Menu

Onderdeel van Pixfactory

Ecologische voetafdruk van een natuurfoto

Scrollend door Facebook en Instagram kreeg ik zowaar last van een heuse jetlag. Op een uur tijd vloog ik met bevriende fotografen mee naar Costa Rica en Svalbard, om vervolgens met weer andere vrienden mee te genieten van Zuid-Afrika en Groenland. Kolibries, ijsberen, leeuwen en muskusossen volgen elkaar op als in een slecht georganiseerde dierentuin. Toen de duizeligheid een beetje weg begon te trekken, kwamen er vragen in de plaats. Hoe kunnen wij als verantwoorde natuurfotografen het verantwoorden om met milieubelastende vliegtuigen de wereld rond te trekken om wat beestjes te fotograferen? Wat is eigenlijk de ecologische voetafdruk van onze portfolio’s?
Een vlinderlibel uit Thailand. Als libellen-freak stond deze zeer hoog op m’n bucketlist. Fotograaf: Filip van Boven

Hand in eigen boezem

Laat het duidelijk zijn, deze column is geen kritiek op anderen. Ik maak me er zelf ook, meermaals per jaar zelfs, schuldig aan. Maar ik stel ook mijn eigen acties steeds weer in vraag. Zo heb ik eens twaalf uur in een vliegtuig gezeten om een kleine 10.000 kilometer verder in Thailand op zoek te gaan naar libellen en juffers. Om soorten te gaan fotograferen die door lokale natuurfotografen al duizenden keren zijn gefotografeerd. En wat zouden zij graag eens naar België komen voor een watersnuffel, koraaljuffer of grote keizerlibel. Rare snuiters toch… die natuurfotografen. En wat met de kortere reisjes die relatief gezien eigenlijk nog vervuilender voor het milieu zijn. Spanje, Finland, Gran Canaria, Bulgarije, Turkije, overal ben ik naartoe gereden of gevlogen om m’n libellen-en-juffers-portfolio aan te vullen. Maar wat is de ecologische voetafdruk van mijn leuk projectje? En wil ik dat eigenlijk wel weten?

De Siberische waterjuffer, een zeldzame juffer uit de Alpen. Fotograaf: Filip van Boven

Het wordt gekker en gekker

Naarmate ik steeds meer libellensoorten heb gefotografeerd, staan nu nog enkel de ‘speciallekes’ op de afvinklijst. De moeilijkere soorten dus die niet zomaar overal voorkomen. Zo heb ik eens een column geschreven over de bijna epische zoektocht naar de azuurglazenmaker (dit leuke verhaal met al dan niet goed einde vind je trouwens hier). Nog specialer is bijvoorbeeld de Siberische waterjuffer. Een oostelijke soort die tot in Japan voorkomt, maar in Europa enkel als relictpopulatie voorkomt in slechts een aantal vennen in Oostenrijk. Het was dan ook nog eens geen gemakkelijke soort die trots voor je lens kwam poseren. Nee hoor, bovenstaande opname heb ik enkel kunnen maken omdat dit mannetje zichzelf net uit een spinnenweb had bevrijd en z’n vleugels nog niet helemaal in hun plooi zaten. Slechts één echt goede foto dus van mijn doelsoort. Wel 8,5 uur voor in de auto gezeten en 800 km gereden. Heen… Nu ja, ik heb er ook nog de taigaglanslibel voor ’t eerst gefotografeerd dus toch niet compleet idioot, nietwaar?

Na 4 verschillende vervoersmiddelen stond ik eindelijk oog in oog met de prachtige papegaaiduiker. Fotograaf: Filip van Boven

Ter land, ter zee en in de lucht voor de papegaaiduiker

En vroeger was het al niet beter hoor. Bovenstaande foto heb ik ondertussen acht jaar geleden genomen. Als allround natuurfotograaf zoals ik er vroeger één was, wilde ik uiteraard ook de magisch uitziende papegaaiduikers wel eens door een lens bekijken. Zo gezegd, zo gedaan en met een bevriend koppel natuurfotografen gaan we een week op jacht naar plaatjes van papegaaiduikers, jan-van-genten en alken. Met de trein naar Charleroi, het vliegtuig naar Dublin, de gehuurde auto naar Kilmore Quay en de boot naar Saltee Island. Qua afvinken van vervuilende vervoersmiddelen kan dat al tellen hè. Maar wat een zalige week was het. Die papegaaiduikers moet inderdaad iedereen wel eens gezien hebben. En kijk, het was niet voor niets, de foto’s doen nog steeds dienst bij een column over hoe al dan niet verantwoord al die vervoersmiddelen wel zijn. Het doel heiligt de middelen, toch?

