Een onverwacht leuk dal, het Patchertal
Nadat we de directe omgeving verkend hadden (zie het reisverslag van het Defereggental) rijden we op goed geluk met de auto richting het Patchertal dat onderdeel uitmaakt van het nationaal park de Hohe Tauern. Om het park binnen te mogen betalen we 7 euro tol. De tocht begint bij een kleine alm Patsch genaamd met leuke chalets met rode geraniums onder de ramen en een mooi uitzicht op de omringende bergwereld, de houten perceelafscheidingen vormen mooie beeld inleidende elementen.
We lopen voorbij het bord dat signaleert dat we ons in het nationaal park Hohe Tauern bevinden. Opvallend is de rust die hier heerst, we zijn alleen met het kabbelende beekje en komen weinig mensen tegen zoals in het hoofddal wel het geval is. Als we het eigenlijke dal bereiken staat er een straffe wind van de bergen af, we zien dan ook het weer verslechteren en er komen (onweers)wolken opzetten. We komen nu dichter bij de rivier en zien een waterspreeuw vliegen, dus sluipen we dichterbij om foto’s te maken hetgeen lukt.
Na de jacht op de waterspreeuw lopen we verder door een landschap met verspreide bomen, grote verspreid liggende rotsblokken met op de rotsblokken dwerggroei van dennen, net kleine bonsai landschapjes. Verderop komen we in het geröll van een gletsjer morene waar we het fraai alpen leeuwenbekje zien staan, we horen murmeltiere (alpenmarmotten) en notenkrakers en zien een glanskop. Een gletsjer is er niet meer, maar aan de kale bergen om ons heen kunnen we zien dat in dit dal een grote gletsjer heeft gelegen; het is één en al geröll en rotsblokken.
We besluiten niet verder te gaan in verband met de weersverslechtering. Op de terugweg zien we 4 waterspreeuwen en 2 grote gele kwikstaarten en ook apollovlinders en keizersmantel. We beginnen aan de afdaling en zien net iets te laat een vrouwtje adder liggen die snel weg kruipt maar niet snel genoeg om gevoelig op de plaat vastgelegd te worden. Inmiddels begint het steeds meer te waaien, de wolken schieten voorbij. We nemen een tafeltje bij het restaurant op de alm en genieten van eiswasser en apfelstrudel terwijl de wind steeds meer aantrekt en de dennennaalden ons om de oren vliegen. Als we vertrekken lijkt het echt op onweer, maar nog onweer nog regen volgt en later trekt het ook weer open, maar tegen de avond regent het toch.
De regen brengt sneeuw op 2100 meter hoogte
Na 2 dagen inactiviteit met regen wordt het tijd om weer iets te gaan ondernemen, het regent niet meer en de besneeuwde toppen nodigen uit tot fotograferen. Dus de stoute schoenen aan en in de kou richting de sneeuw. De sneeuw maakt alles des te fotogenieker en menig landschapsfoto wordt genomen. Het is verbazend hoe sneeuw een landschap kan veranderen. Het gaat richting de Hinterer Sattel, waar 2 passen naar Italië leiden. Het is koud, maar al snel kan de jas uit want het is steil klimmen. We zien goudvinken en er rent een eekhoorn voor ons over het pad. Door het bos komen we bij de kleine alm Alpe Stalle, hier liggen de koeien op een rijtje te luieren langs het pad, poserend voor een foto. Ondanks dat het zondag is komen we weinig mensen tegen.
Na de alm slingert een klein paadje tussen verspreid staande bomen door. Dan komen we op een breed pad dat uiteindelijk over gaat in een bergpaadje richting Villgrater Torl. Hier op 2100 meter lopen we in de sneeuw en af en toe vallen er nog wat vlokjes. Het pad wordt steeds moeilijker te volgen en zo nu en dan wijken we van de route af, maar steeds vinden we de rode stip op de stenen nog terug. Opvallend is dat het paadje te volgen is omdat het een stenig paadje is dat de warmte vast blijkt te houden, je ziet dit overal waar de rotsige ondergrond tevoorschijn komt ligt geen of minder sneeuw. We zijn op een hoogte van 2300 meter als het ondoenlijk wordt het pad nog te volgen dat naar de pas op 2400 meter leidt. Een steenarend cirkelt boven de pas maar die zal ons ook de weg niet wijzen, dus keren we om, het weer verslechtert ook een beetje. Tegen het eind van de dag kondigt het opentrekken van de lucht een weersverbetering aan.
Dolen in de Dolomieten
Omdat de Dolomieten dichtbij zijn en die al een tijdje onze fascinatie hebben rijden we via de Staller Sattel pass Italië binnen. Hoewel Italië, het lijkt meer een verlengstuk van Oostenrijk. Overal zie je naambordjes met plaatsennamen in het Italiaans en Duits. Ook de namen van de cafés en restaurants en dergelijke zijn allemaal Duitse namen. Tijdens de 1e wereldoorlog is het hele Dolomieten gebied door Italië geannexeerd, een vreemde gewaarwording dat het na al die tijd (het is 100 jaar geleden) nog zijn Oostenrijkse identiteit heeft behouden. We rijden naar het Sextener tal en zien onderwijl allerlei mooie Dolomieten gebergten, zelfs even de Drei Zinnen. We lopen met een hele schare aan mensen richting de verweerde steile, grijze pieken. Via de verschillende doorkijkjes zijn er mooie landschapsfoto’s te maken, staande beelden meestal omdat dat formaat zich het beste leent voor dit type gebergte. We besluiten om het pad naar de Tre Cime di Lavaredo (Drie Zinnen) niet te doen, het is al wat later op de dag en de benen hebben gisteren ook al wat verwerkt.
We rijden terug en slaan het Innerveldtal in. We lopen door een soort alm met verspreid staande bomen en overal hooischuren. Het gras staat vol met herfsttijloos, donkere ooievaarsbek en Europese trollius. Het gras wordt nog steeds gemaaid terwijl het vol staat met het giftige herfsttijloos. De één zegt dat dit niet uit maakt in het hooi voor het vee, de ander waarschuwt er voor. Hier hinken ze dus op de eerste gedachte. We pakken een bergpaadje, zien het leverbloempje staan en een sperwer wegvliegen. We keren terug want we komen niet tussen de bomen vandaan en dus wordt het verwachte uitzicht niet beloond. Een venglazenmaker gaat even op het T-shirt van mijn broer poseren. Terugrijdend over de Staller Sattel zien we de Gross Glockner in zijn volle besneeuwde glorie.
In regen en wind langs het Natur und Kulturlehrpfad
Ondanks de regen gaan we op pad naar het Natur und Kulturlehrpfad in het nationaal park Hohe Tauern. Het pad loopt langs de rivier en om de zoveel tijd staat er een bord met uitleg over dieren, planten en het waterleven. Ook over het in het park gelegen bosareaal staat een beschrijving. Het is het grootste aaneengesloten dennenbos van de Europese Alpen, dat heeft kunnen blijven bestaan omdat hier minder intensief geboerd is in het verleden. Uit pollenonderzoek is gebleken dat vlak na de ijstijd hier het grootste bosareaal was bestaande uit 4 boomsoorten. Met de komst van de veeteelt is het (sterk) afgenomen. Sinds 1978 is het areaal weer toegenomen met 30%. Na het Lehrpfad lopen we nog door, maar het blijft regenen en de wind neemt ook erg toe. Toch zijn er nog veel mensen op pad. Wij houden het voor gezien. Het lijkt steeds op te klaren, maar het zet niet door. We zien nog een waterspreeuw een paar murmeltiere (alpenmarmotten) en veel gletsjeranemonen. Fotograferen in de regen heeft zo zijn uitdagingen, toch fotografeer ik het landschap en de anemonen.
