Teken hebben geen haast
Even kennismaken; de naam is schapenteek (Ixodes ricinus). Althans in de meeste gevallen want er zijn in Nederland ook nog enkele andere soorten. De schapenteek is echter de meest voorkomende en kan de drager van de Borrelia burgdorferi s.l. bacterie zijn die de ziekte van Lyme kan veroorzaken.
De schapenteek is een relaxte dude. Of het nu een larve, een nimf of een volwassen exemplaar is, erg druk maken ze zich niet. Niet springen, niet rennen, nee als ze zich al in beweging zetten, is het in een heel traag tempo. Het grootste deel van hun leven brengen ze dan ook wachtend door in de vegetatie of tussen dode bladeren. Wachten op die ene gastheer die toevallig langskomt, wachten op dat ene druppeltje bloed om te kunnen vervellen (als je larf of nimf bent) of eieren te leggen (als je een volwassen vrouwtje bent). Zo duurt een tekenleven al gauw twee tot drie jaar, als het eind al gehaald wordt. Want een druppeltje bloed bemachtigen is een heel karwei voor een teek. Anders dan bij een mug die zo klaar is, heeft een teek met haar steeksnuit zo’n 20 uur nodig om door de huid te komen. Vervolgens duurt het soms dagen voor ze zich volgezogen heeft met alle kans om van haar maaltijd losgerukt te worden.
Tekenketen
Een teek wordt zonder Borrelia burgdorferi geboren en raakt pas besmet als ze haar maaltijd neemt van een gastheer die besmet is. In Nederland zijn dat vooral muizen en merels. Met iedere maaltijd neemt de kans voor de teek toe om besmet te raken. Een larf die nog nooit een maaltijd heeft genoten, heeft dus ook geen Borrelia burgdorferi. Toch is ongeveer 1% van de larven ermee besmet, waarschijnlijk door een niet afgemaakte maaltijd waardoor vervellen tot nimf nog niet mogelijk was. Van alle nimfen is gemiddeld 1 op de 10 drager van deze Borrelia bacterie en dat verdubbelt zo’n beetje in volwassen teken. Er zijn echter ook gebieden waar het besmettingspercentage hoger ligt en 20% van de nimfen en/of 50% van de volwassen teken besmet zijn.
De levenscyclus van de teek kan niet voltooid worden zonder de belangrijkste schakel: herten en/of reeën. Enkele daarvan zijn in een gebied al voldoende om een tekenpopulatie in stand te houden. Een volwassen vrouwtje heeft namelijk voor haar maaltijd niet genoeg aan een muis of merel.
Ken je plekje
De ene plek is de andere niet, ook niet voor teken. Dat geldt zowel voor het aantal teken in de vegetatie als het aantal teken dat besmet is. Hoewel de aanwezigheid van herten de belangrijkste factor is die bepaalt hoeveel teken er in een gebied voorkomen is het de beschikbaarheid van met name muizen die bepaalt hoeveel teken in de vegetatie besmet zijn. Hoe groter de kans dat een muis een teek tegenkomt, hoe groter de kans op besmetting. Er hoeven dus niet eens zoveel muizen te zijn, als ze maar flink in beweging zijn. En dan blijkt dat er nog een hoofdrolspeler is in de tekenketen: de vos. Die zorgt er waarschijnlijk voor dat de muizen minder door een gebied lopen, dus minder vaak een teek tegenkomen waardoor de kans op een besmetting van zowel de muis als de teek verminderd. Al met al best wel een ingewikkelde geheel van factoren waardoor bestrijding van teken en/of Borrelia burgdorferi schier onmogelijk lijkt.
Kaartje A: de geschatte kans op de aanwezigheid van teken per gemeente. Wit is een hele hoge kans, zwart een lage.
Kaartje B: het aantal mensen (geschaald) dat naar de huisarts is geweest met Lyme (in 2009). Wit is met veel patiënten, zwart met weinig.
Risicomanagement
De natuur laat zich niet echt veranderen, evenmin de natuur van de natuurfotograaf om naar buiten te willen. Gelukkig valt er met de kennis die er is wel wat aan risicomanagement te doen. Ons eigen gedrag bepaalt namelijk in grote mate de kans op een beet en een eventuele besmetting hoewel je ook een beetje geluk moet hebben. Jaarlijks wordt ruim 1 miljoen mensen in Nederland door een teek gebeten. Dat moet beter kunnen!
- Waar ga je heen?
Teken komen vooral voor op beschaduwde, vochtige plekken met een ondergroei van bosbessen, varens of grassen en veel minder in het open veld (zoals uiterwaarden, duinen of heidegebieden). Als er namelijk iets is waar teken niet tegen kunnen dan is het wel de zon (warm en droog). Je kunt de kans om er een tegen te komen dus aanzienlijk verminderen als je op open, droge plekken blijft. Maar waar je ook bent, er kunnen altijd teken zitten. Ook in je tuin! Blijven opletten dus. - Kleding
Maak het teken zo moeilijk mogelijk! Ze zitten meestal vrij laag in de vegetatie; larven in het algemeen niet hoger dan 30 cm, nimfen 30 tot 60 cm en volwassen teken 60 tot 70 cm. Dat betekent dat je met een lange broek waarvan je de pijpen in je sokken stopt al voorkomt dat ze tijdens het wandelen of struinen eenvoudig “binnen komen”. Met een lichtgekleurde broek zijn ze makkelijk op te merken en te verwijderen. Draag een T-shirt met lange mouwen en stop dit in je broek, dan moeten ze hoger klimmen dan ze lief is! Kom je veel buiten dan is een speciaal geïmpregneerde broek het overwegen waard. De impregnatie zorgt ervoor dat je onaantrekkelijk bent zodat de teek niet met je mee wil liften. DEET gebruiken kan natuurlijk ook, als je tenminste niets hebt tegen het gebruik van gif. Er zijn ook allerlei natuurlijke middeltjes, maar daarvan is zelden de werking bewezen. - Gedrag
Hoe meer je door de vegetatie loopt, des te groter de kans is dat een teek bij je aanhaakt. Beperk dus het struinen! Ga ook niet languit op de grond liggen want dan maak je het ze wel heel erg makkelijk. Check of er op de plek waar je wilt gaan fotograferen niet toevallig een teek hangt en blijf regelmatig controleren of er niet een over je heen kruipt. - Na afloop
Trek na thuiskomst je kleding meteen uit en controleer, controleer, controleer! Stop je kleding meteen in de droger, dan dood je eventueel nog aanwezige teken. Heeft toch een teek zich in je vastgebeten, verwijder deze zo snel mogelijk. Binnen 24 uur is de kans heel erg klein dat je besmet raakt. Over hoe je een teek verwijdert en wat je moet doen na een beet is overigens genoeg te vinden op internet, bijvoorbeeld op de site van Week van de teek.
Maar blijf vooral genieten!
Bron: The wild life of tick-borne pathogens, Tim R. Hofmeester
8 reacties
Ook ik heb vrienden (en man) met de ziekte van Lyme in de directe omgeving, dus ook bij niet fotografen… en in de tekst genoemde heidevelden… ik ken een heideveld hier in de buurt waar het barst van de teken… hier zijn velen volop gebeten afgelopen zomers… dus wees ook daar voorzichtig.
Beste Desiree,
het is goed dat u het nog eens benadrukt! Hoewel teken in open terrein op zonnige dagen snel dood gaan, kunnen ze er wel degelijk voorkomen. Het is daarom belangrijk kennis te hebben van de locale situatie en ALTIJD goed te controleren.
Dankjewel