Met het fotograferen met een infrarood filter kun je hele verrassende en onverwachte resultaten behalen. Licht wordt namelijk door elk voorwerp op z’n eigen manier geabsorbeerd en weerkaatst. Bij infrarood licht is dit niet anders. Maar het leuke hierbij is dat er geen verband bestaat tussen het weerkaatsen van infrarood licht en de kleuren zoals wij deze waarnemen. De aard van het materiaal dat het infrarood licht weerkaatst is namelijk bepalend. Groen gras heeft in infrarood een andere tint dan een groene vuilcontainer. Daarom zal een infraroodopname onvoorspelbaar afwijken van datgene wat wij met het blote oog zien.
Infrarood licht is voor ons niet met het blote oog waarneembaar. Een deel van het infrarode licht ervaren wij als warmte. Om het infrarode licht zichtbaar te maken bestaan er speciale infrarood filters. Deze houden het zichtbare licht tegen, maar laten het infrarode licht door. Koop alleen filters die alles boven de 720 nanometer (nm) blokkeren. Dit is het ‘nabij infrarood gedeelte’. Alleen zo weet je dat echt al het zichtbare licht (400-700 nm) geblokkeerd wordt.
Omdat de reguliere digitale fotocamera’s een filter voor de sensor hebben dat infrarood licht juist zoveel mogelijk tegenhoudt, zal je bij infraroodfotografie met langere sluitertijden moeten werken.
De foto die je maakt met een infrarood filter zal vooral roze, rood of paars zijn. Lichte delen in zichtbaar licht kunnen nu donker zijn of andersom. Een veelgebruikte bewerking is het in nabewerking omdraaien van de kleurkanalen rood en blauw. Hierdoor wordt bijvoorbeeld de lucht die in het origineel bruinrood is mooi donkerblauw. Bij Photoshop zet je in de kanaalmixer het rode kanaal op 100% blauw en het blauwe kanaal op 100% rood. Infrarood foto’s lenen zich ook heel goed voor de omzetting naar zwart-wit. Je bent dan de onnatuurlijke kleuren kwijt. Maar het lichtspel blijft nog steeds verrassend.
Nog wat praktische tips:
- Bij infraroodfotografie werkt de autofocus niet goed. Bij het fotograferen met een groothoeklens met veel scherptediepte (groot diafragma getal) heb je hier minder problemen mee dan bij het fotograferen met een telelens met weinig scherptediepte. Handmatig scherpstellen is een optie.
- Met een infraroodfilter wordt je lichtmeter onbruikbaar. Om infrarood licht op te vangen heb je een langere sluitertijd nodig. Ook overdag bij fel zonlicht. Denk hierbij aan een sluitertijd van 10 seconden.
- Hard zonlicht en een strakblauwe lucht zijn een voordeel bij infraroodfotografie.
- De witbalans kun je het beste handmatig instellen.
Voor alle vier de tips geldt dat je de juiste instellingen het beste kunt vinden door het maken van proefopnamen.
Kijk voor meer mooie voorbeelden van infrarood fotografie van fotograaf Richard Corkrey ook eens op zijn website: www.richardcorkreyphotography.co.uk.
Eén reactie
Ik denk dat er een storende fout in het artikel staat. er staat:
“Koop alleen filters die alles boven de 720 nanometer (nm) blokkeren.”.
Dat moet zijn: koop alleen filters die alles onder de 720 nm blokkeren. Of:
koop alleen filters die alles boven de 720 nm doorlaten.
Zichtbaar licht zit tussen de 400-700 nm en dat willen we bokkeren.
IR zit boven de 700 nm en dat willen we juist doorlaten.