Zweetdruppels en een verbrande tong bij de Bruggeralm
Vandaag fietsen we op de mountainbike naar de Bruggeralm, een formidabele klim die meteen in het begin al tot twijfel lijdt maar na stug doorbijten en menig rustmoment omdat de kuiten en longen niet meer willen toch tot succes leidt. Gelukkig wordt de klim steeds minder steil. We parkeren de mountainbikes bestellen Schiwasser en krijgen Hollundersaft. De Apfelkuchen is perfect alleen zo heet dat ik mijn tong verbrand. Op de terugweg gaat het in volle vaart door een rivier die over het pad loopt, de toeschouwers lachen en klappen om het opspattende water en verder gaat het met soms 60 kilometer per uur. De rebound schiet af en toe met veel gekraak in de stress en zo nu en dan slipt het achterwiel maar alles gaat goed. Ik neem enkel een paar landschapsfoto’s.
De onbarmhartige Barmerhütte
We gaan opnieuw op weg naar het Patchertal, maar dit keer lopen we door naar de Barmerhütte. Vanaf het punt waar we de vorige keer zijn gestopt lopen we door een met stenen en rotsblokken bezaaid gletsjermorene landschap. Het pad slingert en slingert en het is balanceren over de stenen af en toe zijn er trapsgewijze paden aangelegd en net als je er denkt te zijn moet je weer een hele omweg maken. Staan er beneden nog bomen hier is het een kale vlakte met alpine rotsplanten zoals fraai alpen leeuwenbekje, monnikskap, voorjaarsgentiaan en steenbreek.
Op de terugweg vergeet ik mijn schoenen opnieuw te veteren en dat bekoop ik door eerst licht door mijn linker enkel te gaan en daarna 2 keer iets serieuze door mijn rechter. Het blijkt uiteindelijk maar een lichte verstuiking en na de schoenen vastgesnoerd te hebben lukt het met het lopen nog wel. Nu je alles van bovenaf ziet heb je meer overzicht en zie je sneller de ideale fotomogelijkheden. Ik fotografeer nog een kleine barmsijs en we zien nog een steenarend, alpenmarmotten, waterspreeuw en grote gele kwikstaart.
Laatste dag Wasserlehrpfad
Mijn rechtervoet heb ik gisteren gekoeld en het lopen gaat wel dus doen we op de laatste dag een wandeling langs het Wasserlehrpfad. Hier zien we regenboogforellen rondzwemmen in grote groepen. Gedurende de wandeling stuiten we op mezen, piepers en vinken. Er staan veel paddenstoelen waaronder de sombere honingzwam, de oranje trechterzwam en vliegenzwam. Een bijzonderheid op deze hoogte is het fraai alpenleeuwenbekje dat via de rivier hier zijn weg gevonden heeft, maar eigenlijk een plant van het hooggebergte is en dus ook geen blijvertje.
Een parelmoervlinder en atalanta fladderen rond en tenslotte zien we nog een jonge adder van zo’n 15 cm lengte tussen het geröll liggen. We kunnen hem op de foto krijgen, maar als hij onze beweging ziet kruipt hij weg. We blijven staan wachten en af en toe komt hij weer tevoorschijn, maar kruipt weer weg als we bewegen. We besluiten uiteindelijk om het diertje met rust te laten en tevreden te zijn met de foto’s die we hebben.
‘s Morgens koop ik nog 2 souvernirs in Lienz, een boek over oerbossen in Europa waarin ook het bosareaal in de Hohe Tauern als oerbos geroemd wordt en een boek van boswachter Peter Wohlleben die een ecologisch bos heeft in de Eifel. Dat is toevallig ook de volgende bestemming op onze natuurfotografiereis en dus ook het onderwerp van mijn volgende reisverslag.
2 reacties
Beste Jaap,
Alweer een leuk reisverslag over jullie trip in dit prachtige ruige landschap. Ik heb van je verhalen en foto’s genoten en kijk uit naar je volgende reisverslag.
Hartelijke groet, Annette.
Beste Anette,
Alweer een leuke reactie van je. Dit gebied in Oostenrijk is inderdaad wat ruiger in plaats van dat het een spectaculair besneeuw gebergte is, maar daardoor zie je hier wat meer bijzondere dieren en planten. Maar zoals je hebt kunnen lezen zijn de paden hier soms ook erg steil, dus je moet er soms wel moeite voor doen om die te kunnen zien.
Met vriendelijke groet,
Jaap Zuidersma