Regen- en dauwdruppels
In deel twee kon je lezen hoe bokeh cirkels ontstaan als gevolg van openingen in het bladerdek of door de randjes van waterplanten. In tegenlicht gefotografeerde regen- en dauwdruppels vormen echter ook bokeh cirkeltjes die een onderwerp kunnen uitlichten. Zet je diafragma wijd open wanneer je met druppels aan de gang gaat. Kijk door de camera en manoeuvreer net zolang totdat de cirkel op de gewenste plek (achter je onderwerp) valt.
Eén dauw- of regendruppel die een onderwerp uitlicht is echter meer uitzondering dan regel. Een grote hoeveelheid druppels zorgt jammer genoeg al snel voor een wat vaag, overbelicht beeld. Het is dan de kunst om je invalshoek zo te kiezen dat het je onderwerp goed uit laat komen.
Zonlicht van opzij
Er is nog een totaal andere manier waarop je een spotlight van de zon kunt gebruiken om je onderwerp uit te lichten, met ook een totaal ander resultaat. Voorwaarden hiervoor zijn dat de zon buiten beeld blijft, je onderwerp precies in het zonlicht zit en de achtergrond in de schaduw ligt. Het effect is dan geen lichte cirkel waarin je het onderwerp kunt plaatsen maar het zonlicht licht de contouren van je onderwerp op.
Als de zon weg is
Wat doe je wanneer de zon achter de horizon is verdwenen? Er zijn dan diverse mogelijkheden om je onderwerp in de spotlight te zetten zoals de maan, straatlantaarns, een flitser of een zaklamp. De werkwijze bij deze lichtbronnen is niet anders dan bij de zon, alleen zijn de mogelijkheden een stuk beperkter. Deze lichtbronnen zijn in het algemeen minder lichtsterk dan de zon waardoor het makkelijker is om ze direct als spotlight achter je onderwerp te zetten. Nou ja, makkelijker? Een echte volle maan is er natuurlijk maar één dag per “maand” dus je moet wel het juiste moment kiezen.
Een (bijna) volle maan die over het water schijnt, geeft een mooie lichtbundel die je kunt gebruiken om je onderwerp uit te lichten. Omdat de lichtsterkte van de maan flink minder is dan die van de zon is kans op overbelichting ook een stuk minder.
Straatlantaarns
Straatlantaarns bieden na zonsondergang altijd een mogelijkheid om je onderwerp in een spotlight te zetten. Het vervelende met straatlantaarns is echter dat deze qua kleurtemperatuur nogal sterk verschillen. Daar weet de camera vaak geen raad mee, ook niet wanneer je de witbalans aanpast aan kunstlicht (gloeilamp of tl-licht). Op de foto krijg je dan een gele, oranje of rode cirkel. Gelukkig zijn er ook straatlantaarns die gewoon wit zijn op de foto.
De werkwijze met straatlantaarns is verder hetzelfde als wanneer je gebruik wilt maken van bokeh-cirkels (zie vorige delen). Kortom: kies je onderwerp en zoek via de camera naar de lantaarns die dan als bokeh cirkels in de achtergrond te zien zijn.
Een straatlantaarn die langs de waterkant staat, biedt de mogelijkheid om je onderwerp te vangen in de reflectie op het water. In de winter hoef je daar niet lang voor op de blijven. ‘s Zomers is dat natuurlijk een ander verhaal. Als je onderwerp watervogels betreft, vraagt het wel wat geduld om te wachten op het juiste moment. Zo’n lichtbundel is meestal niet zo breed en voor je het weet is de vogel al gepasseerd. Met planten is dat natuurlijk een stuk makkelijker.
Zaklantaarn en flitslicht
Zonder maan en straatlantaarns zul je op een andere manier voor een spotlight moeten zorgen. Dat kan met een zaklantaarn of met een losse flitser. Een zaklantaarn is wellicht wat laagdrempeliger dan een losse flitser. Ze zijn in het algemeen niet alleen goedkoper maar je ziet ook meteen door de zoeker wat het effect is.
Wil je meer weten over het gebruik van zaklantaarns en externe flitser lees dan:
en/of
Dit tutorial is onderdeel van een 3-delige serie
In dit laatste deel, kwamen de mogelijkheden van druppels, de maan en kunstlicht aan bod.
2 reacties
Prachtig die foto van de 2 futen in de baan van een straatlantaarn!
Dank u wel voor uw fijne compliment!