Argusvlinder

Met argusogen kijkt dit mooie vlindertje van het lage land je aan. Een mooie verschijning! De vlinder dankt zijn naam aan reus Argus uit de Griekse mythologie, die wel honderd ogen had. Door de prachtige serie oogvormige vlekken op de vleugels verdiende deze vlinder zijn mooie naam.
Argusvlinder.
Argusvlinder. Fotograaf: Hans Jansen

Kenmerken, biotoop en gedrag

Mannetjes en vrouwtjes van de argusvlinder lijken sterk op elkaar en hebben een oranje-bruinachtige kleur met een bandpatroon en een rij prachtige oogvlekken. De onderzijde van de vleugels heeft een karakteristiek golvend patroon met mooie rondjes met witte stippen. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is te zien, doordat het mannetje op de bovenzijde van de voorvleugels een brede bruine band heeft met geurstrepen.

Mannetjes hebben een brede bruine geurstreep op de voorvleugels.
Mannetjes hebben een brede bruine geurstreep op de voorvleugels. Fotograaf: Hans Jansen

De argusvlinder wordt in Nederland als een graslandvlinder beschouwd, omdat grassen zoals kropaar, zwenkgrassen en beemdgrassen de waardplant zijn. Op deze waardplanten worden de eitjes afgezet. Het meest gunstig voor de vlinder zijn vooral kruidenrijke graslanden en ook voldoende onverharde vochtige grond. Je zou zeggen dat het in Nederland een goede plek voor ze moet zijn. Merkwaardig genoeg blijkt het in oost- en zuid- Nederland toch wel heel kritisch te zijn, want daar is de soort sterk teruggelopen. De oorzaak hiervan is nog niet echt duidelijk.
In België is de soort ook aangemerkt als bedreigd.
In het veenweidegebied in west- Nederland, waar toch niet zoveel verschillende vlindersoorten te zien zijn, komen ze wel goed tot hun recht.

Mannetjes zitten in hun territorium graag op de grond of op stenen paaltjes of muren. De Duitse naam is dan ook Mauerfuchs, door hun voorkeur voor stenige ondergrond.

Mauerfuchs of Wall brown zeggen onze buurlanden.
Mauerfuchs of Wall brown zeggen onze buurlanden. Fotograaf: Hans Jansen

Ze zitten vaak in de beschutting op onverharde paden en klappen direct hun vleugels dicht. Op de grond zijn ze vrijwel onvindbaar door hun goede camouflagekleur. Alleen bij het opwarmen vouwen ze hun vleugels open, maar bij gevaar klappen ze die gelijk weer dicht. Ze zijn vrij snel verstoord  en soms onrustig in hun territorium. Grappig is dat ze altijd zó op de grond gaan zitten dat ze precies richting de zon wijzen, zodat er geen schaduw valt die ze kan verraden.

Op de grond zijn ze bijna niet te vinden en je ziet nooit hun schaduw.
Op de grond zijn ze bijna niet te vinden en je ziet nooit hun schaduw. Fotograaf: Hans Jansen

Fototips

  • Argusvlinders zijn ‘onrustige’ vliegers en vliegen snel op als je ze benadert. Wacht geduldig op een plek waar ze rondvliegen tot ze gaan zitten.
  • Vaak zitten de mannetjes op de grond om op te warmen of hun territorium te verdedigen. Dat is een mooi moment om de onderkant van de vleugels goed in beeld te krijgen. Dat is wel een uitdaging, maar de vlinders vertrouwen erg op hun schutkleur en vanuit een laag standpunt kun je ze dan voorzichtig benaderen.
  • Als ze opvliegen kijk dan precies waar ze weer landen, anders vind je ze moeilijk terug.
  • Bij minder zonnig weer kun je ze in bosranden met open vleugels vinden als ze gaan opwarmen. Zowel de bovenkant als de onderkant van de vleugels is heel fraai getekend en zeer de moeite waard om apart te fotograferen.
  • Door de donkere achtergrond kun je beter iets onderbelichten, omdat de vlinder snel overbelicht wordt. Voor vlinderfotografie is een halve stop onderbelichten vaak een goede keuze.

    Opwarmen in de zon. Iets onderbelicht door de donkere achtergrond.
    Opwarmen in de zon. Iets onderbelicht door de donkere achtergrond. Fotograaf: Hans Jansen

Leefomgeving

Natuurlijke graslanden, heggen en bosranden, bermen en dijken.

Vindtijd

Van april tot in oktober met twee of drie generaties.

Meer weten?

Bescherming

Niet beschermd.

Kwetsbaarheid

Kwetsbaar.
Het was in Nederland een algemene standvlinder, maar de argusvlinder is in de laatste jaren sterk in aantal teruggelopen. Komt nu vooral nog voor in het westen op de lage graslanden en Friesland. Is in het oosten en zuiden van ons land zeldzaam geworden.

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

De argusvlinder zit in de familie van de zandoogjes. Het bont zandoogje zit ook in deze familie en heeft uiterlijk wel een gelijkenis. Deze heeft echter een ander leefgebied en vind je vaak op bospaden, maar soms zie je beide vlinders ook samen op schaduwrijke paden. Bosvlinders, zoals het bont zandoogje, doen het opmerkelijk goed in aantallen in de laatste jaren. En de argusvlinder juist niet.
De Vlinderstichting doet al een aantal jaren onderzoek naar de teruggang van de argusvlinder in ons land en organiseert jaarlijks een telweekend.

Karakteristieke onderzijde met rondjes en witte stippen.
Karakteristieke onderzijde met rondjes en witte stippen. Fotograaf: Hans Jansen
Voldoende bloemen met nectar in de omgeving is belangrijk.
Voldoende bloemen met nectar in de omgeving is belangrijk. Fotograaf: Hans Jansen

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: