Huismussen fotograferen?
Een aantal weken geleden bracht ik weer eens een dagje door in een vogelhut. In het notitieboekje, waarin je de waargenomen soorten kunt noteren, las ik dat een voorganger “een echt mussendagje” had gehad. Het was zo opgeschreven dat ik de teleurgestelde zucht van deze fotograaf bijna kon horen. Want echt, huismussen? Boring! Of juist niet? Eerlijk is eerlijk, ik hoop op zo’n dag ook op een sperwer, ijsvogel, buizerd of wat dan ook. Maar toch, zo’n hele groep badderende huismussen kan toch ook een gaaf beeld opleveren?
Kalender
Op mijn sociale media tijdlijnen zie ik gedurende het jaar steeds series van dezelfde foto’s voorbijkomen. Blauwborsten, oranjetipjes, steenuilen, dassen enzovoort. Alsof er een kalender bestaat die je als natuurfotograaf moet volgen. Dat is voor sommige fotografen een uitnodiging om vooral maar voor die “bijzondere” soort te gaan. Ik merkte bij mezelf ook dat ik in mei wat onrustig werd, want ik had nog steeds geen blauwborst gefotografeerd dit jaar. Gelukkig kan ik zo’n gevoel ook weer snel van me afzetten, want ik had wel heel veel andere foto’s weten te maken, waar ik wel heel erg blij mee was. Zoals een badderende Turkse tortel. Mijn bibliotheek in Lightroom liet daarna zien, dat ik eigenlijk nog nooit echt een tortel had gefotografeerd. En dat terwijl er in de winter soms wel 12 tortels tegelijk in mijn tuintje foerageren.
Compositie
Onlangs was ik voor de eerste keer op de Marker Wadden. Vooraf hoorde ik al dat er enorm veel baardmannetjes geteld waren. Dat zijn natuurlijk ontzettend leuke vogels met veel aantrekkingskracht. En inderdaad, nog voor we goed en wel aan land stapten, hoorden we baardmannetjes aan alle kanten. Maar wat waren ze snel en wat lieten ze zich steeds maar kort zien. In tegenstelling tot andere soorten, zoals de rietgorzen, die zich steevast boven aan de rietstengels vastklampten en mooi te fotograferen waren.
Toen ik een tijdje ergens was gaan zitten, toonde wederom een rietgors zich volop zingend. Naast me hoorde ik een andere fotograaf zuchten, omdat de baardmannetjes niet wilden meewerken. Maar ondertussen zag ik de rietgors met een prachtige achtergrond. Ondanks dat het midden op de dag was, werd het licht mooi gefilterd. Uiteraard is belichting een heel belangrijk aspect van de fotografie, maar wat mij betreft mag compositie best wat meer aandacht krijgen. Juist een sterke compositie kan een beeld zoveel krachtiger maken. Ik wachtte tot de rietgors even omkeek en maakte de foto.
Op soortenjacht?
Inmiddels weet ik van mezelf dat ik niet vrolijk word van het najagen of “scoren” van bijzondere vogelsoorten. Ik laat me liever verrassen door wat de natuur mij laat zien. En daar probeer ik dan die bijzondere foto van te maken. De foto die echt klopt qua belichting en compositie; de foto waar ik echt tevreden over ben. De soort die op de foto staat, is voor mij ondergeschikt. Dat betekent niet dat ik niet ga stuiteren, als ik opeens wel die hele mooie soort weet vast te leggen. Maar dat is dan een extraatje.
Juist door de rust te pakken en me volledig te richten op de foto, lukt het me om een interessant beeld mee naar huis te nemen. Ik laat de natuur bepalen welke vogel in dat beeld uiteindelijk verschijnt. En door de natuur op me af te laten komen, in plaats van erachter aan te jagen, heb ik tijd om te spelen met licht en compositie. Maar belangrijker nog, ik geniet maximaal van het hele proces: van het naar buiten gaan, de rust, de cadeautjes die de natuur uitdeelt, het bepalen van belichting en compositie en natuurlijk uiteindelijk de foto.
Niet links laten liggen
Wat je ook fotografeert en hoe je proces er ook uit ziet, uiteindelijk gaat het er natuurlijk om waar jij gelukkig van wordt. Maar door rust te pakken buiten en de gewone soorten niet links te laten liggen, kun je je fotografie wel een leuke boost geven. Want de “gewone” soorten zijn nu eenmaal meer aanwezig en daardoor heb je meer kansen om te spelen met de belichting en compositie en eens wat anders te proberen. En als je dan die leuke soort voor de lens krijgt, kun je er ook dat bijzondere beeld van maken, zoals de foto van de steenuil.