Blauwe reigers worden in de winter bijgevoerd in het park. Fotograaf: Filip van Boven

De tijd van toen

Nu ja, als ik nog verder in de tijd ga, was het misschien toch wel beter. Als beginnend fotograaf dacht ik namelijk niet aan reizen of het milieu. Ik ging reeën fotograferen waar ik als natuurarbeider werkte en als stadsbewoner trok ik in de weekends naar parken om eenden, koeten en reigers te fotograferen. Maar dan gebeurt het… Je wilt ook wel eens een buizerd fotograferen dus ga je met een camouflagenet en een van straat geplukte dode duif ergens in een wei plat op de buik in de sneeuw liggen. Diezelfde camouflagedoek hing je over een zelfgemaakte constructie van piepschuim en verwarmingsbuizen om oog in oog te komen met een watersnip. Wat waren we toen toch handig en creatief. Maar op die manier evolueer je dus en wil je steeds andere soorten voor de lens. En plots ga je voor ’t eerst met een vliegtuig op reis om een aantal vogels te gaan fotograferen. Laat het even doordringen. Niet meer met de fiets naar het park hoor, nee, met een heus vliegtuig naar een ander continent als het even kan om daar een vogel te fotograferen die een zwarte oogstreep meer of minder heeft dan die vogel in het park achter de hoek.

De groene haaklibel: Een persoonlijke must-see op mijn bucketlist. Fotograaf: Filip van Boven

De bucketlist of het milieu?

En zo evolueert volgens mij elke natuurfotograaf. We zijn misschien niet allemaal soortenjagers maar we hebben toch allemaal een bucketlist nietwaar? Voor mij staan er nog prachtige libellensoorten op de lijst in Afrika, Azië. Maar ook soorten waar ik niet meteen de beste beelden van hoef te maken, maar die ik wel gezien wil hebben. In het wild uiteraard en dus in hun biotoop. Ik denk aan walvishaai, tijger, ijsbeer. Iconische soorten waarvan ik bij m’n laatste adem misschien spijt zou hebben dat ik ze nooit heb kunnen bewonderen. En nu komt mijn besluit en laatste twee vragen. We zijn als natuurfotografen en –liefhebbers ongetwijfeld allemaal bekommerd over het milieu en bezorgd over de toekomst. Maar zijn we tegelijk niet heel creatief in het verantwoorden van die vliegtuigreizen? En misschien zelfs egoïstisch, wetend dat we ze beter niet zouden doen maar ze toch doen?

Geef een reactie

8 reacties

  1. Ik ben op weg naar de 70 jaar (en dat gaat heel snel) en heb nog nooit een vliegtuig vanbinnen gezien. In mijn tuintje heb ik al meer dan 1000 soorten gefotografeerd en gedocumenteerd, voor mooie natuur hoef je niet altijd verre reizen te maken. Ik ben vele jaren natuurgids geweest en als ik met mensen op pad ging in een natuurgebied dichtbij, als ik dan mooie dingen liet zien, dan kreeg ik steevast te horen dat ze dat nog nooit gezien hadden en nog wel zo dichtbij huis!
    Ik ga zeker niet zeggen wat andere mensen moeten doen, ik begin bij mij zelf.

