in hetzelfde gebied leven, dat ook nog eens door tal van wegen doorsneden is. Dan is wildbeheer, op welke manier dan ook, toch noodzakelijk?
    Ik ben als gids betrokken bij het cultuurlandschap in het vechtplassengebied. Door zorgvuldig beheer zijn plant- en diersoorten teruggekomen die we daar de afgelopen decennia waren
    kwijtgeraakt. We zien daar het landschap rijker worden. Het gevolg is dat mensen dat ontdekken en ervan komen genieten. We leiden schoolklassen, studenten en ouderen rond en we merken dat zo’n ontmoeting met ‘de natuur’ mensen goed doet.
    Dat dat vechtplassengebied op landschapsschaal een cultuurlandschap is, doet daar niets aan af.
    De broedende ijsvogel is nog steeds een broedende ijsvogel, en dat geldt ook voor de reeën en de dassen.
    Juist door die ‘nieuwe natuur’ is ons land de afgelopen jaren enorm
    verrijkt. Laten we die gebieden alsjeblieft goed beheren en vooral daar ook van genieten.

    1. Beste Jan, dank je wel voor je heldere betoog. Ik ken je verhaal en achtergrond (uiteraard) maar merk dat juist omdat we er zó aan gewend zijn geraakt voor veel mensen het verschil tussen cultuurlandschap (aangelegd en beheerd) en ‘echte’ natuur niet meer bekend is, sterker nog, ik hoor steeds meer dat men onze keuzenatuur (mooie term!) meer als natuur wordt gezien dan de normale natuurlijke ontwikkeling. Hoezeer ik iedereen zijn park, tuin of aangelegde en onderhouden cultuurlandschap ook gun… ik wil mensen met dit verhaal erop attent maken dat dit weinig met echte natuur te maken heeft. Zo wordt grote biodiversiteit steeds meer als synoniem voor gezonde natuur genoemd maar dat is niet waar. We zien in natuurlijke omstandigheden alleen grote biodiversiteit op grensgebieden van biotopen of in de tijdelijke ontwikkelingsfase na bijvoorbeeld een grote verandering. Dat wij mensen van grote biodiversiteit houden betekent automatisch dat we dus continue moeten verstoren, ingrijpen en onderhouden.

      Ik zeg zeker niet dat we van de heidegebieden af moeten maar wel dat we goed moeten nadenken of het wel zo noodzakelijk is om alles wat we in NL ‘natuur’ noemen automatisch ook moeten gaan (her)inrichten, afplaggen, onderhouden en beheren. Ik pleit voor meer echte natuur naast al ons cultuurlandschap, gewoon plekken waar we de natuur gewoon haar gang laten gaan om mensen weer eens kennis te laten maken hoe natuur is, zichzelf ontwikkeld en zelf haar eigen weg gaat zonder continue bemoeienis en ingrijpen van de mens.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

39 reacties

  1. Moi Johan,
    ik kom dit verhaaltje nu pas tegen… mooi betoog, veelal waar denk ik. Toch ga je straal voorbij aan wat natuur c.q. wildernis werkelijk betekent en hoe mensen als zoogdiersoort daar gewoon deel van uitmaken. Vroeger, op school, leerden we het correct al snapten we er niets van: je had levende en dode natuur. Naar die levende natuur is zelfs een tijdschrift vernoemd. Natuur is dus eigenlijk alom en als begrip niet onderscheidend. Natuurbeleving is iets heel anders, maar dat is wat in tegenwoordige straattaal in Nederland met “natuur” wordt bedoeld.
    Enfin, alles wat mensen zijn, doen en laten is dus ook natuur. Ook als ze biotopen veranderen, natuurvernielen of juist pogen te behouden tegen de klippen op.
    Toch heeft Nederland ook nog heel veel “echte” natuur in de bekrompen zin des woords. Vooral op macroniveau: torretjes, (korst)mossen, spinnen, vliegjes, kevertjes, mieren, bijen en ga zo maar door et cetera et cetera. En wat dacht je van bacillen en virussen? Misschien zou een kiek van iemand-met-mondkapje wel “Natuurfoto 2020” moeten worden!

