De bekermossen behoren tot het geslacht Cladonia, een groep korstmossen die vooral bekend is van heiden en open zandgebieden. De blauwgrijze kleur is kenmerkend voor veel korstmossen. De verklaring is dat het plantenlichaam grotendeels uit witte schimmeldraden bestaat, alleen vlak onder de opperhuid ligt een dun laagje groene algen. Schimmel en alg werken nauw samen: de schimmel zorgt voor stevigheid en bescherming tegen uitdroging, de alg zorgt voor de aanmaak van voedingsstoffen voor de schimmel. Samen staan ze sterk, een fraai staaltje van symbiose, kenmerkend voor alle korstmossen.
Op de rand van de bekers kun je vaak kleine orgaantjes vinden, vruchtlichamen. Je kunt ze vergelijken met miniatuur paddenstoelen. Hier komen de sporen uit. De vruchtlichamen kunnen heel klein en onopvallend zijn, maar ook groot en fel gekleurd. De meest opvallende, rood bekermos, komt in een afzonderlijk artikel aan de beurt.
De voortplanting van bekermossen kan ook nog op een andere manier. De bekers zijn vaak dicht bezet met korrelige structuren. Deze kunnen loslaten en weer uitgroeien tot nieuwe planten, ongeslachtelijke voortplanting.

3 reacties
Ik heb vanmiddag rood bekermos gefotografeerd, maar ik weet niet of het al heeft gebloeid of dat het nog gaat bloeien.
Groeten Hélène Westerhof
Rood bekermos bloeit niet. De rode delen op het bekermos zijn de vruchtlichamen waar sporen uitkomen, vergelijkbaar met paddenstoelen. Ze zijn het hele jaar te vinden. Groet, Ron
wanneer staan ze op hun mooist periode aub