Hoe zit dat bij jou? Waar word jij blij van, die bijzondere soort of die bijzondere foto? Laat het hieronder weten!
18 reacties
Ben het volledig eens met Renate’s filosofie..het gaat toch eerst om mooie foto’s te maken of het nu een dagdagelijks tuinvogeltje is of van uiterst zelden geziene vogelsoorten(o.a).
Ooit zei een hoofredacteur me eens dat het moeilijker is om een goede foto van een wild konijntje te bemachtigen voor zijn magazine dan van een half wilde safari leeuw…
Voor uw foto’s sta ik in volle bewondering Renate !
Dank je wel, Hubert!
Fijne dag,
Renate
Jammer dat als iemand er voor kiest om soorten te jagen, weggezet wordt als dwaas.
Er wordt maar gezegd dat ieder zijn ding moet doen, maar degene krijgt dan wel het stempel dwaas…tja..
Als iemand in het logboek schrijft mussendag, mag dat toch? Daar kan een ieder zijn eigen interpretatie aan geven, maar wil niet zeggen dat het ook zo is.
Ik kan me best voorstellen als iemand geld heeft uitgegeven, misschien lang er voor heeft moeten rijden, eindelijk aan de beurt is omdat hutten vrij snel vol zijn en dan alleen maar “mussen” ziet teleurgesteld is. Tuurlijk is natuur geen garantie en bestelling. Maar men mag toch nog wel teleurgesteld zijn? We mogen al zo weinig meer….
Ik ben zelf overigens geen soortenjager, maar kan enorm genieten als ik wat nieuws zie..
Hoi Rogier,
Wat mij betreft is niemand een dwaas 🙂 Het is maar net waar je eigen interesse ligt. En ja, ik word ook blij van een nieuwe of bijzondere soort, zeker wel! Maar ik ben ook heel blij dat ik van de “gewone” soorten ook nog steeds heel erg kan genieten. Die kunnen wat mij betreft ook hele mooie foto’s opleveren en dat wordt nog wel eens over het hoofd gezien.
Bedankt voor je reactie!
Groet,
Renate
Als het je ziel en zaligheid is om aan het eind van het heelal, waar alle gidsen tevens menseneters zijn, de uiterst zeldzame Geelborsttoekitoeki (kenmerkend geluid, geen vergissen mogelijk: ’toe-ki-toe-ki) te kieken moet je dat streven vooral najagen. Mij niet gezien!
Verder bestaat er een heel strakke analogie tussen veldonderzoek en inhoudelijke fotografie: kies je onderwerp zo algemeen mogelijk voorkomend! Daarbij, wat vandaag als algemeen genegeerd wordt is niet zelden morgen zeldzaam.
Dat wil trouwens niet zeggen dat terwijl je algemeenheid aan het kieken bent daar niets zeldzaams tussen kan zitten; zo ben ik al ruim twee jaar doende heel simpel mijn kleine stukkie wereld rond de boerderij te kieken, als onderwerp dus voor mij algemeen want ik vertoef er dagelijks… komen daar parbleu toch ook nog enkele ‘zeldzame’ species uit te voorschijn!
Algemeenheid kan ook zeer uitdagend zijn: neem het onderwerp ‘vliegen’. Pas zeer recent is het me eindelijk gelukt een vliegende wesp naar believen scherp te kieken. Daar was ik ergens halverwege jaren 70 al aan begonnen onder inspiratie van Stephen Dalton….
Leuke column. Maar waarom sluit je je eigenlijk aan bij zo een optocht der dwazen op zoek naar de ’trommelende BIG 5′? Of heb je aldus doende juist geleerd dat dat jouw ding niet is?
Hoi Egon,
Dank voor je uitgebreide reactie. Ik ben het met je eens dat een “gewone” soort morgen zomaar “bijzonder” kan zijn. En waar ik volop huismussen in mijn tuin heb, zien anderen ze zelden.
En ja, de optocht der dwazen 🙂 Als beginnend vogelaar was ik vooral op zoek naar kennis. Ik wilde zo graag alle vogels kennen en zien. Tegenwoordig laat ik het veel meer op me afkomen en geniet ik daar veel meer van.
Fijne dag!
Renate