In dit dorpje wonen allang geen mensen meer. Het is verlaten en uitgestorven. Het speelt zich niet af in deze tijd. Het is zelfs niet in Nederland. Ik neem je graag mee naar één van de meest indrukwekkende fotolocaties die ik het afgelopen jaar heb bezocht. En ik kies er niet voor niets voor om juist nú deze locatie en deze ervaring met jullie te delen. Ik denk er veel aan terug de laatste weken. De wereld staat op haar kop. Mensen trekken zich terug uit angst voor een onzichtbare dreiging, terwijl de natuur zich daarentegen in al haar prille lente-enthousiasme uitbundig laat zien.
Ik neem je mee naar vrijdag 26 april 2019. Het is precies 33 jaar na de ontploffing in de kerncentrale van Tsjernobyl. Zowel in de Oekraïne als in Wit-Rusland werd na die ramp een groot gebied voor altijd onbewoonbaar verklaard. De zogenaamde exclusion zone. Door de aanwezige straling, mag hier nóóit meer iemand wonen. Ik ben onderdeel van de eerste groep toeristen die dit gebied in Wit-Rusland mag bezoeken. Geen grote steden, geen pretparken, geen grote appartementencomplexen. Dit deel van the zone bestaat uit kleine dorpjes en eenvoudige huisjes met hier en daar een kolchose (grote collectieve boerderij).
Naast mijn fascinatie voor de kleine levende natuur, is een beetje melancholie me niet vreemd. Waarschijnlijk heb ik daarom een voorliefde voor vergankelijkheid ontwikkeld. Geen dode dieren, maar wel vergane bloemen, roestig metaal en afgebladderde verf. Ik kan het niet voorbij lopen, zonder mijn macrolens erop te richten. Toen ik eind 2018 op een urbex-reis naar het zuiden van Wit-Rusland stuitte, heb ik dan ook geen seconde getwijfeld en me aangemeld.
En zo loop ik dus in no man’s land. Een paar minuten geleden zijn we uit een oude Russische bus gestapt. De chauffeur heeft ons afgezet langs de hoofdweg van één van de vele dorpjes die verlaten en geplunderd zijn achtergebleven in het landschap. Als ik om me heen kijk, bekruipt me het gevoel dat ik op de filmset van een post-apocalyptische kaskraker sta. Ik draai me om naar mijn nieuw verworven fotomaatjes en weet dat zij hetzelfde voelen.
Vogeltjes fluiten hun mooiste liedje. Bijen, wespen en hommeltjes zoemen om het hardst. In het hoge platgevallen gras, duiken hagedisjes ritselend weg. Zo stil en doods als ik had gedacht dat het zou zijn, zoveel leven is er nog in dit verlaten gebied. Ik zet voorzichtig een paar stappen. Behoedzaam lopen is geen overbodige luxe hier. Je weet nooit waar je in het hoge gras plotseling je voeten op zet; roestige grote spijkers, pannen, glasscherven…
Het is een surreëel gevoel. Rondlopen in een gebied waar het nóóit veilig zal zijn om te wonen. De straling is een onzichtbare dreiging. Geen enkel zintuig neemt haar waar. Je ziet, hoort, ruikt, voelt en proeft haar niet. En toch is ze er. Het mag niet verwonderlijk zijn dat ik de laatste weken regelmatig terugblik op deze reis.
Na de eerste onwennige stappen, begint de rust en stilte zowaar te wennen. Een wereld zonder mensen betekent dat de natuur alle ruimte krijgt. Ze floreert. Na 33 jaar kun je geen grote dikke bomen verwachten die de daken van de huizen doorklieven, maar ze doen hun best. Struikjes en klimplanten overwoekeren langzaam de huisjes die ooit bewoond werden door families met dromen en idealen. Vogels bouwen nestjes tussen de planken onder het plafond en overal zoemen insecten rond de bloesem die rijkelijk bloeit.
Het verkennen en fotograferen van verlaten en geplunderde gebouwen klinkt heel avontuurlijk. Maar ik durf best toe te geven dat ik nogal een held op sokken ben. Ik heb wat af staan zweten terwijl ik oude planken hoorde kraken onder mijn voeten of nog enger: natte rotte planken die doorbuigen bij elk stap die je erop zet! Maar uiteindelijk won mijn nieuwsgierigheid het toch steeds weer.
En gelukkig maar, want ik had deze ervaring niet willen missen! Ik heb een wereld gezien, zoals weinige hem ooit gezien hebben. Ik heb met mijn eigen ogen kunnen aanschouwen, hoe de natuur het landschap overneemt als de mens zich er een tijd niet mee bemoeit. Ik heb mijn melancholisch gemoed kunnen voeden met beelden en ervaringen. En ik heb me verwonderd over de schoonheid, de sereniteit en de veerkracht van de ‘verlaten’ natuur. Zij redt zich wel. En is wellicht zelfs beter af is zonder ons…
Terug naar het heden
Ik maak weer een sprongetje naar het heden. Net als de mensen in de omgeving van Pripjat bijna 34 jaar geleden zijn we erg waakzaam voor iets dat we niet kunnen zien. Het zit nu gelukkig niet overal in de lucht en in de grond en daarom mogen wij blijven wonen waar we wonen. We hebben ons enkel neer te leggen bij een zogenaamde intelligente lockdown. Begrijp me niet verkeerd! Ik besef me terdege dat dit voor veel (kwetsbare) mensen in ons land een hele moeilijke tijd is. En daarom prijs ik mezelf extra gelukkig dat ik zo nog even een ommetje kan maken met de camera. Gulzige bijtjes, waggelende hommeltjes en fanatieke springspinnetjes verdrijven mijn zorgen en gepieker tijdelijk uit mijn hoofd. Ik hoop dat jij in deze maanden ook regelmatig de helende en relativerende werking van de natuur ervaart en er met de camera op uit kan!
11 reacties
Wat een spannend verhaal Janneke. Met ontzag gelezen dat je daar naar toe durft!
Hoi Janneke. Wat heb je dit weer mooi verwoord. Kan mij levendig inbeelden dat deze reis zeer confronterend was. Heb onlangs de bestseller van de serie over Tsjernobil gezien en was zeer beklijvend. Ik ga, hopelijk, in november naar daar. Kijk er naar uit maar besef dat het voor de rest van mijn leven in mijn geheugen zal gegrift staan. Knappe tekst en foto’s
Wat een boeiend verhaal. Heerlijk om te lezen en wat een prachtige foto’s. Die vervallen huisjes en mooie natuur. Ook nu hebben wij geluk dat we mogen genieten van de natuur en in deze foto’s mogen maken. Bedankt voor je verhaal.
Dank je wel, Regina! Ja, het is zo fijn dat we er gewoon lekker uit kunnen/mogen om de natuur in te gaan met de camera (of zonder ;-)). Ik heb de laatste tijd ook veel foto-rondjes gemaakt… heerlijk! Fijne zondagavond nog! 🙂