Bladpoot, letterlijk
Bladpootrandwantsen danken hun naam aan de vorm van de achterpoot. Door een grote, platte verbreding van de achterscheen lijkt het alsof de wants een soort bladpoot heeft. Met 2,5 centimeter zijn het de grootste landwantsen van Europa. De allergrootste Europese soort is de staafwants, een soort waterwants met een lengte van 4 centimeter.


Steeksnuit
Een kenmerk dat de bladpootrandwants deelt met wantsen, cicaden en bladluizen is dat ze een lange, buisvormige steeksnuit hebben, het rostrum. Ze gebruiken het rostrum om in een plant te boren en zo het plantensap te kunnen drinken. Andere voedselbronnen hebben ze niet.

Huisbewoners
Als je coniferen in je tuin of in de buurt hebt dan heb je ook een goede kans op bladpootrandwantsen. In Amerika leven bladpootrandwantsen van het sap van jonge coniferenkegels. Je treft ze vooral aan in de herfst en het begin van de winter. Dat is de periode dat bladpootrandwantsen op zoek gaan naar veilige plek om de winter door te brengen, en dat is meestal in huizen. Mocht je een bladpootrandwants in huis tegenkomen, gewoon lekker laten zitten. Ze doen je niets en vertrekken als het voorjaar aanbreekt weer naar buiten.
