Cultuurlandschappen
Landschappen die zijn ontstaan door ontginning en landinrichting zoals boerenland of gebieden waar wegen of kanalen een beeldbepalende rol spelen, worden meestal gekenmerkt door regelmatige patronen met rechte hoeken en evenwijdige lijnen. Dit soort landschappen leent zich goed voor een meer abstracte fotografische benadering, waarbij je de strakke, regelmatige, soms ritmische lijnen en vormen probeert te benadrukken en te versterken. Je kunt bijvoorbeeld heel goed evenwijdige lijnen, die in de verte naar elkaar toe lijken te lopen, gebruiken om diepte te accentueren. Of je creëert een krachtig beeld door gebruik te maken van horizontaal lopende lijnen in het landschap.

Probeer door variatie in je standpunt en techniek de aangebrachte strakke orde in een landschap op te zoeken en te dramatiseren. Zo maak je overtuigend de functie van dat landschap zichtbaar.

Voorbeelden uit onze eigen omgeving van cultuurlandschappen die veeleer een natuurlijke, organische indruk maken, zijn bijvoorbeeld glooiende heidevelden. Elders in Europa kun je hierbij denken aan wijngaarden op rivierhellingen zoals langs de Moezel, aan Andalusische, Siciliaanse of Lesbische olijfboomgaarden of aan de beroemde golvende Toscaanse landschappen met cipressen en fruitbomen.

Natuurlijke open landschappen
In Nederland vinden we naast cultuurlandschappen, zoals grote oppervlakten agrarisch gebied, ook natuurlijke of natuurlijk aandoende open landschappen, zoals strandvlaktes, stuifzanden en heidevelden. In het buitenland kun je denken aan landschappen zoals toendra’s of savannes. In een open landschap kun je veel van de lucht laten zien, ideaal voor een populair thema als een zonsondergang. De zonsondergang dankt zijn brede populariteit aan zijn spectaculaire rode en andere warme kleuren. Maar realiseer je wel dat een boeiend landschapsbeeld meer is dan een prachtige oranje lucht met een strook zwart er onder. Vraag je voordat je een opname van een zonsondergang maakt eens af of het totale beeld dat je voor ogen hebt vanaf die plek en met dat objectief, je ook zou boeien zonder al die kleuren. Rond zonsondergang is het trouwens de moeite waard om jezelf eens met je camera om te draaien naar het oosten om het landschap daar, dat het laatste warme licht van de dag ontvangt, vast te leggen.

Met wat geluk (of dankzij goede voorbereiding) zie je daar ook nog eens een uitdagende volle maan opkomen. Bij zonsopkomst kun je fascinerende sfeerplaten maken als je door flarden ochtendnevel of grondmist heen recht tegen de zon in fotografeert. Maar ook zonder die nevels kan het allereerste licht dat op het landschap valt met de opkomende zon in je rug een vrijwel kale vlakte betoveren. Extreem lange schaduwen van alles wat boven het maaiveld uitsteekt zorgen daarbij voor een enorme dieptewerking. Of je daarbij ook je eigen schaduw mee in beeld neemt is – voorzover überhaupt vermijdbaar – een kwestie van smaak.

Vanzelfsprekend kun je natuurlijke open landschappen ook prima fotograferen op momenten dat er in de lucht weinig bijzonders te zien is. Dan laat je de kenmerken van het landschap zelf volledig tot hun recht komen. Nog een stap verder is het volledig buiten beeld houden van de lucht door onder de horizon te blijven. Door die natuurlijke begrenzing weg te laten, kun je de suggestie van eindeloosheid oproepen.

Ook landschappen met korte vegetatie kunnen heel fotogeniek zijn, ook al domineert misschien maar een enkele plantensoort zoals heide of wollegras. Zoek er een mooie (dode) boom of struik bij en je hebt alles wat nodig is voor schitterende foto’s.
Meer lezen over landschapsfotografie?
Koop ons Praktijkboek landschapsfotografie.
Hét standaardwerk over landschapsfotografie.
Te koop bij de betere boekhandel en via de webshop.