De mens achter de foto’s van Paul Begijn
Al nippend van onze koffie vertelt Paul me tijdens het interview in zijn woonplaats Den Bosch dat hij is opgegroeid in Terneuzen (Zeeuws-Vlaanderen) aan de oevers van de Westerschelde. Buiten zijn is hem met de paplepel ingegoten. “Soms tot ongenoegen van mijn ouders, die me na herhaaldelijk roepen moesten zoeken omdat het ‘echt tijd’ was om naar binnen te komen.”

Ontstaan fascinatie voor het weer
Daar in het Zeeuwse is ook zijn interesse voor het weer ontstaan. “Als buitenkind was ik al op jonge leeftijd geboeid door het weer, dat begon met sneeuw. Sneeuw is voor mij iets nostalgisch. In mijn kindertijd hadden we nog geen radarbeelden en al helemaal geen telefoon. Je moest het doen met het weerbericht ‘Er is vanavond kans op sneeuw’. En dus zochten we lantaarnpalen op om te kijken of de eerste sneeuwvlokken naar beneden dwarrelden.”
Ook de wolken hadden zijn speciale aandacht. “Buiten op het pleintje met de skelter keek ik gefascineerd naar de opbollende bloemkoolwolken. Tot de wolk zover was doorgegroeid en er het eerste gerommel van onweer te horen was. Ik wist op dat moment niet snel genoeg naar binnen te rennen, de skelter achterlatend op het speelpleintje. Eenmaal binnen, ging ik wel achter het raam zitten met zicht op het zuiden, de kant waar het onweer doorgaans vandaan komt. Want hoewel ik bang was, was ik tegelijkertijd heel nieuwsgierig. En langzaam sloeg die angst om in fascinatie.”
Dromen die werkelijkheid worden

Na een korte uitstap naar de dagblad journalistiek ging Paul 11 jaar geleden aan de slag als boswachter communicatie bij Natuurmonumenten. “Een baan waar ik als kind al van droomde, want in mijn vriendenboekje van de basisschool wordt de vraag ‘wat wil je later worden’ beantwoord met ‘boswachter’.” Als ik Paul vraag hoe hij zijn werk combineert met landschapsfotografie zegt hij: “Door mijn werk als boswachter bij Natuurmonumenten heb ik me nog meer kunnen verdiepen in de verschillende landschapstypes, de dieren, planten en bomen. En die kennis komt me vaak goed van pas in de landschapsfotografie. Lokale kennis van het landschap is een essentieel onderdeel voor een geslaagde compositie en foto. Zo weet ik per boomsoort welke soort op welk moment verkleurt, weet ik welke bomen meer vocht vasthouden (handig voor harpen) en weet ik welke landschapstypen onder welke weersomstandigheden het beste werken. Bij ieder bezoek aan de natuur, of dat nu voor werk is of voor een mooie wandeling, lees ik het landschap en denk ik als landschapsfotograaf.”
Ontstaan van fotografie

Nu we een beeld hebben van Paul vraag ik me af hoe het weer en de fotografie bij elkaar zijn gekomen. De 39-jarige Paul vertelt dat hij rond zijn 20e begon met fotograferen. Eerst vooral onweerswolken aan de Westerschelde. “Want daar had je uitzicht en waren de wolkenluchten nog imposanter. Landschap en compositie deden er in het begin veel minder toe, ik wilde vooral de kracht van de natuur vastleggen. Pas later ben ik me meer gaan verdiepen in landschapsfotografie en vormde het landschap het uitgangspunt van mijn foto en werd het ‘weer’ meer een sfeermaker.
Hoger niveau

Kennis van het weer, de natuur en het landschap hebben mijn fotografie naar een hoger niveau getild. Omdat ik altijd met het weer bezig ben, kan ik daags vooraf al redelijk inschatten wanneer zich een interessante situatie aandient. Die inzichten combineer ik met de kennis van het landschap, waarna er een plan wordt gemaakt voor composities die in aanmerking kunnen komen onder bepaalde omstandigheden. Daarbij houd ik verschillende opties tot het laatste moment open om te kunnen switchen. Het gebeurt ook regelmatig dat ik een voorgenomen fotoshoot afblaas omdat de omstandigheden simpelweg niet goed genoeg zijn.”
Stormchaser

