Dodge en burn, of in correct Nederlands: doordrukken en tegenhouden, zijn twee termen uit de oude analoge doka. Maar ook in nabewerkingssoftware zijn deze gereedschappen aanwezig. De nabewerking blijft vaak beperkt tot het trekken aan uiteenlopende schuifregelaars, zoals contrast, hooglichten of verzadiging. Deze schuifregelaars hebben invloed op de gehele foto. Daardoor blijven delen van de foto net te donker of te licht. Door nog verder aan de schuifregels te trekken maak je immers andere delen van de foto op dat moment te licht of te donker. Met doordrukken en tegenhouden kun je op simpele en efficiënte wijze lokale aanpassingen doen aan je foto.
Met tegenhouden licht je delen van de foto op, met doordrukken maak je ze juist donkerder. In beide gereedschappen kun je een aantal zaken aangeven (onderstaand zijn de opties in Adobe Photoshop, maar ook in andere pakketten zijn gelijkwaardige opties vaak aanwezig):
- Bereik: schaduwen, middentonen of hooglichten. Hier geef je dus aan wat je lichter / donkerder wilt maken. De overige tinten blijven onaangeroerd.
- Belichting: het percentage bepaalt de kracht van het tegenhouden of doordrukken. Hoe hoger het percentage, hoe krachter het effect. Het is aan te raden het percentage laag te houden (tussen de 3 en 10%), zodat je heel geleidelijk het effect kunt bepalen.
- Kwast (brush): met een kwast veeg je over het deel van de foto dat je aangepast wil hebben. Hoe groter de kwast, hoe meer je ineens kunt behandelen. Zet de hardheid op 0% om zachte overgangen re creëren.
- Kleurtint beschermen: door dit vakje aan te vinken voorkom je dat aanpassingen in de partijen te ver doorgevoerd worden. In de praktijk merk ik van deze optie weinig. Voorzichtig te werk gaan blijft dus belangrijk.
Geef een reactie