Menu

Onderdeel van Pixfactory

Geniet van de lente met de Basisgids Stinzenplanten

Heb je na de winter ook zo zin in de lente? Zodra de temperatuur iets omhoog gaat pronken al snel de eerste bloemetjes boven de kale bodem. Meestal zijn het de stinzenplanten die je het echte lentegevoel bezorgen. Stinzenplanten zijn verwilderde knol-, bol- en wortelgewassen die vanaf de zestiende eeuw zijn ingevoerd in ons land. Van oorsprong groeiden ze rond kastelen, borgen en buitenplaatsen. Sneeuwklokje en bonte krokus zijn bekende voorbeelden, maar ook winterakoniet, holwortel en bostulp behoren tot deze planten.

De Basisgids Stinzenplanten brengt alle in Nederland bekende stinzenplanten voor het eerst bijeen in een gids gericht op herkenning in het veld. In de gids tref je 120 soorten aan, hoofdzakelijk echte stinzenplanten, maar ook enkele begeleidende soorten die je vaak in dezelfde milieus aantreft. Dat maakt wel meteen nieuwsgierig, hoeveel ‘echte’ stinzenplanten staan er dan in de gids? Dat blijken er net geen 80 te zijn. Daarnaast staan er in het boek 25 begeleidende soorten. Een eenvoudige rekensom leert dat je dan in ieder geval niet aan 120 soorten komt.

 

Achterin het boek staat een lijstje van niet opgenomen soorten, met daarin onder andere Amerikaans vergeet-mij-nietje, geitenbaard en stinkend nieskruid (terwijl deze wel degelijk in ons land voorkomt). Ze zijn niet opgenomen vanwege de ‘beperkte ruimte’. Jammer, want die ruimte is er wel degelijk. Hoe aardig (en soms handig) ook, de gids gaat over stinzenflora, dus begeleidende soorten als kleine brandnetel, hondsdraf en fluitenkruid hadden van mij achterwege mogen blijven. Als je dan toch keuzes moet maken…

Dat is eigenlijk wel het enige puntje van kritiek. De gids ziet er werkelijk fantastisch uit. Geen suffe determinatieplaatjes, maar oprecht goede foto’s. Uiteraard zijn daarop alle kenmerken nog steeds goed te zien. De druk is ook prima, de foto’s sprankelen echt. Iedere soort heeft twee pagina’s toebedeeld gekregen, uitgezonderd de groep exotische stinzenplanten (steeds 1 pagina). Deze groep is relatief nieuw en redt het vaak niet zonder de nodige verzorging door de mens. Turkse lelie en keizerskroon zijn twee fraaie voorbeelden van deze groep.

Per soort zie je een foto van de plant in zijn biotoop (of in ieder geval een groep), vervolgens steeds verder ingezoomd op de bloemen, bladeren, vruchten (indien representatief) en soms ook de bol. De tekst is beknopt, maar bevat alle informatie over de herkenning, bloeiperiode, voorkomen en standplaats. De beschrijving van de verspreiding blijft overigens wel een beetje op regioniveau hangen, een verspreidingskaartje had op eenvoudige wijze veel duidelijk gemaakt.

Conclusie

Met dit boek krijg je nog meer zin in de lente! Dit boek is een echte aanrader voor iedereen die weer wil genieten van de eerste bloemen en wil weten wat er zoal allemaal groeit in de verschillende bossen en landgoederen. Het is daarmee meteen ook een inspirerende gids. Ben je op zoek naar eens wat anders dan de zoveelste bosanemoon, ga dan eens op zoek naar de gevulde bosanemoon of sla het boek gewoon eens op een willekeurige pagina open. Stuk voor stuk zijn de planten meer dan de moeite van het fotograferen waard. Maar waar moet je dan heen? In onze reeks ‘De Mooiste Fotolocaties van Nederland’ kom je veel prachtige plekken met stinzenflora tegen! We pikken er een paar voor je uit.

  • Savelsbos, het Nederlandse sprookjesbos met eindeloze hoeveelheden bosanemoon, daslook, maar ook grotere zeldzaamheden als de gele anemoon.
  • Manteling van Walcheren, een enorme variatie aan verwilderde bollen, met onder andere vingerhelmbloem en vroege sterhyacint.
  • Swifterbos, een onvervalst stukje Zuid-Limburg in de Flevopolder.
  • Hackfort, bekend vanwege zijn krokustapijt.
  • Dekema State, zoals je een landgoed met stinzenflora verwacht, met onder andere eindeloos veel sneeuwklokjes, winterakonieten en holwortels.
  • Alkmaar heeft een speciale stinzenwandeling over de oude vestingswallen en door de Alkmaarder Hout.

In België is het Hallerbos bekend vanwege zijn wilde hyacinten. Ook de omringende bossen zijn meer dan de moeite waard, met naast de hyacinten ook bosanemonen en dasloken. De Hohnbach bij Kelmis is een ander paradijsje met onder andere (echt) wilde narcis. Een complete rotshelling vol narcissen, het blijft een bijzonder gezicht!

Winterakoniet. Fotograaf: Bob Luijks

Boekinformatie

Basisgids Stinzenflora
Pagina’s: 188
Formaat: 16 x 24 cm
ISBN: 9789050117104
Uitgever: KNNV Uitgeverij
Prijs: € 22,95

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Wellicht ook interessant voor u