Je eigen fotohut. Hoe doe je dat?

Overal in het land staan publiekelijk toegankelijke vogelkijkhutten en observatiewanden. Deze bieden je soms verrassend goede mogelijkheden. Dit is dan wel bij veel natuurfotografen bekend, waardoor het soms erg druk is.

Dat komt je fotografie natuurlijk niet ten goede. Daarnaast zijn er steeds meer commerciële fotohutten die je voor een dagdeel of dag kunt huren. Je hebt de hut dan voor jezelf, maar de foto’s die je er maakt zijn wel al snel herkenbaar (daarover later meer). Met een eigen hut maak je echt je eigen beelden.

Verschillende mogelijkheden

Een vaste, bouwkundige hut is natuurlijk ideaal. Oerdegelijk en handig bij langlopende projecten, maar het is in verhouding wel een dure oplossing en vergt nogal wat werk ter plekke. Staat de hut verkeerd, dan heb je deze niet zo maar verplaatst.

Een schuiltentje biedt je meer flexibiliteit qua positionering. Je zet zo’n tentje voor een korte periode neer. Een dergelijk tentje is kwetsbaarder voor slijtage en diefstal. Natuurlijk is een tentje minder comfortabel dan een ‘riante’ hut. Hou er ook rekening mee dat een tentje meer geluid maakt, zeker op een winderige dag.

fotohut
Vogels zijn over het algemeen best te verleiden met wat voer . Varieer met dierlijk- en plantaardig voedsel, zodat je een breed spectrum aan vogels trekt Fotograaf: Bob Luijks

Hoe goed je hut of tent ook is, dieren zijn gevoelig voor menselijke silhouetten. Zorg ervoor dat het in de hut zo donker mogelijk is en dat je zelf ook gecamoufleerd bent. Een bleek gelaat of handen zijn nu eenmaal opvallend en voor dieren direct herkenbaar. Zorg wel dat je vanuit je observatieplek de omgeving kunt zien, anders mis je mogelijk de actie net buiten je te krappe beeldveld.

Voorbereiding

Of je nu een hut of een tentje wil plaatsen, de aanpak is gelijk. Alles hangt natuurlijk af van een geschikte locatie. Sommige mensen hebben een grote tuin met een uitbundig vogelleven, in de meeste gevallen zal uitgeweken moeten worden naar een natuurgebied. Zomaar willekeurig ergens een observatieplek maken heeft geen zin. Je moet wel weten dat de beoogde fotomodellen zich er met enige regelmaat laten zien. Daar kom je alleen maar achter door over een langere periode te observeren. Gaat het om grote zoogdieren, dan kan een wildcamera je daarbij van dienst zijn. Andere aspecten waar je rekening mee moet houden zijn de rust in het gebied (aanwezigheid wandelpaden) en de daarmee samenhangende onvindbaarheid van de locatie. Let ook zeker op de stand van de zon. Te fel zonlicht is niet altijd wenselijk, terwijl het subtiele tegenlicht van de ondergaande zon juist voor hele dromerige beelden kan zorgen.

fotohut
Water vormt een enorme magneet in drogere gebieden. In een gebied met veel water zul je hiermee duidelijk minder resultaat hebben. Fotograaf: Bob Luijks

Heb je eenmaal een geschikte plek gevonden, dan is uiteraard toestemming nodig van de terreineigenaar. Maak duidelijke afspraken over de locatie, wat wel en niet mag, de tijdsperiode, een vergoeding of bijvoorbeeld een uitbetaling in natura (leveren foto’s).

De inrichting

De locatie staat vast en de afspraken met de terreineigenaar zijn gemaakt. Daarmee ben je er natuurlijk nog niet. Je zult de plek moeten gaan inrichten. Dit is mede afhankelijk van het doel van je observatieplek: vogels of zoogdieren.

Fotohut
Bij vogels zijn wat takken en stronken voldoende om je onderwerp op ooghoogte te krijgen. Fotograaf: Bob Luijks

Zoogdieren zijn vaak wat minder honkvast. Sommige soorten zijn met wat lokvoer voor je hut of tent te krijgen. Let op dat de dieren niet afhankelijk worden van het voedsel. Voer dus maar in beperkte mate. Gelukkig zijn er ook dieren die zich juist wel vaker op een bepaalde plek laten zien, zoals reeën en bevers.

Voor zowel vogels als zoogdieren geldt dat je ze het best op ooghoogte kunt fotograferen. Dat betekent dat je je hut of tent eigenlijk moet ingraven. Dit is meestal niet toegestaan. Een liggende houding geeft je een mooi laag standpunt, maar is natuurlijk niet altijd erg comfortabel. Gemakkelijker is om de dieren zelf wat hoger te krijgen. Bij grotere dieren kun je gebruik maken van het aanwezige reliëf, als dit aanwezig is (overweging bij de locatiekeuze).

Storende elementen in je blikveld kun je best verwijderen. Zorg er wel voor dat de setting geheel natuurlijk blijft ogen. Bij een vijvertje mag bijvoorbeeld de folie niet zichtbaar zijn. Ook je tent of hut vraagt natuurlijk om maatregelen, ook al staat deze tamelijk verborgen. Probeer je plek in de luwte van de aanwezige vegetatie te zetten en pak het geheel in met takken, strooisel en dergelijke. Voor dieren is dit vaak niet eens nodig, voor toevallige menselijke passanten wel.

6 reacties

  1. Zijn er hier mensen aanwezig die het leuk vinden en veel ervaring mee hebben om samen met mij een degelijke vogelfotografiehut te bouwen? Ik heb namelijk niet de kennis en niet de kunde. Tegen betaling uiteraard.

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: