In Natuurfotografie magazine (#4 van 2022) staat een artikel over fotograferen met slecht weer. Wat is voor jullie de definitie van slecht weer en bestaat die volgens jullie wel?
Rick: voor ons persoonlijk is de definitie van ‘slecht weer’ eerder afhankelijk van de fotografische mogelijkheden, of in dit geval, gebreken van het weertype. Een leek zal een onweersbui al snel definiëren als ‘slecht weer’ waar dat voor ons juist een raam aan mogelijkheden geeft om met spectaculaire foto’s thuis te komen.
Gijs: Slecht weer? Hitte zonder verlossing, egaal grijze luchten, kou zonder vocht in de lucht, nachten zonder sterren. Wat Rick al zegt: goed en slecht hangt voor ons af van wat de mogelijkheden zijn voor fotografie, en wij werken graag met natuurlijke, sfeervolle omstandigheden.
Jullie hebben allebei een voorliefde voor weerfoto’s. Wat is voor jullie het ultieme weer zodat je er echt op uit móet?
Rick: Onweer natuurlijk! Het fotograferen van onweersbuien, zowel de wolkenstructuren die erbij komen kijken als de bliksemshows, is waarmee ik in de fotografie gerold ben. Mist, bossen, molentjes, bloemetjes; ik fotografeer het allemaal met plezier. Maar waar mijn passie voor fotografie 16 jaar geleden mee begon: extreem weer. Het blijft toch wel een ongeëvenaard gevoel om de kracht van de zwaarste onweerssystemen zo up close te kunnen ervaren en natuurlijk om deze vast te leggen.
Gijs: De grootste kick krijg ik van stevig onweer, maar voor de fotografie werkt mist voor mij net zo goed. Ik ben het liefste het hele jaar door bezig, en mist is voor mij vaker belangrijk dan onweer.
Hoe zijn jullie ertoe gekomen om de foto’s te maken die jullie maken?
Rick: De fascinatie voor het weer – en dan specifiek voor extreme weersomstandigheden – heeft altijd in mijn bloed gezeten. Daarnaast ben ik een creatief persoon die veel passie en energie haalt uit het uiten van deze creativiteit. Zo ben ik in de hobby van fotografie gerold en heb ik twee passies perfect met elkaar kunnen combineren: De pracht van het weer en mijn passie voor fotografie.
Gijs: Je vindt iets mooi en je wilt het hebben, als een soort van jachttrofee. Ik schiet met een camera, neem de buit op een paar geheugenkaartjes mee naar huis en geef de bestanden een nabewerking. Het eindresultaat is een beloning voor een geslaagde trip waar veel tijd en moeite in zijn gaan zitten, in zowel de voorbereiding als de uitvoering die erna kwam. Fotografie is een kunst, maar voelt voor mij nog meer als een sport.
Wat kunnen jullie leren van elkaar en wat zijn de verschillen tussen jullie als fotografen?
Rick: Iedere fotograaf heeft zijn eigen, unieke kijk op compositie, sfeer en landschap. Tijdens een samenwerking met elkaar zijn er altijd kleine wederzijdse leermomentjes. Het grootste verschil zit hem bij ons voornamelijk in de nabewerkingen. We hebben beiden onze eigen unieke editflow. Geen presets, iedere edit bouwen wij vanaf de grond op, en iedere edit is dus geheel gemaakt naar de visie van de persoon in kwestie. Hebben wij beide het zelfde shot gemaakt in het veld? Het eindresultaat kan nog fors verschillen door de verschillende visies in post-processing. Daar zit ons grootste verschil voornamelijk in.
Gijs: De stijl van een fotograaf zit vaak vooral in de nabewerking, maar ook in de keuze van compositie in het veld. Ik denk dat onze samenwerking vooral gebaseerd is op de sociale dynamiek en de kwaliteiten die we meenemen wanneer we aan een zware klus beginnen. Jagen op onweer is voor ons bijna altijd teamwerk, waarbij Rick de meeste kilometers achter het stuur maakt, en ik vooral bezig ben met de navigatie. Daarvoor werken we bij voorkeur in een team dat groter is dan twee personen; je wil kunnen discussiëren over lastige weersomstandigheden en advies kunnen vragen aan mensen die minimaal dezelfde expertise aan de dag leggen wat betreft meteorologie. Eenvoudiger werk doen we net zo goed alleen.
Hoe bereid je je voor op een shoot onder extreme weersomstandigheden?
Rick: De eerste voorbereidingen beginnen een aantal dagen van te voren. Naast fotografie zijn wij beiden bezig met het meteorologische aspect van het verhaal. Er zijn een aantal weermodellen(computerberekeningen) waar wij regelmatig mee werken om te zien wat er voor ons mogelijk is op meteorologisch gebied. Als alle parameters gunstig zijn gaan wij over op het maken van een plan. Wie binnen onze groep stormchasers zijn er beschikbaar? Wat is ons doelgebied? Wat zijn de eventuele struikelblokken? Verdere voorbereidingen voor in het veld: Handdoeken voor de apparatuur, de juiste lenzen, statieven en overige attributen. Voldoende brandstof in de auto, Opladers voor de telefoons die wij tevens gebruiken voor radarbeelden, bliksemdetectie, digitaal verkennen van het landschap, onderling contact en randzaken. Verder blijft het spelletje van stormchasing een kwestie van inspelen op de actualiteit, niet op iedere situatie kan je voorbereid zijn dus een wijziging in strategie komt regelmatig voor zowel op de weg als in het veld.
