Ritselen
Het is begin augustus en héél vroeg in de ochtend. Eigenlijk is het gewoon nog nacht. Ik gok dat 90% van de Nederlandse bevolking nog ligt te slapen en ik ben stiekem best een beetje jaloers op hen. Over een kwartiertje komt de zon op en nu ik hier in een donker bos loop, lijkt dat warme bed erg aantrekkelijk. Wat niet wil zeggen dat ik het niet naar mijn zin heb! Samen met een vriendin (en fotomaatje) zijn we op weg naar de paarse heide. Het is nog donker in het bos, we praten zachtjes en vallen af en toe stil als we links of rechts van ons iets horen ritselen. Was dat een wild zwijn? Of iets anders? Het blijkt steeds loos alarm te zijn, maar we zijn ons in toenemende mate bewust van onze kwetsbaarheid. We spreken naar elkaar uit dat we héél blij zijn dat we er samen lopen en niet alleen. Je weet maar nooit wíe of wát er ineens voor je staat…
Magische ontmoeting
Ik maak een sprongetje in de tijd. Het is twee weken later en half zes in de ochtend. De zon staat op het punt om op te komen en ik loop met een collega (ook weer een fotomaatje, wat ben ik toch een mazzelaar!) door Meinerswijk, het uiterwaardenpark van Arnhem. Al struinend lopen we door het gebied en tot onze grote verrassing treffen we langs de waterkant een bever! Hoe gaaf! Ik ga volledig op in het moment, tot ik een stukje verderop ineens een man zie staan. Ik schrik even. Waarschijnlijk staat die man net als wij ontzettend te genieten van de bever in het water. Toch bekruipt me een ongemakkelijk gevoel en ik ben blij dat ik hier samen met iemand ben. Hoe zou ik me hebben gevoeld als ik alleen was geweest? Had ik dan net zo kunnen genieten van de magische ontmoeting met de bever of zou ik mijn spullen dan hebben ingepakt en zijn doorgelopen?
Niet de enige
Het zijn confronterende gedachten, die de afgelopen maanden regelmatig door mijn hoofd spookten. Waarom voel ik me soms kwetsbaar als ik ’s ochtends vroeg alleen met de camera op pad ben? Heb ik dat kwetsbare gevoel ook als ik overdág alleen de natuur in ga? En vooral: ben ik hier nou echt de enige in of zijn er meer vrouwen (en mannen) die dat gevoel kennen? Ik besluit mijn netwerk op Instagram in te schakelen en de vraag aan mijn vrouwelijke volgers voor te leggen. En dan gebeurt er iets wonderlijks. Dit onderwerp, waar ik niet zo vaak iets over lees, blijkt enorm te leven. Ik ben niet de enige en dat is tegelijkertijd geruststellend als erg verontrustend.
Een beetje eng
Eén van de beste momenten om de natuur te fotograferen is tijdens ‘het gouden uurtje’. En dat uurtje is extra mooi net ná zonsopkomst. Hoe zonde is het dan dat een deel van de natuurfotografen juist dat moment mijdt? Omdat ze zich ‘onveilig voelt’, het ‘een beetje eng vindt’ om alleen de natuur in te gaan, zich ‘als vrouw kwetsbaar voelt’ of zelfs ‘bang’ is om zo vroeg alleen een natuurgebied in te gaan. Dit zijn niet mijn woorden. Het zijn de woorden van vrouwen die reageerden op mijn vraag, wat hen tegenhoudt om alleen op pad te gaan ’s ochtends vroeg. Ik kreeg van vrouwen én mannen persoonlijke verhalen te lezen, waaruit blijkt dat de angst ‘een of andere gek’ tegen te komen, best groot is. Van sommige verhalen werd ik echt even stil… Dit leeft. Niet alleen bij mij.
Het was verademend om te zien dat er ook een paar nuchtere redenen zijn, om niet voor dag en dauw met de camera buiten te staan: ‘ik ben geen ochtendmens’ en ‘ik kom ’s ochtends mijn bed zo moeilijk uit’. Twee argumenten die ook zeker regelmatig een rol spelen bij mij… ?
Samenstelling van de seksen
Die ochtend bij de paarse heide, kwamen we vooral mannen tegen. Groepjes mannen die met statief en camera klaar stonden voor de zonsopkomst, mannen die de hond uitlieten, hardlopende mannen… Misschien lag het aan het moment en zou de samenstelling van de seksen er op een andere ochtend compleet anders uit hebben gezien. Maar ik betwijfel dat. De keren dat ik vroeg opstond en de natuur in ging, kon ik de vrouwen die alleen aan het fotograferen waren, op één hand tellen.
Gewoon doen
Gelukkig kwamen er uit mijn – uiteraard niet bepaald wetenschappelijk gestaafd – onderzoekje ook positieve punten naar voren. Ik vroeg aan de vrouwen die wél voor dag en dauw alleen op pad gaan, of ze nog goede tips hebben. ‘Gewoon doen’, ‘wees zelfverzekerd’ en ‘laat je niet leiden door angst’. Nog een paar praktische tips: ‘neem je hond mee’, ‘een stevig statief’ en ‘draag áltijd je telefoon’ bij je! Laat iemand weten waar je bent en stuur eventueel af en toe een appje.
En een tip van mijn eigen hand: Ga op zoek naar een fotomaatje. Er is vast iemand in jouw omgeving die ’s ochtends vroeg ook liever samen dan alleen op pad gaat! Plaats gewoon een oproepje en wie weet wat er uit volgt.
Het is niet mijn bedoeling om ‘dé vrouw’ (als die al bestaat) als kwetsbaar weg te zetten. Ik geloof alleen wel in gelijke kansen voor iedereen; man of vrouw, stoer of wat voorzichtiger. En ik schrik ervan dat een deel van de vrouwelijke natuurfotografen zich beperkt voelt door angsten en niet optimaal durft te genieten van al het moois dat de natuur te bieden heeft. Ook in het gouden uurtje.
Hoe zit dit bij jou? Herken je dit bij jezelf of bij andere fotografen? Ik ben heel benieuwd naar jullie verhalen en tips om jezelf over dit gevoel heen te zetten.
66 reacties
Zo was ik eerder dit jaar om midden in de nacht mijn wekker te zetten voor de maansverduistering en dan de polder in te rijden voor goed zicht aangezien ik zelf midden in de stad woon. Ondanks dat mijn man de volgende dag moest werken stond hij er op met me mee te gaan. Ik moet zeggen dat ik er blij mee was, je zit toch rustiger.
Overdag ga ik graag alleen, maar ik stuur vaak berichtjes tussendoor zodat er altijd iemand is die weet waar ik ben.