Een winterkoning herken je gemakkelijk. Het is een piepklein nerveus vogeltje, bruin en met een opgericht staartje. Daarnaast herken je hem van dichtbij ook aan zijn oogstreep en de witte vlekjes langs de rand van zijn vleugel. Kenmerkend is de luide zang van de winterkoning met lange harde trillers. Daar word je in de zomer wel wakker van, of je wilt of niet.
Ondanks zijn naam is de winterkoning helemaal geen liefhebber van winterweer. Dit kleine insectenetertje kan zelfs helemaal niet goed tegen vorst. In strenge winters overleven veel winterkoninkjes de kou niet. De winterkoning is in heel Europa algemeen, behalve het koude hoge noorden, dat zegt genoeg.
Het is bij ons een standvogel, die het hele jaar in de buurt van zijn broedplaats blijft. In de winter zijn er wel meer winterkoningen te zien, dat komt omdat de familie uit Scandinavië de kou ontvlucht en dan bij ons overwintert.

In de broedtijd bouwt het mannetje meerdere nesten, soms wel zes. Het zijn indrukwekkende bolvormige nesten bekleed met mos. Het vrouwtje mag de mooiste uitzoeken. Als mama eenmaal op de eieren zit te broeden, gaat manlief vreemd. Hij verleidt andere vrouwtjes om de andere nesten te gaan bewonen. Zo onderhoudt mijnheer winterkoning soms wel drie gezinnen.
Een broedsel bestaat uit 5-7 eieren, die na een paar weken uitkomen. Beide ouders voeden de jongen. Na een eerste leg in april volgt er vaak nog een tweede in de zomer, maar dat hoeft niet perse met het eerste vrouwtje te zijn.
2 reacties
Ron,
Een leuk en informatief stukje met bijzonder mooie foto’s.
Dank je, mede namens de fotografen Arjan en Chris.