Mosselen komen algemeen voor in zeewater, langs de gehele Nederlandse kustlijn, vooral op hard substraat maar ook in slikgebieden. De dieren hechten zich doormiddel van zelfgesponnen byssusdraden vast aan een harde ondergrond of aan elkaar in slikgebieden om mosselbanken te vormen.
Ze leven in ondiep water rond de laagwaterlijn. Mosselen halen voedsel uit zeewater. Ze nemen zeewater op en filteren de eetbare delen uit het water.

De schelpen van de gewone mossel zijn langwerpig driehoekig van vorm. Op het eerste gezicht lijken mosselen zwart, maar ze zijn eigenlijk heel kleurrijk. Vooral jonge dieren hebben ook mooie strepen in de lengte.
Boven water houden mosselen de schelpkleppen dicht om te beschermen tegen uitdroging. Onder water gaan de kleppen open en zijn de in- en uitstroom opening zichtbaar met mooie franjeranden.
Eén reactie
Schitterende serie ?