Weinig lens, veel in beeld
De reden dat compositie in de landschapsfotografie zo moeilijk is, is gelegen in onze gewoonte om bij een landschap meteen te grijpen naar het kortste brandpunt in onze fototas: de groothoek(zoom). Een groothoeklens, en dus een kort brandpunt, zorgt ervoor dat je een brede beeldhoek krijgt en dus lekker veel van dat fraaie landschap op de foto vastlegt.
Een compositie is volgens de definitie het ordenen van de beeldelementen in een foto, zodanig dat een prettig en uitgebalanceerd geheel ontstaat. Je maakt het jezelf dus extra lastig als je met een groothoek juist heel veel elementen in beeld vangt. Hoe meer elementen, hoe meer je er moet ordenen, en hoe groter de kans dat het niet naar wens lukt.
Daar komt nog bij dat een kort brandpunt zorgt voor een grote scherptediepte. Op zich is dat prettig, maar een van de manieren om diepte in een foto te creëren, is gebruik te maken van scherpte en onscherpte. Als alles scherp is, ben je die optie kwijt en moet je een andere list verzinnen.
Lange lens, meer orde
Graag overtuigen we je dan ook van de goede gewoonte om je landschappen voortaan ook met meer millimeters te fotograferen. En met ‘meer’ bedoelen we alles boven de 70 millimeter. Oké, die 24-70 mag je aan de bovenkant van het bereik ook nog inzetten. Mocht je je niet kunnen beheersen en toch aan de onderkant van het brandpuntspectrum belanden met je zoomgrage vingers, ga dan in elk geval zo dicht op het onderwerp staan dat er alsnog weinig omgeving in beeld komt.
Meer millimeters, en dus inzoomen, betekent dat je slechts een stuk uit het grotere landschap in de foto vangt. Je hebt dan veel minder beeldelementen om te ordenen, waardoor je eenvoudiger tot een rustige en krachtige compositie komt. Vanwege de geringere scherptediepte wordt de achtergrond eerder onscherp, waardoor diepte ontstaat. Op het eerste oog lijken zulke composities simpel, maar je zult merken dat ze in de praktijk helemaal niet zo simpel te maken zijn.
Zoeken naar de essentie
Om zulke composities te maken, is een andere manier van kijken nodig. Iedereen ziet immers het totale landschap, maar niet iedereen ziet de kleinere onderdelen daarvan en de potentie die ze bieden voor een goede en krachtige foto.
De kunst zit hem erin dat je de tijd neemt. Niet alleen om rond te lopen en rond te kijken, maar ook om stil te staan bij de vraag wat in het blikveld je op enig moment deed stoppen om je fototas te openen. Dat onderwerp is blijkbaar een foto waard. Voor je een lens kiest, analyseer dan eens welke elementen rond je onderwerp er iets aan toevoegen en welke niet. Die toegevoegde waarde zit hem soms in kleur, soms in vorm, soms in een natuurlijk kader en soms in een tegenwicht tegen een anders te overheersend onderwerp.
Kernwoorden zijn vorm, structuur, kleur, evenwicht en symmetrie. Ga dáárnaar op zoek. Laat alles eromheen dat ervan afleidt en geen toegevoegde waarde heeft buiten de foto.