De enige echte endeem van Iran
Waarschijnlijk heb ik nooit gastvrijere mensen ontmoet dan in Iran, het land met de minst gastvrije uitstraling die je je maar kan voorstellen. Het is dan ook zeker geen populaire bestemming onder natuurfotografen of vogelaars en aangezien dit vogeltje echt alleen maar in Iran voorkomt zullen er weinig lezers zijn die de soort kennen. Nou helpt het natuurlijk ook niet dat de soort in geen enkele Europese veldgids voorkomt, zelfs niet als die beweren het hele Midden-Oosten mee te pakken. In meer gespecialiseerde Engelstalige gidsen zoals de uitstekende Birds of the Middle East van Porter et. al. vind je hem wel als Pleske’s Ground Jay; “Habitat: steppe with scattered low bushes. Nest undescribed.” Een vogel waarvan het nest nog nooit beschreven is, die wil je toch zeker gaan zien!
Eens een twitcher, nooit meer een twitcher?
Om te beginnen eerst maar wat opbiechten. Voor ik fototoestellen verzamelde joeg ik op vogeltjes, uiteraard met een camera of verrekijker en niet met een dubbelloops. Vanuit Groningen met 5 man in een auto (wel op LPG voor het milieu…..) naar Veere op en neer voor de eerste kleine toppereend in Nederland, ik draaide er m’n hand niet voor om.
Maar uiteraard was ik niet naar Iran afgereisd met als doel om dat ene gekke, zeldzame vogeltje te zien. Nee, het excuus om dicht bij de ‘as van het kwaad’ te vogelen waren internationale watervogel-tellingen. Immers, als je vogels telt of inventariseert ben je geen vogelaar of twitcher meer, maar ben je bezig met serieuze zaken, misschien zelfs met ornithologie. En als je daar dan toch loopt te zweten, ter meerdere eer en glorie van de wetenschap, dan pak je zo’n zeldzaamheid even mee. Ik heb geen eens een agenda, laat staan een dubbele!
Hassan the donkey killer
Onze Iraanse gastheren en -vrouwen deden er alles aan om het ons naar de zin te maken. Zo kregen we ieder jaar een meerdaagse fieldtrip aangeboden en bezochten we onder andere het indrukwekkende Persepolis. Ook kregen we de steeds de vraag welke vogel we nu het allerliefste wilden zien. Op een gegeven moment werd ook de Perzische grondgaai in de aanbieding gegooid en het zou natuurlijk erg onbeleefd zijn geweest om zo’n aanbod af te slaan.
Nog ruim voor het eerste ochtendgebed en in het stikdonker zaten we met z’n allen opgepropt in de fourwheeldrives. Enigszins bezorgd zag ik dat ik die dag bij Hassan in de auto zat, een grimmig kijkende beer van een kerel met de uitstraling van Bokito met een ochtendhumeur. Niet dat hij niet vriendelijk was, integendeel, hij was van het type GVR en dat ene ongelukkige incident met die ezel zat ik ook niet echt mee. Mijn grootste zorg waren zijn spontane lachbuien, zonder enige aanwijsbare reden kon hij achter het stuur uitbarsten in een exploderend binnenpretje waarbij hij zich, met tranen in de ogen van het lachen, met beide handen op de dijen kletste. Bij 120 km/u in een land met jaarlijks 30.000 verkeersdoden niet echt geruststellend!
Ze zitten ‘altijd’ in de top van een struikje….
Het voorkeursbiotoop van de gaai, waar we veilig arriveerden bij het eerste ochtendlicht, bleek de gigantisch uitgestrekte steppe van Bahram’gur Protected Area te zijn. Tientallen vierkante kilometers droge stoffige vlakte bezaaid met duizenden even zo droge, schijnbaar dode kale struikjes. Op die laatste hadden wij onze hoop gericht, want uit de schaarse literatuur wisten we dat onze doelsoort bij voorkeur in het topje van een struik zijn omgeving in de gaten houdt. Het enige wat we hoefden te doen was dus om alle struikjes af te zoeken! Na enig overleg werd besloten tot een gestructureerde, bijna militaire aanpak. Met een onderlinge afstand waarop we elkaar nog net konden beschreeuwen trokken we evenwijdig de vlakte op. Die gaai had geen schijn van kans om aan ons te ontkomen………
Gelukkig hebben we de foto’s nog (niet)
Vele uren en lege waterflesjes later kwamen we weer bij elkaar onder de inmiddels blakerende zon, zonder dat we ook maar een glimp van de Perzische steppegaai hadden gezien. Slechts één fotograaf meende ‘iets’ uit de top van een struikje te hebben zien wegvliegen, maar bij gebrek aan bewijspixels bleef het daarbij, een claim van een roepende in de woestijn.
Niet lang daarna ben ik gestopt met het soortenjagen. Mensen vragen me nu soms nog wel eens iets als “Ben je nog naar de lammergier geweest? Hij zat vlak bij jou!”, maar meer dan een verbaasde blik krijgen ze dan niet als antwoord. Ik heb besloten dat mijn mooiste vogelwaarneming ooit de Perzische steppegaai was die ik nooit heb gezien. Per slot van rekening moet een mens wat te wensen overhouden en als ik ooit nog een keer in Iran kom zit er vast wel één in de top van het eerste de beste struikje waar ik mijn camera op richt.
5 reacties
Ok Jaap leuk om te weten, zal idd een uitdaging zijn om daar naar toe te gaan.