Gijs: Rick heeft al een hoop van de zaken benoemd. Ik leg de nadruk nog maar eens op kennis. Een theoretische benadering van meteorologie is belangrijk voor iedereen die op regelmatige basis succes wil hebben met weer als sfeermaker. Ervaring is net zo goed belangrijk: wanneer zijn zaken als modeldata en meetgegevens belangrijk, en op wat voor manier? Ik ben er nu een boek over aan het schrijven, aangezien dit een groot en complex onderwerp is.
Steken jullie elkaar aan als er bepaalde weersverwachtingen zijn? Dagen jullie elkaar ook uit?
Rick: We hebben beiden dezelfde passie dus we jutten elkaar zeker op, op het moment dat een kansrijke situatie gloort aan de horizon. ‘Heb je die kaarten al gezien voor komende zaterdag? Dat oogt als heel serieuze kansen op zwaar onweer.‘ Ja, dit komt zeker voor maar aangezien we beiden veel bezig zijn met het hele spelletje van fotografie en stormchasing is het eerder een gedeeld enthousiasme dan het daadwerkelijk elkaar uitdagen.
Gijs: Er bestaat bij ons wel een zekere competitieve houding. Sportief en constructief, dus gezond. Je bent trots op wat je vangt, maar je ziet dat het gras bij de buren toch ook wel aardig groen is. Het heeft ons geen windeieren gelegd.
Welke uitdagingen zijn er om met barre weersomstandigheden te fotograferen?
Rick: Ten eerste onze eigen veiligheid. Hoe mooi en spectaculair bepaalde weersextremen ook kunnen zijn, geen foto is een leven waard. De uitdaging om zo dicht mogelijk op het meest extreme weer te staan zonder dat je zelf een onnodig groot risico loopt is het grootste struikelblok in het veld. Hebben wij deze drempel overwonnen, dan is er nog de uitdaging om de apparatuur te beschermen, voornamelijk van hevige regenval. In geval van wind kan stof of zoutspray aan de kust ook voor serieuze beperkingen zorgen in de vrijheid van de fotografie. Onze apparatuur is robuust, maar niet onverwoestbaar.
Gijs: De valkuilen van je eigen ambitie. Net wat te ver en te lang willen rijden, met te weinig slaap. Net wat te ver het gaspedaal induwen wanneer de tijd dringt. Net wat te lang op een gevaarlijke plek willen staan ten opzichte van een bui. Maar denk ook aan stress in de samenwerking. Wanneer je op het toppen van je kunnen presteert, en niet alles gaat naar wens, dan wil je ook dat de sfeer goed blijft, wat zeker niet altijd vanzelf gaat.
Ongetwijfeld hebben jullie spannende of bizarre verhalen als je met extreem weer op pad gaat. Welke anekdote willen jullie delen en welke foto hoort daarbij?
Rick en Gijs: Niet elk mooi verhaal heeft een goed fotografisch resultaat. Sommige foto’s waar we blij mee zijn hebben niet zo’n bijzonder verhaal. Laten we dan maar het verhaal vertellen van dat wat mensen niet kennen, iets waarvan mensen denken dat je ervoor naar de Verenigde Staten moet gaan om het te zien. In de nacht van 18 juni van vorig jaar keken we bij het Belgische Namen naar een naderende ‘supercell’, een onweersbui die langdurig en sterk rondjes om z’n as draait. Op zich niet zo bijzonder als fenomeen, ook niet in onze regio, maar dit exemplaar was bijzonder fraai gevormd. Constant geflits van de bliksem, lucht die met kracht door de bui naar binnen wordt gezogen, snel naderende extreme windstoten, grote hagelstenen en enorme hoeveelheden regenwater. Een tornado konden we op dat moment niet uitsluiten. We hebben onze foto’s tot op het laatste moment geschoten, zijn vervolgens gevlucht en zijn er rond zonsopkomst in Nederland weer voor weten te komen. Daar kregen we pas écht de volle laag van dat monster, maar zo fotogeniek als in België werd het niet meer.
Wat is de ultieme foto die je nog niet gemaakt hebt en waar moet een geslaagde foto voor jullie zeker aan voldoen?
Rick: De vraag zal eerder zijn, bestaat de ultieme foto wel? In ons hoofd hebben we altijd dat ‘perfecte plaatje’ voor ogen, maar soms is er een onverwachte factor dat een plaatje nog beter kan maken. Het perfecte plaatje voor mij is nog altijd een woeste supercell bij het gouden of blauw uur, voorzien van prachtige structuren inclusief vertakte bliksems. Het landschap weegt natuurlijk ook sterk mee in de kwaliteit van een foto. Zo wil ik ook heel graag enkele chases ondernemen in de Alpen, de diepte van het landschap daar in combinatie met een fantastische bliksemshow.
Gijs: Er zijn wel bepaalde onderwerpen die ik nog vast wil leggen, zoals specifieke wolkenstructuren en bliksem. Flexibiliteit geeft me meer rust; niet teveel hopen op iets specifieks en gewoon plezier hebben in wat er op ons pad komt.
Ben jij ook gek op ‘slecht weer’? In de Natuurfotografie magazine (#4 van 2022) vind je de portfolio van Ed Allen…..die zelfs (of juist) met storm Eunice het weer trotseerde…