Soorten flitsers
Veel camera’s zijn uitgerust met een ingebouwde flitser. Die is met name goed bruikbaar als invulflits, maar schiet tekort voor veel andere toepassingen. Met een losse flitser heb je veel meer mogelijkheden wat flitsrichting betreft, en bovendien meer flitskracht. Zo’n flitser kun je direct op de camera zetten, maar je kunt hem ook los gebruiken. Een ingebouwde slave-functie, waarmee je de flitser draadloos kunt gebruiken, is erg handig als je zij- of tegenlicht wilt gebruiken of met meerdere flitsers werkt.
Speciaal voor macrofotografie zijn flitsers ontwikkeld met (meestal twee) flitskoppen die voor aan de lens worden gemonteerd om op zeer korte afstand te kunnen werken. Bij een ringflitser zit de flitser als een ring om de lens heen, zodat je een egale belichting van het onderwerp verkrijgt.

Een aangepaste verdeling van de hoeveelheid licht over de linker- en rechterkant is meestal wel mogelijk voor enige schaduwwerking. Andere macroflitsers maken gebruik van twee losse flitskoppen voor aan de lens. Een dergelijk systeem is flexibeler: richting en kracht van de beide flitskoppen kunnen beter afgesteld worden, en de flitskoppen kunnen meestal los van de camera gebruikt worden. Dat vergroot de mogelijkheden enorm.

TTL of handmatig
Standaard zijn flitsers ingesteld op automatische belichting. De camera bepaalt de belichting door de hoeveelheid flitslicht te meten die door de lens valt (DDL, in het Engels TTL – through the lens). De camera houdt rekening met alle instellingen zoals het diafragma. Het doet er ook niet toe of de flitser is ingebouwd, los op de camera is gemonteerd of dat er meerdere flitsers worden gebruikt, de camera meet het allemaal.
Dat wil echter niet zeggen dat je geen controle hebt over het flitslicht. Vanzelfsprekend bepaal je zelf hoe je de flitsers richt, maar je kunt ook de flitskracht beïnvloeden via de flitscompensatie. Dat werkt op een soortgelijke manier als de belichtingscompensatie, maar deze laatste regelt de totale belichting van de foto, terwijl de flitscompensatie alleen het flitslicht beïnvloedt. Als je vol flitst, en het omgevingslicht dus geen rol speelt, hebben beide hetzelfde resultaat.
Het is meestal ook mogelijk om op de flitser(s) de flitskracht handmatig in te stellen. De hoeveelheid flitslicht is dan onafhankelijk van de instellingen van de camera. Volle flitskracht is daarbij 1/1, halve kracht is 1/2 enz. Dit lijkt misschien onhandig, maar het kan heel nuttig zijn, met name als je wat creatiever aan de slag gaat met flitsers en veel controle over het flitslicht wilt hebben. Denk hierbij onder meer aan het gebruik van tegenlicht.

Vol flitsen
Het probleem van te weinig omgevingslicht treedt op als er geen zon is, je in de schaduw werkt, ’s nachts, of als je meer wilt diafragmeren voor meer scherptediepte. In zulke gevallen kunnen flitsers uitkomst bieden. Normaal gesproken zijn ze krachtig genoeg om de volledige belichting over te nemen en de sluitertijd te verkorten. De camera heeft hiervoor een speciale instelling: de zogenaamde flitssynchronisatietijd. Dit is de kortste sluitertijd waarbij de sluiter volledig is geopend (meestal tussen 1/60 en 1/250 seconde). Bij een kortere sluitertijd wordt de sluiter niet geheel geopend, waardoor de foto slechts gedeeltelijk wordt belicht en er zwarte banden in het beeld komen. Bij een langere sluitertijd bestaat het risico op beweging en invloed van omgevingslicht. Dit laatste kun je echter ook juist benutten.
Flitsen recht van voren geeft meestal minder mooie resultaten. Dat gebeurt vanzelfsprekend met een ingebouwde flitser, maar ook met een losse flitser die op de camera is gemonteerd. Het licht dat ontstaat is vaak erg contrastrijk en de kans op reflecties is groot, wat overbelichting van delen van het onderwerp tot gevolg heeft.

Flitsdiffusers
Om hard flitslicht te voorkomen kun je een flitsdiffuser ofwel softbox gebruiken, een soort kapje van doorschijnend wit materiaal dat je op je flitser monteert. Het heeft hetzelfde effect als een diffusiescherm dat je gebruikt om hard zonlicht te verstrooien. Flitsdiffusers zijn in veel varianten te koop, maar ook eenvoudig zelf te maken van witte stof of papier, of een plastic bekertje. De truc is dat je het flitslicht verzacht door het flitsoppervlak te vergroten en zodoende een gelijkmatige belichting krijgt, zonder al teveel contrast.

Invulflits
Naast vol flitsen is de meest gebruikte toepassing de invulflits. Hierbij maak je zowel gebruik van omgevingslicht als van flitslicht. Het omgevingslicht is meestal het hoofdbestanddeel. De flitser dient om bijvoorbeeld een schaduw op te lichten, of je onderwerp net iets extra licht te geven, waardoor er meer aandacht naar uit gaat. Ook kun je een invulflits gebruiken voor een lichtje in de ogen van dieren. Dit wordt veel gebruikt bij vogels, maar in de macrofotografie kun je het ook toepassen, bij dieren met een helder oog, zoals amfibieën, reptielen en kleine zoogdieren.
In bijna alle gevallen is de standaardhoeveelheid flitslicht teveel. Met de flitscompensatie breng je de hoeveelheid licht terug, vaak 1, soms wel 2 stops om een uitgebalanceerde belichting te krijgen.
Als je de flitser aanzet, stelt de camera vaak automatisch de flitssynchronisatietijd in (1/60 -1/250s). Dat is prima voor het flitslicht, maar soms te kort voor het omgevingslicht. Om beter gebruik te maken van beide lichtbronnen kun je ook flitsen met langere sluitertijden. Stel de camera dan in op flitssynchronisatie bij lange sluitertijden, ook wel ‘slow’ genoemd. Je kunt de camera ook handmatig instellen op een langere sluitertijd. Bewegingsonscherpte ligt dan wel op de loer, dus werk bij voorkeur vanaf statief.

Meerdere flitsers
Met meerdere flitsers heb je weer andere mogelijkheden: je kunt slagschaduwen inflitsen, en licht van meerdere kanten laten komen. Je kunt het onderwerp goed belichten en tegelijkertijd gebruik maken van achtergrond- of tegenlicht.
Voor het monteren van extra flitsers zijn allerlei beugels in de handel. Je kunt ze ook op een los statief plaatsen of vasthouden als de camera op statief staat. Het aansturen van de extra flitsers kan met kabels, maar dat is wel onhandig en de kans op problemen door kabelbreuken en slechte contacten is groot. Bij de meeste merken is het mogelijk de flitsers draadloos met elkaar te laten communiceren, zowel voor TTL belichting als manueel. Je kunt dan één flitser – dat kan de ingebouwde flitser zijn – als ‘master’ of ‘commander’ de andere (‘slaves’) laten aansturen. Vaak vindt de communicatie plaats met lichtsensoren, die zijn ingebouwd of los verkrijgbaar. De flitsers moeten elkaar wel ‘zien’, en dit werkt dus niet als een flitser te ver weg of ergens achter staat. Duurder en betrouwbaarder is het om met losse radiotriggers te werken. Omdat ze met een radiosignaal werken, hoeft er geen zichtverbinding tussen de flitsers te zijn. Een combinatie van triggers en slaves is ook mogelijk.

Tegenlichtflits
Flitsen met tegenlicht geeft vaak spannende dramatische foto’s. Het is echter niet altijd eenvoudig om dit te realiseren, vanwege de grote kans dat flitslicht op de lens valt en een lichtzweem (flare) ontstaat. Het helpt als je op de lens een lange zonnekap gebruikt. Op de flitser kun je ook een soort zonnekap gebruikt, een snoot, om het flitslicht te bundelen. Je kunt die eventueel zelf maken van karton.
Richt de flitser schuin van achteren op het onderwerp. Niet recht van achteren, want dan flits je in de lens. Je kunt gebruik maken van TTL belichting, maar het geeft meer controle als je de flitser handmatig instelt. De camera heeft er namelijk moeite mee om tegenlicht goed te meten. Vanzelfsprekend zijn de instellingen afhankelijk van het aanwezige licht, maar een richtlijn is om een flitskracht van 1/16 te gebruiken bij F8, 1/250s en iso 100.

5 reacties
Je kunt ook een workshop volgen bij
Macrobymarit
Bestaat er een praktijkcursus gericht op macrofotografie waarin je precies dit kunt leren van iemand (niet online)?
Bij Leon Baas.
Johan van der Wielen geeft elk jaar in oktober twee workshops flitstechnieken.
Fotograferen met flitser vraagt toch erg veel oefening en dan nog blijft het een moeilijk iets. De voorbeeldfoto’s zijn wel erg mooi!
Brigitte