Waarom portretten?
Er zijn ontzettend veel verschillende soorten insecten. Als je snel kijkt, is een bij een bij en een vlieg een vlieg. Maar als je iets beter kijkt, zie je dat de ene bij of vlieg de andere niet is. En dat is heel leuk om vast te leggen! Hierdoor geef je de insecten een beetje een persoonlijkheid mee.
Scherp stellen
Wat er scherp in beeld is, trekt de aandacht. Net als bij portretfotografie van mensen, wil je meestal dat de aandacht naar de ogen gaat. Stel je daarop scherp, dan kan het niet misgaan.
Hou er rekening mee, dat bij macrofotografie je scherptediepte echt klein is. Het kan daarom zijn dat je een kleiner diafragma (hoger getal) moet gebruiken om alles scherp te krijgen.
Rustige achtergrond
Door een rustige achtergrond te gebruiken, gaat alle aandacht naar je onderwerp. Bij macrofotografie is het gelukkig makkelijk om een beetje te “tuinieren”. Een grasspriet die in de weg zit, kun je even aan de kant drukken en een los takje leg je een paar cm verderop neer. Door een groot diafragma (lager getal) te gebruiken, wordt de scherptediepte kleiner en dat zorgt ook voor een rustige achtergrond.
Focusstack
“Lekker tegenstrijdig”, hoor ik de oplettende lezer nu denken. “Eerst moet ik een klein diafragma gebruiken en een alinea later juist een groot diafragma”. De scherptediepte hangt af van wat voor soort lens je gebruikt en ook van de afstand tot het onderwerp. Het is altijd een beetje uitproberen wat goed werkt in een specifieke situatie. Mocht het nou zo zijn dat je niet alles scherp krijgt wat scherp zou moeten zijn, dan kun je nog een focusstack maken. Hierbij maak je meerdere foto’s, waarbij je de scherpte steeds een stukje verlegt. Die foto’s voeg je dan samen tot 1 afbeelding, waardoor je in totaal dus meer scherp krijgt. Sommige camera’s kunnen dit voor je doen. Als je camera deze functie niet heeft, kun je de beelden in de nabewerking samen voegen.
Licht
Veel insecten hebben een glimmend schild. Als je ze in de felle zon of met een flitser fotografeert, levert dat vaak lelijke reflecties op. Het beste kun je daarom een diffuser gebruiken op je flitser. Als je op een zonnige dag fotografeert, kun je het insect in de schaduw zetten door bijvoorbeeld een paraplu of een diffusiescherm te gebruiken.
Standpunt
Het standpunt is belangrijk bij een portret, omdat het een bepaald gevoel kan oproepen.
Als je insecten op ooghoogte fotografeert, heeft dat veel meer impact dan wanneer je ze recht van boven op de foto zet. Je krijgt hierdoor een indringender foto, omdat het lijkt alsof je meer contact hebt met het beestje.
Als je ietsjes schuin naar boven fotografeert, dus van net onder ooghoogte, lijkt het onderwerp groter en imposanter.
Fotografeer je een heel klein beetje naar beneden, dan lijkt het diertje kleiner. Dat kan iets schattigs geven. Door je standpunt dus een heel klein beetje te veranderen, kun je een heel andere emotie oproepen.
Menselijke trekjes?
Soms lijkt het net alsof een dier iets menselijks doet. Zo vind ik dat het bij libellen en juffers soms lijkt of ze lachen. Dat geeft dan toch iets grappigs aan een foto. Zo heb je ook dieren die altijd een beetje boos lijken te kijken. Door dit soort uitdrukkingen op de foto te zetten, vertel je er meteen een verhaaltje bij. Je kunt het natuurlijk niet regisseren, maar het geeft je foto wel net iets extra’s.
