
Als natuurfotograaf plaats je (als het goed is) zelden de horizon in het midden. Bij groothoekobjectieven heeft de positionering van de (denkbeeldige) horizon een groot effect op de weergave van de overige elementen in beeld. Kies je voor een laag geplaatste horizon, dan vallen verticale lijnen, zoals bomen, naar binnen toe. Plaats je daarentegen de horizon hoog in beeld, dan wijken de verticale lijnen van elkaar. Soms is het effect mooi, maar regelmatig zul je het toch enigszins willen corrigeren. Hou daarom bij dit soort foto’s altijd voldoende ruimte over aan de randen. Dan heb je een ruime marge om die correcties ook daadwerkelijk door te voeren. Hou er wel rekening mee dat je aan detail verliest in dat deel van de foto waarin de grootste correctie plaats vindt, in het voorbeeld dus de voorgrond. Een alternatief is gebruik te maken van een duur (!) tilt&shift-objectief. Meer over dergelijke objectieven lees je hier en hier.

Geef een reactie