Net als in de film
Het eenvoudige antwoord: niet. Het meer complexere antwoord: we zouden het wel kunnen proberen.
Je kan natuurlijk je foto tentoonstellen in een vochtig dampend bos, maar wellicht is dat wat te hoog gegrepen. We focussen ons hier puur op de foto zelf – hoe we daarin meer sfeer kunnen creëren nadat we de foto genomen hebben: in de nabewerking. Als we kijken naar speelfilms, dan hebben die de luxe om zowel het gehoor als het zicht te bedienen. De muziek en geluidseffecten zijn daarbij misschien nog wel het belangrijkste: zet bij een spannende achtervolgingsscène maar eens een kerstliedje aan: het wordt gelijk een stuk minder spannend.
Maar ook met het beeld worden er bij een film alle trucs uit de kast getrokken om daar zoveel mogelijk sfeer in te krijgen. Kijk maar eens naar onderstaande filmbeelden. Welke sfeer roept dat bij je op?

Schemerlamp
Maar hoe voegen we in onze eigen foto’s nu meer sfeer toe? Aan de hand van onderstaande foto laat ik zien hoe ik die na bewerk met Lightroom.

We beginnen eerst met de belichting (exposure) wat terug te schroeven. Sfeer creëren we makkelijker bij wat minder licht dan bij meer licht: een gezellige schemerlamp doe je immers op een winteravond aan, niet op een zonnige zomerdag.

Daarna is het tijd om een schemerlampje op ons onderwerp te zetten: We voegen een radiaal-filter toe op ons onderwerp en maken dat wat lichter. Daarna voegen we nog een radiaalfilter toe, maar die keren we om – zodat hij van toepassing is op de randen van de foto. Deze maken we juist weer wat donkerder.


Curven
Nu gaan we met de curven spelen. We halen het zwartpunt (de grafiek linksboven) flink omhoog. Dit verminderd het contrast en zorgt ervoor dat de pure zwarttinten wat modderig/grijs aandoen. Hiermee proberen we het dampende gevoel te benadrukken: in een dampende mistige omgeving zijn alle kleuren ook wat fletser.

Verder halen we ook het blauwpunt nog wat omhoog. Dat heeft er mee te maken dat over het algemeen de schaduwen in de natuur een wat koeler licht hebben dan de lichte plekken (waar meer zonlicht valt). Door het blauwpunt omhoog te halen benadrukken we dat. Omdat het geheel zo een wat blauwe zweem krijgt, buigen we het midden van de curve wat naar het gele toe.

Spelen met kleur
Nu is het tijd om met kleur te gaan spelen. Dit kan zowel met de curven (wat we met de blauw-curve al gedaan hebben), als met het ‘calibration’-panel, het ‘color-mixing’-panel en het ‘color-grading’-panel. De mogelijkheden zijn eindeloos, dus ga hier vooral uitgebreid zelf mee spelen. Interessant is hierbij om het kleurenwiel in gedachten erbij te houden. Zo zou je er voor kunnen kiezen om een wat meer ton-sur-ton benadering te kunnen kiezen (alles ongeveer dezelfde kleur), door bijvoorbeeld de groene bladeren iets geler te maken. Dat matcht dan mooi met de oranjebruine boomstammen. Anderzijds kan je ook juist op zoek gaan naar complementaire kleuren. Bijvoorbeeld oranje en blauw – iets wat je in veel films gebruikt ziet worden. Bij al deze bewerkingen geldt: hou jezelf in! Ga niet te ver met de schuifjes!
Zelf maak ik het groen een heel klein beetje geler (het blijft groen, maar het mag van mij meer naar geelgroen doorslaan dan naar blauwgroen) en voeg met het ‘color-grading’ panel blauw/oranje toe bij de schaduwen/hooglichten.


De warmte van de zon

Bij deze foto hebben we zacht zonlicht. Dat warme gevoel van de zon gaan we nog extra benadrukken met een radiaalfilter die we over de zon en haar omgeving plaatsen. De kleurtemperatuur van dit radiaalfilter schroeven we flink op en we voegen ook nog een oranje kleurtint eraan toe (‘color’). Omdat in direct zonlicht details vaak wegvallen, voegen we negatieve texture, clarity en dehaze toe, waardoor het gebied rond de zon wat zachter oogt.


Conclusie
De puristen onder de lezers zullen waarschijnlijk vinden dat deze bewerkingen afbreuk doen aan de originele foto: zo was het niet in het echt. Maar de originele foto is ook niet de ‘echte’ situatie – want in de echte situatie had de fotograaf meer zintuigelijke waarnemingen dan alleen hetgeen hij zag.
Nee, we kunnen het gevoel wat we hadden bij het maken van een foto niet ‘meenemen’ in de foto. Maar we kunnen wel in de bewerking dingen doen om meer sfeer toe te voegen, waardoor de kijker van de foto er een bepaald gevoel bij krijgt. Doordat je inspeelt op het onbewuste gevoel van de kijker, wordt een foto beter ‘beleefd’, waardoor hij beter blijft hangen. Gevoel en sfeer zijn zaken die je niet ziet en ieder weer op een andere manier ervaart. Door wat te spelen met belichting en kleur kan je de kijker van de foto wel wat sturen in zijn beleving.
2 reacties
Heldere uitleg, en leuk om zo te zien dat je met wat subtiele aanpassingen een foto wat meer sfeer kan meegeven.
Zelf zou ik bij de eerste foto ook de twee rechterbomen nog iets meer 3-dimensionaal gemaakt hebben, door met dodge en burn de lichte en donkere delen van de stam iets te benadrukken.
Groet, Wouter
(tevens hobby-fotograaf uit het midden van het land, met -deels- focus op bosfotografie 🙂 )
Dankjewel voor je reactie Wouter!
Als je goed kijkt naar de bewerkte/onbewerkte foto heb ik die bomen inderdaad al iets 3D-aangezet (maar wellicht kan dat nog wat sterker).
Mooie sfeervolle foto’s maak je!
Groet, Thijs