Zoomlens in plaats van macrolens
Zonder enige illusie besluit ik op een ochtend op zoek te gaan naar de bosparelmoervinder in het aangegeven gebied. Gewapend met mijn camera en de 100×400 mm lens erop loop ik een breed zandpad op. Deze zoomlens gebruik ik, naast de macrolens, meestal bij het fotograferen van vlinders. Met de zoomlens kan ik de vlinder op afstand naar mij toe halen in plaats van het tot op enkele centimeters te moeten benaderen. Na slechts enkele minuten zie ik een bruinachtige vlinder zitten op een grashalm. “Het zal toch niet….?” Door mijn 100×400 mm lens, vol ingezoomd, herken ik inderdaad de kenmerken van de bosparelmoervlinder. Mijn eerste foto van een bosparelmoervlinder is een feit.
Zonder en met zonlicht
De opkomende zon is nog achter de bomen op het moment dat ik de foto’s van de vlinder maak. Het is daarom nog relatief donker, maar de ISO-waarde hoef ik gelukkig niet al te hoog te zetten. Het diafragma heb ik, zoals gewoonlijk, op de diafragma voorkeuze stand staan. Door een zo laag mogelijke diafragmawaarde verklein ik de scherptediepte waardoor de achtergrond van de vlinder onscherp is. Nu krijgt de vlinder alle aandacht. Helaas vind ik die ochtend geen bosparelmoervlinder meer. Wanneer ik opnieuw langs de eerste vindplek loop zie ik dat de parelmoervlinder nog steeds op dezelfde plek zit. Het verschil nu is dat het zonlicht op de vlinder schijnt. Dit grijp ik aan om nogmaals de vlinder te fotograferen om te zien wat het licht met het beeld doet.
Gesloten vleugels
Na de eerste succesvolle zoektocht, ben ik nog vaak dat seizoen in het gebied van de bosparelmoervlinder. Niet iedere dag heb ik geluk, maar er zijn ochtenden bij waarbij ik soms meerdere exemplaren vind. Op een van die ochtenden wil ik graag een bosparelmoervlinder fotograferen met de vleugels geopend. Wanneer ik een exemplaar vind die mooi vrij zit en met de vleugels nog gesloten, besluit ik te wachten. Te wachten op het moment dat het zonlicht de vlinder voldoende heeft opgewarmd zodat deze de vleugels opent. Tot die tijd zijn vlinders inactief en kan ik ditmaal opnames maken met mijn 100 mm macrolens. De vlinder kan ik nu tot enkele centimeters benaderen zonder het te verstoren.
Geopende vleugels
Langzaam breekt het zonlicht door en gaan uiteindelijk de vleugels van de vlinder open. Op dat moment zit ik met mijn camera met de 100×400 mm lens op een goede meter van de vlinder. Op die afstand kan ik, op 400 mm ingezoomd, de vlinder ongestoord zijn nodige energie laten opladen in het zonlicht. Blij met deze opnames vraag ik mij wel één ding af. Welke kant vind ik nu de mooiste van de vlinder; die met de vleugels gesloten of die met geopende vleugels? Het is om het even, het is en blijft een mooie vlinder.
Spiegelbeeld
Op een van de laatste ochtenden van het seizoen had ik nog een keer geluk. Het geluk om niet 1 exemplaar te vinden maar 2 exemplaren. Twee exemplaren tegenover elkaar op één bloemstengel. Dit was nu precies het beeld dat ik zo graag wilde hebben en ik werd op mijn wenken bediend. Het was nog vroeg en de vlinders waren nog bedekt met dauw en dus nog inactief. Daarom koos ik foto’s te maken met de 100 mm macrolens met een niet al te hoge diafragmawaarde voor een rustige achtergrond. Bij deze spiegelbeeld paar bleef ik totdat de zon de vlinders had opgedroogd. Voor een laatste maal drukte ik de ontspanknop in en had ik mijn meer dan favoriete foto van de bosparelmoervlinder!