Blader je door de prachtige tijdlijn vol met natuurbeelden van Paul dan vallen de sfeervolle landschappen met heide, zonneharpen en bos op. Maar wie goed kijkt ziet ook unieke beelden van onweer, rolwolken en noorderlicht. Dit roept bij mij de vraag op wat hij het liefste doet? “Mooi licht, of dat nu onweer of mist is, vormt het uitgangspunt voor mijn foto’s. Ik houd van de afwisseling van de seizoenen. Berijpte bomen in de winter, knalgeel koolzaad in de lente, een aanstormende onweersbui in de zomer en geel/oranje beuken in de herfst.”
De lat ligt hoog in de foto’s van Paul. “Ik ga niet meer meteen aan bij de eerste beste zonsopkomt of ondergang. Het moet veel meer zijn dan dat. Verkleurende wolken op middelbaar niveau, subtiele mistbanken, zonneharpen etc. En dat in combinatie met de staat van de natuur. Een zonsopkomst kan nog zo mooi zijn, maar zonder goed onderwerp is het net niks.
“De inspiratie ligt buiten”

Juist als ik niet aan het fotograferen ben doe ik inspiratie op. Het scouten van landschappen en opdoen van lokale kennis over natuur en landschap is belangrijk voor de volgende stap: het fotograferen zelf. Ik probeer steeds minder te laten afhangen van het toeval. Daar heb je tot op een bepaalde hoogte grip op. Maar gelukkig ook niet op alles, want de verrassing maakt het juist bijzonder. Op Instagram zie je alleen de succesverhalen, maar alle keren dat niet lukte worden niet gedeeld. Maar onderling worden dit soort situaties nog wel vaak nabesproken. Wat ging er mis? Of waarom pakte het niet uit zoals de weermodellen toonden?”
Afwerking van de foto’s
Wie fotografeert krijgt er mee te maken, nabewerken. Ik stelde Paul de vraag hoe hij daar mee omgaat? “Te weinig”, is direct zijn reactie! “Voor mij is het buiten zijn en nieuwe avonturen maken het allerbelangrijkste.

Hoewel mijn edits wel zijn verbeterd, kan ik soms met gezonde jaloezie naar collega- fotografen kijken. Maar die gun ik het ook, ze stoppen er veel meer tijd en kennis in. Ik heb het geduld er niet voor. Al zou ik mijn edits wel naar een hoger niveau willen brengen. Misschien dat het ouder worden me straks wat meer rust geeft om wat meer de tijd te nemen voor het editen van foto’s.
Stuitermoment

Mijn laatste sluitermomentje was een zonsondergang bij de Plompe Toren aan de Oosterschelde. Normaliter fotografeer ik niet zo vaak de zonsondergang, omdat het licht vaak vrij hard is. Omdat het winterhalfjaar minder te bieden heeft voor de landschapsfotograaf, grijp ik dit soort momentjes soms toch graag aan. In de weermodellen had ik al gezien dat er eerder op de dag een koufront doortrok en het aan de achterzijde sterk opklaarde, precies rond zonsondergang. Vaak krijg je dan prachtig verzadigd licht met zachte tinten.”
“Beschermen en doorgeven”

Tot afsluiting van dit interview vraag ik ook aan Paul wat hij nog wil meegeven aan ons. “Fotografie is een way of life. Je staat er mee op en gaat ermee naar bed. Het brengt je op plekken waar een ander nooit komt, of in ieder geval niet onder de meeste mooie omstandigheden. Dat maakt je een rijk mens. Maar het heeft soms ook een keerzijde. Ik sta daardoor wel altijd aan. En je wil zo veel mogelijk settings meepakken en vooral niets missen. Daarom is het soms goed om te kunnen relativeren en realistisch te blijven. Naast mijn fotografie sport ik graag en heb ik een rijk sociaal leven. Dat is me ook veel waard. En daardoor moet je soms iets missen. Maar het levert je ook wat anders moois op.”
Tot slot besluit Paul met: “Geniet in het moment. Focus je niet teveel op presteren en likes, maar maak van iedere fotografieshoot een feestje en avontuur. Of dat nu samen of alleen is, we hebben een prachtige hobby. Koester dat en ga tegelijkertijd ook zorgzaam om met de locaties in de natuur. Het is niet alleen een decor, we hebben het ook te beschermen en door te geven.”
2 reacties
Prachtige foto’s Paul!
Fotografie is een geweldige bezigheid, dit laat je mooi zien met deze reportage.
Dank daarvoor.
Prachtige foto’s Paul!
Fotografie is een geweldige bezigheid, dit laat je mooi zien met deze reportage.