De Europese haas of Europese veldhaas, zo heet onze bekende haas officieel. Het is een van onze bekendste zoogdieren en overal in het land aanwezig. Het is een oorspronkelijk Centraal Aziatische soort, die vanaf de steppen komt en zich aan de gras- en akkerlanden heeft aangepast tot een echte Europese soort. Mede door toedoen van de mens heeft de haas zich later ook in andere werelddelen gevestigd.
Hazen leven het liefst in open gras- en akkerland. Ze leven van grassen en andere planten. Kleinschalige landbouwgebieden met afwisselende gewassen vinden ze het fijnst. Ze zoeken ’s winters hun rustplaats in bosranden, wallen, ruigtes en heggen. De rustplaats overdag is het leger, een ondiepe kuil in het land. Die vind je in het hoge gras of tussen de kluiten van een geploegde akker.
Jonge haasjes kun je van februari tot oktober aantreffen. Ze worden geboren in een open nest. Het zijn nestvlieders, dat wil zeggen dat ze al na 1-2 dagen het nest verlaten. Ze zijn meteen al behaard en kunnen ook direct zien. Ze komen de eerste maand steeds terug op het nest en de moer zoogt haar jongen in die periode. Veel jonge haasjes komen om in deze kwetsbare periode. Een moer brengt per jaar gemiddeld 11 jongen ter wereld waarvan er maar 2-4 blijven leven.

Je hebt zandhazen en kleihazen. Op het zand zijn ze wat roodbruiner van kleur, op de klei wat grijzer. De meeste hazen wonen in de kleigronden in laag Nederland en in het rivierengebied. Soms wel 40 hazen per 100 hectare. In bosgebieden en heidegebieden liggen de dichtheden veel lager, slechts enkele hazen per 100 ha.
Hazen zijn geen konijnen, al zijn ze wel nauw verwant. Een haas is groter dan een konijn met veel langere springpoten. Een haas is dan ook sneller en springt beter. De meest opvallende uiterlijke kenmerken zijn de oren, de haas heeft grote lepeloren met zwarte uiteinden, het konijn kleinere eenkleurige oortjes. Daarnaast moet je op de staart letten. Bij het konijn is deze altijd omhoog gewipt, zodat je de witte onderkant steeds in het zicht hebt. De haas kan zijn staart omlaag duwen, zodat het wit niet opvalt. Een ander verschil is dat konijnen nestblijvers zijn, de jonge konijnen worden in een hol geboren en zijn de eerste weken kaal, blind en volkomen hulpeloos.
