Camera en standpunt
Meteoren kun je fotograferen met iedere (digitale) camera, maar de beste resultaten zul je krijgen met een digitale spiegelreflexcamera (DSLR).
Gebruik je een automatische compactcamera, kijk dan of er een zogenaamde ‘scéne’ stand op zit en zet die op ‘nachtopname zonder flits’.
Zorg ervoor dat je accu’s goed zijn opgeladen, en neem een zak- of hoofdlamp mee om de camera in het donker te kunnen bedienen. Zet de camera op een statief en richt hem op dat deel van de hemel waar zich ongeveer de radiant van de meteoren bevindt of zorg dat er een bekende heldere ster, planeet of sterrenbeeld zich in het beeldveld bevindt. In het geval van de bekende meteorenzwerm Perseïden waar de aarde midden augustus door heen gaat richt je de camera op het noorden en ligt het voor de hand om de Poolster en Grote Beer in beeld te nemen. Dat is leuk voor de compositie, maar is ook makkelijker om de baan van de meteoor te bepalen. Een mooie boom of andere voorgrond kan natuurlijk ook veel toevoegen aan je opname. Overigens heb je het meeste succes op heldere, zichtbare meteoren als je de radiant ongeveer 35 graden uit het beeldcentrum plaatst.

Instellingen van de camera
- Zet de klok in je camera gelijk (belangrijk voor later onderzoek van de resultaten) en stel de camera in op handbediening (M = manual).
- Stel de lens in op handbediening (autofocus off) en stel scherp op oneindig. Ontbreekt deze instelling, stel dan scherp op een heldere ster of planeet.
- Experimenteer met een iso van 400 tot 1600 iso, een sluitertijd van 10 tot 30 seconden en een vrijwel open diafragma (f/3.5 – f/4).
- Stel de lens in op een brandpuntafstand van 20 tot 35 mm (bij een cropcamera).
- Wolkensluiers geven bij de witbalans op automatisch een rode gloed van de alom aanwezige lichtvervuiling. Zet daarom je witbalans op gloeilamp/tungsten. Dan ben je van die roze-zweem af. De kleur wordt koeler/blauwer, maar daardoor veel natuurlijker.
Bij een groothoekstand van 20 mm ‘vang’ je alleen de helderste meteoren, maar bestrijk je een groter deel van de hemel. Bij een stand van 35 mm leg je ook de lichtzwakkere meteoren vast, maar is je beeldhoek kleiner. Moeilijk dilemma, meerdere camera’s gebruiken als dat kan.
Heb je de smaak te pakken van meteorenfotografie, probeer dan ook eens of je van een zeer heldere meteoor (zogenaamde vuurbol) het nalichtende spoor kunt fotograferen. Hiervoor heb je een matige telelens (80 mm) met grote lichtsterkte (f/2.8) nodig en uiteraard een hoge iso instelling van circa 1600 iso.

Het groen in de staart is mogelijk het gevolg van verbrandend Arsenicum.
Wens?
Volgens het bijgeloof mag je een wens doen wanneer je een vallende ster ziet. Die wens moet je dan wel uitgesproken hebben voor de vallende ster weer is verdwenen. Of het vastleggen van een meteoor op een foto van invloed is op het uitkomen van je wens is nog geen onderzoek naar gedaan.
Meer lezen over sterrenfotografie?
Koop ons Praktijkboek weerfotografie.
Hét standaardwerk over weer- en nachtfotografie. Te koop bij de betere boekhandel en via de webshop.
2 reacties
Beste Gertjan,
Meteoren fotografie gaat prima en misschien wel beter met de moderne digitale systeemcamera’s. Een donkere maanloze helder nacht, 10 tot 30 seconden belichten, iso 800-1600, open diafragma, groothoeklens op oneindig, dat is het recept!
Kan het ook met een digitale systeem camera gedaan worden met een Samsung kan het al Mvg gertjan mees