Bij het fotograferen van paddenstoelen ga ik meestal op pad zonder vooropgezet plan. Ik ga lekker struinen door de bossen, schop de afgevallen herfstbladeren weer omhoog en geniet van alle kleuren om me heen. In de herfst zijn er meestal voldoende paddenstoelen en kan ik me gewoon laten verrassen door wat ik tegenkom tijdens de wandeling.
Eén van de leukste verrassingen die ik de afgelopen tijd ben tegengekomen is de mycenaparasiet, ook wel de knopschimmel genoemd. Dit is een lagere schimmel die parasiteert op verschillende paddenstoelensoorten, maar die je meestal vindt op mycena’s.
Wat is de mycenaparasiet?
De mycenaparasiet is zeker geen zeldzame schimmel. Als het tijdens de herfst warm en vochtig is, dan kun je deze parasiet vrij veel tegenkomen. Toch zie ik hem zeker niet ieder jaar. Maar in de jaren dat ik hem wel zie, zie ik hem ook veelvuldig. En 2024 was een goed jaar voor deze schimmel.
Je merkt misschien dat ik de mycenaparasiet geen paddenstoel noem, maar een schimmel. Een paddenstoel is het vruchtlichaam van een schimmel, zoals een eikel het vruchtlichaam van de eik is. De ‘paddenstoel’ van de mycenaparasiet is alleen het zwarte knopje aan het eind van de witte schimmeldraad. Daar worden de sporen gevormd. De mycenaparasiet behoort tot dezelfde groep schimmels die je vaak ziet op hondenpoep, of op verrot fruit. Het zijn dus geweldige opruimers en heel erg nuttig in de natuur.
Een lastig onderwerp
Een mycena met knopschimmel is als onderwerp heel erg verraderlijk. Het lijkt zo’n simpel onderwerp, maar de praktijk is anders. Mycena’s zijn al kleine paddenstoelen, maar de parasiet die op zijn hoed groeit is natuurlijk nog veel kleiner.
Wil je de mycenaparasiet goed op de foto krijgen, dan moet je er dus heel dicht op kruipen. En daarin schuilt het probleem. Want hoe dichter je bij je onderwerp komt, hoe kleiner de scherptediepte wordt. Dus zelfs als je een foto maakt met f11 krijg je niet alle sprietjes scherp op de foto. Bovendien wordt met een dergelijk klein diafragma de achtergrond ook erg onrustig. En dat is niet wat je wilt, want dat leidt alleen maar af van je onderwerp.
De oplossing
Gelukkig is er een technische oplossing als je je hele onderwerp scherp wilt hebben, maar de achtergrond toch rustig wilt houden. Die oplossing heet focus stacking. Bij focus stacking leg je meerderde foto’s over elkaar, waarbij je telkens het scherpstelpunt iets verschuift. Met fotobewerkingssoftware leg je vervolgens deze foto’s over elkaar. De software herkent de scherpe delen en maskeert de onscherpe delen. Het resultaat is een foto waarbij van iedere foto alleen de scherpe delen zichtbaar zijn.
Als je een focus stack wilt maken is het van belang dat de beeldhoek niet verandert tussen de verschillende foto’s. Het is daarom verstandig om de camera op een statief te zetten. Je hebt dan alle rust om de juiste compositie te kiezen. Er zijn macrosledes verkrijgbaar, waarmee je de gehele camera tussen iedere foto een klein beetje naar voor of naar achter kan schuiven. Heb je die niet, dan lukt het ook door de scherpstelmodus van de camera op manueel te zetten en tussen iedere foto het scherpstelpunt iets te verleggen.
Hoe ben ik te werk gegaan?
Met het kantelbare en draaibare scherm van mijn Nikon Zf is het fotograferen dicht bij de grond een peulenschil. Ik kan lekker ontspannen gaan zitten zonder dat ik me in allerlei vreemde bochten hoef te wringen om te zien wat ik doe. Bovendien kan ik de camera zo instellen dat de sluiter reageert op een kleine aanraking van het scherm. Hierdoor hoef ik de sluiter niet in te drukken en is bewegingsonscherpte zo goed als uitgesloten.
Voor mijn foto heb ik een stack gemaakt van 9 foto’s. Deze heb ik vervolgens als lagen in Photoshop geïmporteerd. En met twee eenvoudige commando’s maakt Photoshop hier automatisch een focus stack van. Eerst moeten de lagen worden uitgelijnd (bewerken > lagen automatisch uitlijnen) en vervolgens moet Photoshop er een stack van maken (bewerken > lagen automatisch overvloeien). Het resultaat is dus een foto waarbij alle knopjes van de mycenaparasiet mooi scherp zijn en ik toch een rustige achtergrond heb kunnen houden.
Rock-’n-roll!
Wat een bijzonder duo is het. Met zijn parasitaire ‘haardos’ lijkt deze mycena precies op een punker. Zo wordt ook natuurfotografie een beetje rock-‘n-roll.