    Je komt terug op de OVP-verhaal. Daar heb ik op gereageerd en nog steeds een naar mijn mening goed onderbouwde mening over, al zo’n 20 jaar maar je krijgt er nergens podium voor.
    De ecologie ideeën (Vera, Ulff) waren vigerend bij die mislukking. Wat echter genegeerd werd is de ethologie, vooral die van paarden. Om paarden natuurlijk, in de zin van met behoud van hun ethogram, te kunnen houden moeten ze zich dagelijks minimaal 10 km kunnen verplaatsen. De dynamiek van een conglomeraat van 400 dieren is nu eenmaal anders dat die van 10, of 40 dieren. Bij voldoende omvang gaat het verplaatsingsmechanisme in werking, simpelweg omdat iedereen een grasje wil eten waar nog niet tien keer op gestaan is. De maximale ruimte van de OVP is echter slechts ongeveer 6 km lang dus die paardenhouderij komt neer op een dichtheidsintensieve standkudde op een “weitje” op wat daardoor onontkoombaar in een vertrapte, grondverdichte bende verandert. Dat is ook natuur maar niet de natuur die door de bureauecologen bedoeld werd te veroorzaken. Faliekante mislukking dus.
    Begrip heb ik als niet-actievoerder daarom wel voor de emotionele uitingen als “concentratiekamp” e.d.
    De ellende is dat alles ondanks de protesten gewoon doorgaat en dhr. Ulff nog steeds als hoogleraar in Gron. dit soort misse kokervisie-ideeën de wereld in helpt.
    Lees je in over paarden met: Waring, G. H. (2003): Horse Behavior, 2nd ed. William Andrew Publ./ Noyes Publ.

    Beste groeten, Egon

  2. Ha Johan,

    Als je mijn laatste column leest (en dat heb je al gedaan 🙂 weet je dat jouw column mij uit het hart gegrepen is. Wij Nederlanders hebben het zo goed dat we het ons kunnen veroorloven om op grote schaal te ’tuinieren’. En de ‘onnatuurlijke’ gevolgen daarvan wel weer op een of ander natuurlijk fenomeen weten af te schuiven. Om daar vervolgens weer met ‘schoffel en hark’ paal en perk aan te stellen. Die laatste uitdrukking vat misschien wel onze huidige visie op natuur samen.

    1. Zag jouw column en vond het ook een schitterend vervolg op mijn verhaal. Klopt helemaal, ons Nederlandse drang om alles maar in de hand te houden, te willen controleren en te willen beheren is in mijn ogen volledig doorgeslagen.

  3. Ha Johan,
    Ik vind het leuk dat je een vraag oproept, al vraag ik me af of dat nou een ‘knuppel in een hoenderhok’ moet zijn, of dat het misschien met wat meer nuance zou kunnen. Ik denk nl. dat er verschillende kanten aan je vraag zitten.
    Je opmerking: ‘Dat wij Nederlanders natuur denken te kunnen ‘maken, …te vinden dat natuur ook ‘beheerd’ moet worden, Alsof er zonder ons geen natuur zou zijn…”
    lijkt me wat kort door de bocht.
    Natuurlijk weten we allemaal dat er zonder ons ook natuur zou zijn, alleen wel een natuur die er wellicht wat anders uit zou zien.
    Het cultuurlandschap waarin wij leven, zou je keuzenatuur kunnen noemen. Dat we de zandverstuivingen met beheersmaatregelen behouden is een keuze. En eigenlijk is ‘natuur ruïne’ dan wel een wat negatieve term. Door die keuze is de biodiversiteit in die gebieden nl veel groter dan wanneer we het gewoon dicht zouden laten groeien.
    Wat is daar moreel mis mee? En als tal van onderzoeken steeds weer uitwijzen dat mensen ervan genieten in de natuur te zijn, is het dan erg dat die natuur in ons kleine land in feite een cultuurlandschap is.
    Is het arrogant als je het landschap dat (nog) niet volgebouwd is, zo inricht en beheert dat de ‘natuur’ daar kansen krijgt om te groeien en te bloeien, uitgaande van bodem en klimaat die die mogelijkheden bieden.
    Zelf schets je de grote diversiteit aan landschappen die wij in ons land hebben. Wij weten allemaal dat dat voor het grootste deel cultuurlandschappen zijn, die we zo zorgvuldig mogelijk bewaken en beheren om ze ondanks veel storende menselijke activiteiten, toch zo te behouden.
    Wij zijn nu eenmaal een diersoort die in staat is zijn leefgebied naar eigen inzicht in te richten en vorm te geven. Waarom zouden we dat niet mogen doen, wat is daar arrogant aan? Sterker nog, is het niet noodzakelijk dat we dat doen.
    Dat je als beheerder in zo’n niet-natuurlijke situatie als b.v. de Veluwe gerichte beheersmaatregelen moet nemen, is een logisch gevolg van het feit dat mensen, zwijnen, en herten (om er maar een paar te noemen) in hetzelfde gebied leven, dat ook nog eens door tal van wegen doorsneden is. Dan is wildbeheer, op welke manier dan ook, toch noodzakelijk?
    Ik ben als gids betrokken bij het cultuurlandschap in het vechtplassengebied. Door zorgvuldig beheer zijn plant- en diersoorten teruggekomen die we daar de afgelopen decennia waren
    kwijtgeraakt. We zien daar het landschap rijker worden. Het gevolg is dat mensen dat ontdekken en ervan komen genieten. We leiden schoolklassen, studenten en ouderen rond en we merken dat zo’n ontmoeting met ‘de natuur’ mensen goed doet.
    Dat dat vechtplassengebied op landschapsschaal een cultuurlandschap is, doet daar niets aan af.
    De broedende ijsvogel is nog steeds een broedende ijsvogel, en dat geldt ook voor de reeën en de dassen.
    Juist door die ‘nieuwe natuur’ is ons land de afgelopen jaren enorm
    verrijkt. Laten we die gebieden alsjeblieft goed beheren en vooral daar ook van genieten.

    1. Beste Jan, dank je wel voor je heldere betoog. Ik ken je verhaal en achtergrond (uiteraard) maar merk dat juist omdat we er zó aan gewend zijn geraakt voor veel mensen het verschil tussen cultuurlandschap (aangelegd en beheerd) en ‘echte’ natuur niet meer bekend is, sterker nog, ik hoor steeds meer dat men onze keuzenatuur (mooie term!) meer als natuur wordt gezien dan de normale natuurlijke ontwikkeling. Hoezeer ik iedereen zijn park, tuin of aangelegde en onderhouden cultuurlandschap ook gun… ik wil mensen met dit verhaal erop attent maken dat dit weinig met echte natuur te maken heeft. Zo wordt grote biodiversiteit steeds meer als synoniem voor gezonde natuur genoemd maar dat is niet waar. We zien in natuurlijke omstandigheden alleen grote biodiversiteit op grensgebieden van biotopen of in de tijdelijke ontwikkelingsfase na bijvoorbeeld een grote verandering. Dat wij mensen van grote biodiversiteit houden betekent automatisch dat we dus continue moeten verstoren, ingrijpen en onderhouden.

      Ik zeg zeker niet dat we van de heidegebieden af moeten maar wel dat we goed moeten nadenken of het wel zo noodzakelijk is om alles wat we in NL ‘natuur’ noemen automatisch ook moeten gaan (her)inrichten, afplaggen, onderhouden en beheren. Ik pleit voor meer echte natuur naast al ons cultuurlandschap, gewoon plekken waar we de natuur gewoon haar gang laten gaan om mensen weer eens kennis te laten maken hoe natuur is, zichzelf ontwikkeld en zelf haar eigen weg gaat zonder continue bemoeienis en ingrijpen van de mens.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Johan van der Wielen

Johan van der Wielen

Johan is fulltime natuurfotograaf en altijd op zoek naar sfeer en licht; van 's morgens vroeg tot diep in de nacht. Naast fotografie is hij schrijver en organisator van fotografiecursussen en fotoreizen.

Meer columns van deze auteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant: