Buiten beeld
Ik moet er namelijk regelmatig aan denken als ik weer eens een foto voorbij zie komen waarbij haast zeker de boel flink geënsceneerd is. Dat staat er dan echter zelden bij. We hebben het er in de natuurfotografie altijd over dat we iets moeten laten zien zoals het werkelijk was. Dus niet te zwaar bewerken en zeker niks in beeld weghalen of klonen. Dat is een ‘after-the-fact’ Photoshop discussie. Maar is ‘before-you-act’ wat er bij het maken van de opname buiten beeld gebeurt niet net zo belangrijk als wat er in beeld gebeurt? Is wat je niet ziet niet net zo gewichtig als wat je wel ziet?
Het onderwerp laaide onlangs weer op toen een reisorganisatie in Zuid-Afrika een petitie startte voor het diskwalificeren bij wedstrijden van foto’s die tot stand zijn gekomen met gebruik van al dan niet levend aas. De modder waarmee al vrij snel werd gegooid vertroebelde de discussie en deed deze uiteindelijk verzanden in een ordinair spelletje jij-bakken. Tussen de regels door las je nog af en toe een waardevolle inbreng over hoe je dan dergelijke beelden zou moeten identificeren. Kijk, als het aas duidelijk in beeld ligt of in bek en snavel van de nieuwe eigenaar verpoost, weet je in ieder geval dat het is gebruikt.
Bontjes in de sneeuw
Denk aan de zeearenden en steenarenden op dode vossen en marters. Je kunt dan wel betogen dat het dier in kwestie zijn prooi zelf heeft gevangen, maar bij dergelijke enigmatische edoch schuwe roofvogelsoorten is de kans dat je ze zonder aas zo voor hut en lens krijgt enorm klein. 99,9% zeker dus dat er gebruik is gemaakt van aas voor een hut. Maar wat als zoiets net buiten beeld gebeurt? Als diezelfde vliegende deur in spreidstand dwars door een sneeuwbui vol het beeld in komt zeilen, weten we allemaal dat ie op weg is naar een zorgvuldig uitgespreid roadkill-bontje. Waarom? Omdat we de plekken, praktijken en bijbehorende pappenheimers inmiddels (her)kennen. Een AWD-vos herkennen we ook meteen aan diens mugshot.
Er zijn echter heel wat aassituaties denkbaar die minder wijdverbreid zijn en die we dus niet meteen herkennen. De meest onschuldige het gebruik van zaadjes en nootjes. Eigenlijk bedoeld om vogels en eekhoorns de winter door te helpen, maar het hele jaar door ook bijzonder geschikt om datzelfde spul te verleiden een dansje voor de lens te komen doen.
En wat te denken van nestfotografie? Als het nest niet op de foto staat, bekent dat nog niet dat het niet (te) dicht in de buurt is. Misschien wel net buiten beeld. Of een in een gordijn van spetters opduikende ijsvogel, hoe meer baarsjes in de oranje dolk, hoe hoger de online score. Binnenkort in dit theater: een synchroon duikend echtpaar ijsvogel. Met wasknijpers op de snavel. Tien tegen een dat er een aquarium met aasvisjes net onder de waterspiegel is geplaatst. Toch staat dat er zelden bij. Niet de hele waarheid vertellen is niet precies hetzelfde als liegen, maar toch.
Dan is het vervolgens de vraag of het gebruiken van aas, nest of andere hulpmiddelen moet kunnen of niet. Persoonlijk vind ik het allemaal geen enkel probleem, met als bijzonder belangrijke kanttekening dat de fotograaf zijn uiterste best moet doen om ernstige verstoring (nest verstoren, afhankelijk maken van voedsel, verblinden, uit winterslaap flitsen) te voorkomen. Kan dat niet, dan meteen stoppen.
Pleitnota
Waar de grens precies ligt weet ik ook niet. Dat weet niemand en bovendien ligt die grens ook bij iedereen ergens anders. Om te kunnen bepalen waar je eigen grens ligt is wel van belang dat je wéét hoe een foto tot stand is gekomen. En dan komen we wat mij betreft bij de kern van dit verhaal.
Enerzijds is fotografie altijd een interpretatie (die van de fotograaf) van de werkelijkheid en is het juist de bedoeling dat de kijker zich middels fantasie een eigen beeld kan vormen van wat er zich buiten beeld afspeelt. De keerzijde is dat bij een gewaardeerd en groot deel van ons publiek, namelijk onze directe collega’s, die ruimte voor beeldvorming kan leiden tot slecht geïnformeerde beslissingen. Op zoek naar hetzelfde soort beeld zouden ze uit onwetendheid zomaar onverantwoorde keuzes kunnen maken met misschien wel onherstelbare schade aan het onderwerp en diens omgeving tot gevolg. Ook goed geïnformeerde fotografen maken domme keuzes, maar dat is voer voor een andere column.
Het zou wat mij betreft mooi zijn wanneer fotografen meer openheid van zaken zouden geven door in een paar regels te schetsen hoe de foto tot stand kwam. En dat is lastig, want zijn we niet allemaal bang dat de waarheid afbreuk doet aan de waardering voor onze foto’s? Zijn we diep van binnen niet allemaal Buckets die het belangrijk vinden door anderen als een Bouquet gezien te worden?
Ik ben weg, even mijn zus verstoppen.
14 reacties
Heel goed, maar verontrustend artikel. Natuurfoto’s moet je met respect voor de natuur maken en niet met kunst en vliegwerk. Als ik wel eens kijk naar “Making of…” van BBC natuurdocumentaires en zie wat ze dan allemaal over hoop halen voor een mooi shot. Verontrustend vind ik ook de toename van het gebruik van drones in natuurgebieden. Verontrust ook het wild. Een van de redenen dat je niet meer zo mag rondstruinen buiten de paden op de Hoge Veluwe is dat sommigen het hebben verpest. Ik heb gehoord dat mensen in de struiken zaten, terwijl anderen een soort drijfjacht hielden om het wild op te jagen zodat “mooie” opnamen gemaakt konden worden. Waar ben je dan mee bezig. Ik ga voor puur en eerlijk, ook met de nabewerking.
BBC is een goed voorbeeld. Die maken de mooiste beelden, maar de totstandkoming blijft vaak onderbelicht of er wordt selectief gewinkeld in beeldmateriaal. Weken wachten op dat ene shot…tot ineens uit komt dat ijsbeerwelpen in een dierentuin zijn gefilmd…
Er zou eigenlijk een categorie bij moeten genaamd ‘staged’ bij alles wat vooropgezet is. Het is te makkelijk om alles maar ‘geschoten in het wild’ te noemen, terwijl duidelijk zichtbaar is aan het gedrag van het dier of het beeld dat dat niet zo is.
Eens. Mensen zullen er niet altijd eerlijk mee omgaan, maar het is een begin.
Mijn ouders hebben mij geleerd: “een halve waarheid is een hele leugen”. 😉
Centrum voor Natuurfotografie (CvN) heeft hiervoor m.i. een hele nuttige codering voor bedacht. http://www.centrumvoornatuurfotografie.nl/
Helemaal mee eens. CvN heeft dat vermoedelijk gebaseerd op Fritz Pölking die er decennia geleden al voor wedijverde. Ik ben voor.