Wasplaten en aardsterren
Zo zijn er de puntmutswasplaat, het papegaaizwammetje en het sneeuwzwammetje. Geen rood met witte stippen maar bijna van kaarsvet geboetseerde, prachtig gekleurde kleine paddenstoelen van duingraslanden. Het zijn paddenstoelen die goed tegen de kou kunnen en zelfs enkele nachten met vorst zijn geen probleem. Verdroging is wel een probleem, vandaar dat je ze niet in de droge zomer maar aan het eind van het jaar vindt op vochtige, voedselarme, door konijnen kort gegraasde, duingraslanden.
Een andere, wonderlijke groep zwammen zijn de buikzwammen. Deze soorten doen hun uiterste best om door de korte vegetatielaag heen te breken. Het gesteelde stuifballetje doet dit door het kleine balletje met sporen op een steeltje boven de moslaag uit te steken.
De prachtige gevormde aardsterren zijn lomper in hun strategie. Zij duwen zich met forse slippen boven de vegetatie uit. Dat gaat met zoveel geweld dat de bollen vol sporen zelfs los komen te staan van de ondergrond en, al sporen spuwend, van de helling kunnen rollen. Zoals bij de wasplaten kennen ook de aardsterren weer prachtige namen als kop- en schotel, gekraagde aardster en peperbus.
Die hards
Maar liever dan deze mycologische pareltjes, zijn me uiteindelijk de mossen in het Nationaal Park Hollandse Duinen. De herfst is wat mij betreft namelijk hét seizoen van de mossen, veel meer nog dan dat van de paddenstoelen. Als alle grote kruidachtige planten klaar zijn met hun voortplantingsseizoen, dat opzichtige gedoe met bloemen, bijtjes en zaadjes, dan zijn de die hards van het duin aan de beurt: de mossen.
Mossen hebben vocht en wind nodig om zich voort te planten. En in de herfst vind je dat in overvloed. Als mossen vochtig zijn, kunnen de zaadcellen van de mannelijke planten de eicellen van de vrouwelijke planten bereiken en vormen zich sporen. Bij droog weer worden die door de wind of door een herfststorm meegevoerd om elders weer een plekje te vinden om te groeien.
De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat sommige soorten mos zich ook in voorjaar of zomer voortplanten, maar bij de meeste soorten vindt de voortplanting in de herfst en winter plaats.
Held onder de mossen
Mossen gaan sowieso op een bijzondere manier om met vocht. Ze nemen namelijk voedingstoffen en vocht op via hun blaadjes en niet via wortels. Je kunt dat zelf in de duinen zien als je op een droge dag langs het pad een bruin plakkaat mossen tegenkomt op een zuidhelling. Zo’n barre helling waar de wind vol op los gaat en in de zomer de zon stevig op kan branden. Op een dergelijke zuidhelling staat wat mij betreft de held onder de mossen: het groot duinsterretje. Bruin knisperend op droge dagen maar als je een klein beetje water op het mos sprenkelt, kleurt het onmiddellijk prachtig groen en komt de fotosynthese op gang.
In de herfst levert dat vooral prachtige beelden op als het licht over de hellingen strijkt. Vele tinten groen kleuren Nationaal Park Hollandse Duinen. Het duinsterretje is, zoals zijn naam al zegt, een typische duinsoort. En om deze soort en de vele bijzondere mossen en paddenstoelen te behouden is het van belang dat de duinen open blijven en niet vol groeien met stikstofminnende grassen en struiken. Om dat voor elkaar te krijgen, werken we regelmatig aan allerlei projecten voor het behoud van de prachtige natuur die Zuid-Holland rijk is. Ik hoop dat je er ook deze herfst weer van komt genieten.
Een wandeltip is het Natura 2000 gebied Coepelduynen van Staatsbosbeheer. Tussen Katwijk en Noordwijk waar je tussen 15 augustus en 15 maart vrij kunt struinen. Naast mossen en paddenstoelen kun je je hart ophalen aan het spectaculaire landschap vol stuifkuilen, hellingen en valleien. De wind vormt er magnifieke zandsculpturen en ik weet geen plek waar je meer tinten groen kun vinden.