Wie is Maarten en hoe is jouw passie voor natuurfotografie ontstaan?
Al van jongs af aan ben ik geïnteresseerd in natuur. Zolang ik me kan herinneren keek ik overal waar ik kwam naar plantjes en beestjes. In mijn studententijd kocht ik mijn eerste camera, maar die verdween daarna in de lade. Ik heb me dan meer dan twintig jaar geëngageerd voor Natuurpunt Gent, om onze weinige resterende natuur te beschermen. Ik was bestuurslid en natuurgids, maar dat laatste evolueerde tot verteller op thematische wandelingen rond midzomernacht en halloween.
Tijdens de coronaperiode herontdekte ik de natuur in ons stadstuintje en kwam de drang om daarover te vertellen. Ik kocht een nieuw toestel en een macrolens, want ik wilde foto’s ter illustratie. Mijn passies voor kleine beestjes, fotografie en vertellen kwamen samen in mijn blog natuurvertelsels, waar ik sindsdien iedere zondag een kort verhaaltje breng met weetjes en foto’s over de natuur vlak voor je neus. Dat zorgt voor een heuse drive, die maakt dat ik altijd maar meer en betere foto’s wil maken. Al bij al ben ik dus maar enkele jaren echt intens met natuurfotografie bezig.
Je werd de winnaar van de categorie Planten en paddenstoelen bij de Groene Camera wedstrijd. Wat is het verhaal achter deze foto?
Ik trek er bijna iedere zondagmorgen op uit, om in het zachte ochtendlicht te fotograferen. Toen ik een opvallend exemplaar van de nevelzwam vond in het natuurgebied Damvallei in Destelbergen, keek ik onmiddellijk of er niet nog een tweede exemplaar stond, want ik gebruik graag herhaling in mijn beelden. Ik vond vlakbij een veel grotere paddenstoel, helemaal bedolven onder bladeren. Pas na verwijderen van de bladeren kon ik ze samen in beeld brengen. Dan was het zoeken en schuiven om een compositie te vinden die voor connectie tussen de paddenstoelen zorgde én waarbij het strijklicht ook nog eens de foto binnenstroomde. Ik bracht de camera heel dicht bij de grootste paddenstoel omdat alleen op die manier ook de tweede paddenstoel groot genoeg in beeld kwam met mijn groothoeklens.
Hoe kies je zulke kanshebbers voor een fotowedstrijd, wat zijn voor jou de voorwaarden?
Ik ga eigenlijk niet actief op zoek naar beelden die kans maken op een wedstrijd, wat maakt dat ik er dan ook niet zoveel heb. Dat maakt de keuze al iets makkelijker! (lacht) Die foto’s moeten niet alleen technisch goed zijn, maar ook een verhaal brengen én iets apart hebben. En hoe weet je of jouw inschatting daarvan overeenkomt met die van de jury? Dat weet je eigenlijk niet, want er is altijd een factor subjectiviteit die meespeelt. Dat maakt het heel lastig kiezen, maar eigenlijk ook wel spannend. Voor deze editie van de Groene Camera koos ik vooral beelden met een opvallend standpunt, zoals van dit hazenpootje tussen even groot lijkende bomen, een beeld dat de eerste selectieronde haalde.
Wat zou je als tip meegeven aan natuurfotografen die twijfelen om mee te doen met een fotowedstrijd?
Je moet eerst en vooral echt wíllen meedoen. Je zal jezelf dus moeten overtuigen. Want meedoen vraagt toch wel wat werk, zonder garantie op succes. Het moeilijkste vind ik om te weten of je foto’s überhaupt een kans maken. Ik vind de uitleg daarover op jullie site heel nuttig, die stelt dat de beelden toch wat origineel moeten zijn. Daarom diende ik bewust ook deze foto in van dode steekmuggen op het water. Je kan dat moeilijk een aantrekkelijk beeld noemen, maar compositie en achtergrond vond ik wel opvallend. Ook deze foto haalde wellicht daardoor de eerste selectieronde van deze Groene Camera.
Wat zijn je dromen en ambities als natuurfotograaf?
Goh, dat weet ik eigenlijk niet. Ik ben niet zo ambitieus of vooruitziend van aard. Het liefst wil ik gewoon zoveel mogelijk genieten van de natuur en dat gevoel overbrengen aan anderen in de hoop dat die er dan ook zorgzaam mee omspringen, of zelfs opstaan om ze te beschermen. Op dat vlak hebben we allemaal verantwoordelijkheid, vind ik. Maar misschien is dat juist wel een heel hoge ambitie?
Hoe ga je te werk als je gaat fotograferen, laat je je verrassen door wat op je pad komt of heb je een project of plan voor ogen?
De laatste tijd durf ik al eens op zoek gaan naar een bepaalde soort, meestal als ik die zie passeren op ‘waarnemingen’. Ook als er een mooie soort voorkomt waar ik op reis ben, zou het spijtig zijn geen poging te wagen. Dit beeld van een bidsprinkhaan heb ik zo gemaakt op reis in Wallonië, ook dit beeld haalde de eerste selectieronde van deze Groene Camera. Maar over het algemeen trek ik er gewoon op uit in de natuurgebieden rond het Gentse en zie ik wel wat mijn pad kruist.
De nevelzwammen van deze winnende foto waren zo’n toevallige vondst. De vraag is dan altijd of de ‘vondst’ de moeite waard is om er tijd en energie in te steken. Want tegen dat ik het gewenste resultaat heb, zijn we meestal wel een half uurtje verder. Het is telkens een lastige beslissing om dan toch maar mijn camera uit de tas te halen en eraan te beginnen. Gelukkig ben ik meestal in positieve zin verrast van het resultaat! (lacht)
Hoe ver ga jij voor die ene foto?
Ik hou me vooral bezig met wat ik ‘tuinieren’ noem: storende grasprietjes opzij duwen, stengels in de achtergrond wegnemen, blaadjes goed leggen,… Vaak merk ik pas op de gemaakte beelden wat er allemaal in de weg zit en zijn er meerdere testopnamen nodig tot alles goed zit. Maar ik ga dus zo ver tot het hele beeld echt goed zit. Op deze manier kwam ik tot dit zacht omfloerste beeld van een gouden sprinkhaan, goed voor een eervolle vermelding op de vorige editie van de Groene Camera.
Je maakt veel foto’s dichtbij huis, wat is voor jou daarvan het voordeel naast dat je niet ver hoeft te reizen?
Mijn bedoeling is vooral de schoonheid van de alledaagse en lokale natuur in beeld te brengen. Veel mensen vinden het belangrijk om zeldzame soorten te zien, en gaan daarvoor soms zelfs op reis. Ik ben mij ervan bewust dat zeldzame soorten wijzen op een grote biodiversiteit. Hoe hoger de biodiversiteit, hoe beter het zit met de natuur, maar ook gewone soorten dragen daartoe bij. Ik wil vooral bewijzen dat je ook van de natuur kan genieten zonder een kenner te zijn die de meest zeldzame soorten weet te vinden en te determineren. Natuur is er voor iedereen. En het is vooral voor de lokale natuur dat we kunnen zorgen, dus is het belangrijk die te waarderen. Het maakt dat ik minder geneigd ben om natuur buiten onze contreien in beeld te brengen.
Heb je een leuke anekdote die je met ons wilt delen met bijhorende foto?
Op de laatste dagen van 2022 kreeg ik op een of andere manier de drang om nog “iets moois” te fotograferen. Er was geen tijd meer voor een volwaardige uitstap, dus liep ik maar het park voor de deur rond, zomaar op een namiddag. Het was maar triest winterweer en er was weinig te zien. Tot ik plots deze mycena-paddenstoeltjes vond. Ik weet nog steeds niet waar de kleurvolle lichtstraal vandaan kwam die het tafereeltje in lichterlaaie zette, maar het leverde wel een mooi beeld op én een eervolle vermelding in de vorige editie van de Groene Camera.
Wat zou je andere natuurfotografen nog mee willen geven?
Ik weet niet of ik met mijn beperkte ervaring zo goed geplaatst ben om andere fotografen raad te geven. Voor mij komt het neer op drie zaken: discipline, discipline, en nog eens discipline. Discipline om eropuit te trekken, ook als het regent of koud is. Discipline om altijd minstens ‘iets’ te fotograferen, zelfs als het niet de moeite lijkt. En discipline om je techniek en inzichten steeds in vraag te stellen en te verbeteren. De rest komt vanzelf. Enfin, dat hoop ik toch! (lacht)
Je kan Maarten volgen via zijn website
2 reacties
Ik vind veel van mezelf terug in deze reportage!
Prachtig weergegeven en rijkelijk geïllustreerd interview over een gedreven natuurliefhebber/fotograaf die ik reeds een tijdje volg op zijn overeenkomstige webpagina.