  2. Beste Filip, ik vind uw generalisatie eigenlijk nogal aanmatigend: “zo evolueert volgens mij elke natuurfotograaf”, “allemaal een bucketlist” en allemaal bekommerd om natuur en milieu terwijl we lekker egoïstisch doorvliegen….
    Ik voel mij niet aangesproken, blijkbaar ben ik niet geëvolueerd maar in een lab o.i.d. uitgevonden. Een emmerlijst heb ik niet en in toch minstens 35 jaar ben ik, zelfs zonder vliegtuig, niet op vakantie geweest maar heb wel 100-en nieuwe soorten en gedachten voor mezelf ontdekt en gekiekt, ben ervan overtuigd dat ik daar binnen fietsafstand (rechtsaf richting zeehonden, linksaf richting venwitsnuit- en allerlei andere libellen) nog bij lange niet mee klaar ben terwijl ik ook totaal niet meer bezorgd ben om het overleven van de natuur; die gaat zonder mensen gewoon door en mist er niets aan.

    “De kwetsbare natuur” is namelijk verzonnen door mensen! Uiteraard is het wel zo dat we in een tijd van groot uitsterven leven, dat ook abiotische zaken ineens veel sneller dan van nature te verwachten veranderen, dat het doen en laten van mensen daar wezenlijk oorzaak van zijn. Echter, op zich is het een topprestatie van één (1!) suïcidale diersoort het binnen ca. 200 jaar voor elkaar te krijgen een hele planeet vooral voor zichzelf te verkloten, weer eens wat anders dan een asteroïde inslag maar soorten zijn “de natuur” niet.

    En ik neem niemand iets kwalijk want we zijn zelf ook allemaal natuur.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

8 reacties

  1. Ik ben op weg naar de 70 jaar (en dat gaat heel snel) en heb nog nooit een vliegtuig vanbinnen gezien. In mijn tuintje heb ik al meer dan 1000 soorten gefotografeerd en gedocumenteerd, voor mooie natuur hoef je niet altijd verre reizen te maken. Ik ben vele jaren natuurgids geweest en als ik met mensen op pad ging in een natuurgebied dichtbij, als ik dan mooie dingen liet zien, dan kreeg ik steevast te horen dat ze dat nog nooit gezien hadden en nog wel zo dichtbij huis!
    Ik ga zeker niet zeggen wat andere mensen moeten doen, ik begin bij mij zelf.

  2. Beste Filip, ik vind uw generalisatie eigenlijk nogal aanmatigend: “zo evolueert volgens mij elke natuurfotograaf”, “allemaal een bucketlist” en allemaal bekommerd om natuur en milieu terwijl we lekker egoïstisch doorvliegen….
    Ik voel mij niet aangesproken, blijkbaar ben ik niet geëvolueerd maar in een lab o.i.d. uitgevonden. Een emmerlijst heb ik niet en in toch minstens 35 jaar ben ik, zelfs zonder vliegtuig, niet op vakantie geweest maar heb wel 100-en nieuwe soorten en gedachten voor mezelf ontdekt en gekiekt, ben ervan overtuigd dat ik daar binnen fietsafstand (rechtsaf richting zeehonden, linksaf richting venwitsnuit- en allerlei andere libellen) nog bij lange niet mee klaar ben terwijl ik ook totaal niet meer bezorgd ben om het overleven van de natuur; die gaat zonder mensen gewoon door en mist er niets aan.

    “De kwetsbare natuur” is namelijk verzonnen door mensen! Uiteraard is het wel zo dat we in een tijd van groot uitsterven leven, dat ook abiotische zaken ineens veel sneller dan van nature te verwachten veranderen, dat het doen en laten van mensen daar wezenlijk oorzaak van zijn. Echter, op zich is het een topprestatie van één (1!) suïcidale diersoort het binnen ca. 200 jaar voor elkaar te krijgen een hele planeet vooral voor zichzelf te verkloten, weer eens wat anders dan een asteroïde inslag maar soorten zijn “de natuur” niet.

    En ik neem niemand iets kwalijk want we zijn zelf ook allemaal natuur.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Filip van Boven

Filip van Boven

Filip van Boven is een macrofotograaf met een passie voor libellen. Hij doorkruist daarvoor heel Europa, waarbij natuurbeleving steeds primeert.

Meer columns van deze auteur

Deze artikelen vind je vast ook interessant: