Fotografeer in zwart-wit
Fotografeer je in RAW? Zet je camera dan eens in zwart-wit! Nee, dat is niet persé om zwart-wit foto’s te maken, maar dat is om beter te leren kijken in licht en donker. Als je in RAW fotografeert worden nog steeds alle kleuren in je RAW opgeslagen – je kan je foto dan gewoon in kleur bewerken. Maar op je schermpje zie je alles in zwart wit. En dit helpt je met kijken.
Bijvoorbeeld onderstaande foto van een man met zijn hond. Dat lijkt een prima foto: mooi licht, onderwerp, lijnen, diepte.
Maar als je die in (hoog-contrast) zwart-wit bekijkt, dan zie je dat de man een beetje wegvalt in de achtergrond. Dit was in eerste instantie niet zo opgevallen.
Door een wat ander standpunt te kiezen, komt de man vrij van de achtergrond, waardoor het onderwerp meer tot zijn recht komt.
High-key of low-key
Een ander spel van licht en donker is een high-key of een low-key foto. Bij een high-key maak je bewust een overbelichte foto met weinig contrast. Overbelichte delen in je foto zijn geen probleem, zolang details in je onderwerp maar zichtbaar blijven. Foto’s met veel lucht, sneeuw of zand doen het hierbij goed.
High-key beelden laten vaak donkere delen van je foto mooi uitkomen: deze zijn dan mooi belicht, terwijl de lichtere delen van je foto (bijna) wit zijn en daarmee wat wegvallen. Daarnaast krijgt het mooie zachte pasteltinten, doordat alle kleuren zo licht zijn.
Een low-key afbeelding is dan weer juist erg onderbelicht. Het is daarbij niet erg dat schaduwen ‘dichtlopen’ en puur zwart worden. Onderwerpen waarbij weinig tot geen lucht te zien is vormen een goed decor voor low-key foto’s. Door het vele donker in de low-key afbeelding benadruk je juist de lichte delen van de foto.
Bijvoorbeeld bovenstaande bosfoto. Een ‘gewone’ foto van een bos in de mist. Als we deze foto low-key maken, dan krijgen de berken en het zachte licht wat daarop valt veel meer de nadruk: door het donker, zetten we het licht in de schijnwerpers.
Bewerking
Hoe bewerk ik dan zo’n donkere foto? Allereerst Maak ik hem een stuk donkerder dan de ‘gewone’ belichting. Ook breng ik de schaduwen en zwarttonen wat terug. Daarna haal ik de hooglichten en wittinten op, zodat die in de schijnwerpers komen – maar ga hiermee niet te ver: dat gaat ten koste van de donkere sfeer. Deze bewerkingen zorgen voor meer contrast in de foto, wat zorgt voor meer verzadiging. Maar die felle kleuren wil ik niet, waardoor ik de vibrance wat terug schroef.
Vervolgens ga ik met de tone-curve wat spelen:
- Ik haal het zwartpunt omhoog: dit maakt de foto minder hard en geeft wat extra sfeer
- Ik haal het blauwpunt omhoog: dit zorgt voor wat blauwtinten in de schaduwen, en duw in het midden de curve iets naar het gele – zodat de rest van de foto niet te koel wordt. Dit is eigenlijk een truc van de oude meesters: zei schilderden schaduwen al met wat blauwtinten. In een schaduw valt geen zonlicht en het licht wat je hier ziet is het ‘strooilicht’ van de blauwe lucht.
Dit resulteert in onderstaande foto. Nu komt de low-key nog niet goed tot zijn recht: de aandacht gaat nu niet naar de bomen, maar naar de plukjes lucht, omdat dit het lichtste onderdeel is van de foto. In Photoshop vul ik die delen daarom nog in door wat gebladerte van de omgeving erin te clonen.
Conclusie
Bekijk je onderwerp ook eens door een licht-donker bril! Vraag jezelf af: wat voor sfeer wil je neerzetten met je foto? Is er veel licht of is er juist veel donker aanwezig in de foto? Wat wil je benadrukken en hoe komt dat zo goed mogelijk tot zijn recht? Ga vooral ook eens spelen met je al gemaakte foto’s: zitten er foto’s tussen die in een omgeving met weinig licht gemaakt zijn (bijvoorbeeld in een bos), of heb je foto’s die juist in een lichte omgeving gemaakt zijn (bijvoorbeeld op het strand). Ga daar eens mee spelen in de bewerking en wellicht zie je dingen die je eerst niet zag. Als je dat eenmaal gezien hebt, dan ga je het ook tijdens het fotograferen herkennen, wat je weer extra mogelijkheden geeft.