Ik herinner mij nog goed het moment dat ik tijdens een van mijn fototochten voor ’t eerst in mijn leven een hazenpootje (paddenstoel: Coprinopsis lagopus, een kleine inktzwam) langs een pad zie staan. Ik waarschuw meteen mijn fotomaatje. Het is een gelukzalig moment voor ons beiden, want “deze hadden we altijd al eens willen fotograferen!”. Meteen zakken wij allebei door de knieën met de macrolens in de aanslag. In m’n ooghoeken zie ik wel wat beweging even verderop het pad; er nadert een baasje met een nogal forse, loslopende, hond. Okay, ik voel me op zo’n moment niet helemaal senang in mijn regenbroek (terwijl het niet regent) in een niet al te charmante gebogen houding op dat smalle strookje gras langs ’t pad, maar de aanblik van dat prachtige en fragiele paddenstoeltje maakt dat ik me daar volledig op focus.
Het onwetende en enigszins verwarde hondenbaasje (“wat doen die rare vrouwen daar knielend in ’t gras?”) doet net of ze ons niet ziet en loopt gewoon achter ons langs. De hond kent die verwarring of gêne niet, enthousiast komt hij naar ons toe. Het baasje zegt niets. Ik hou mijn adem in en dan is het al te laat… een grote, harige poot midden op het kwetsbare hazenpootje.
M’n hart breekt, evenals het paddenstoeltje. Het baasje heeft geen idee waarom wij ineens allerlei geluiden voortbrengen; het maakt ons waarschijnlijk nog afschrikwekkender. Ze is inmiddels al verder, ze kijkt niet eens om. De hond huppelt haar al weer achterna. Beiden hebben geen idee van hun rol in het drama dat zich onder onze ogen heeft afgespeeld. Het hazenpootje is overleden.
Dit was een van die ontmoetingen die ik nooit vergeten ben. Naast deze tragedie zijn er ook die andere gebeurtenissen, waarbij ik bijvoorbeeld mijn knie in een imposante drol neerzet. Die ene keer helaas zonder regenbroek, zodat ik de vochtige massa door de stof van mijn broek voel trekken. Of waar het schattige hondje zijn poot optilt tegen mijn fotorugzak! Moet je dan eigenlijk iets zeggen tegen al die baasjes die je aan staan te kijken met een blik van “dat doet ‘ie anders nooit!”? Dat doe ik dan ook maar weer niet, omdat ik weet dat ik daar zelf dan weer een rothumeur aan over hou, omdat mensen eigenlijk nooit reageren zoals je hoopt. En het is ook zo Hollands om dat vingertje op te heffen. Ik onderga het dus allemaal lijdzaam. Het hazenpootje heb ik gelukkig ook op andere plekken ontdekt, de broek gaat de was in en de tas wordt schoongespoeld.
Natuurfotografie en (loslopende) honden is gewoon geen gelukkige combinatie en dan heb ik het nog niet eens gehad over alle meldingen van kleine reekalfjes die in deze tijd van het jaar doodgebeten worden door diezelfde vrolijke viervoeters… Voor de gezelligheid én de veiligheid ga ik dan toch maar liever met mijn IVN fotovrienden op pad. Zij luisteren tenminste als er een hazenpootje vertrapt dreigt te worden. Sterker nog: zij weten als geen ander waar de hazenpootjes staan!
9 reacties
Ha Liesbeth, wat leuk dat je nu ook schrijft voor natuurfotografie.nl! Welkom bij de club. Groeten, Paul
Leuk stuk om te lezen Liesbeth. Mooi evenwicht tussen terechte ergernis en humor!
Mooi verhaal! En ja de meeste hinden eigenaren snappen niet wat een luisterende hond is, helaas! Maar ze zijn er wel hoor, fat het een zeldzaamheid is is wel erg jammer. Anja