Menu

Onderdeel van Pixfactory

Dikkopmos

Mos in de tuin? Een veel gehoorde klacht… maar bekijk het ook eens van de mooie kant! Gewoon dikkopmos is zonder twijfel een van de talrijkste mossen, overal te vinden in onze nabije omgeving. We lopen er overheen en… we kijken er overheen! Tijd om eens door de knieën te gaan voor dit laag-bij-de-grondse plantje. Ontdek de kleurige kapsels en de mooie structuren van dit mos.
Twee sporenkapsels van gewoon dikkopmos. Fotograaf: Ron Poot

Voor een mos is het gewoon dikkopmos een forse jongen. Hij kruipt over de grond, over de muren, over bomen, door het gras. Haast overal voelt hij zich wel thuis. Je kunt hem gemakkelijk herkennen aan de iets dikkere oplichtende topjes aan het eind van de takken. Daar heeft hij ook zijn naam aan te danken, de takuiteinden zien er lichtgroen en opgezwollen uit. De hoofdstengel is veervormig en regelmatig vertakt. Vooral bij vrij groeiende exemplaren is dat goed te zien. Vaak vind je sporenkapsels bij dikkopmos. Die groeien op de zijtakjes, nooit aan het eind van een takje. De sporenkapsels zijn het product van de geslachtelijke voortplanting bij het mos. Goed beschouwd zijn die kapseltjes de nakomelingen, die blijven wonen in het ouderlijk huis.

De eigenlijke geslachtsorganen van mos zijn diep verborgen tussen de blaadjes en nauwelijks te vinden. Toch vind er bevruchting plaats, vaak via waterdruppels. Na bevruchting groeit er uit het vrouwelijk orgaan een sporenkapsel, bestaande uit een steel en een doosje met een deksel. In het doosje groeien de sporen, een vorm van ongeslachtelijke voortplanting. Al in de herfst zie je jonge sporenkapsels tussen de blaadjes ontstaan. Pas aan het eind van de winter zijn ze rijp, dan valt het dekseltje er af en kunnen de sporen ontsnappen. Zij verspreiden de soort in de wijde omgeving, meegevoerd met de wind. Op zoek naar nieuwe groeiplaatsen.

Als het deksel er afvalt, zie je tanden aan de rand van het sporendoosje. Deze beschermen de sporen tegen invallende druppels en andere indringers. Als het droog is gaan de tanden rechtop staan en kunnen de sporen wegwaaien met de wind.

Ook zonder kapsels is mos mooi. Een jong mos-takje op dood hout laat de prachtige groeivorm zien.
Ook zonder kapsels is mos mooi. Een jong mos-takje op dood hout laat de prachtige groeivorm zien. Fotograaf: Ron Poot

Fototips

Vooral voor de macrofotograaf is er altijd wat te beleven met dikkopmos. Het hele jaar heb je kans op kapsels, al is eind winter/begin voorjaar de beste tijd om te zoeken. Dan zijn ze rijp en gaan de deksels open.

Sporenkapsels hebben interessante details. De tanden aan de rand van het doosje bijvoorbeeld. Je hebt een goede macrolens nodig en liefst nog tussenringen om deze goed vast te kunnen leggen.

Bij vochtig weer, mist of met ochtenddauw kun je mooie druppelvorming tegenkomen. Een kapsel dat ingesloten is door een druppel is een plaatje! De druppels in voor en achtergrond zijn van waarde omdat zij kunnen bijdragen aan het bokeh. Vooral met wat goed tegenlicht glinsteren ze lekker mee in de voor- en achtergrond van je foto. Zet je diafragma voluit open om maximaal effect van je bokeh te krijgen.

Let niet alleen op sporenkapsels, maar ga ook eens op zoek naar vrijgroeiende mosplanten, bijvoorbeeld op de kale grond, een boomstam of een muur. Dan zie je goed de fraaie regelmatig vertakte structuur.

Mossen vormen prachtige miniatuur landschappen, ook in jouw tuin, zelfs in een bloempot. Probeer die ook eens te vangen. De combinatie van allerlei mossen geven dan echt de indruk van een gevarieerd landschap. Zo kun je macrofotograaf en landschapsfotograaf zijn op hetzelfde moment.

Miniatuur op de tuinmuur. Mossenlandschap met dikkopmos. Stack van meerdere foto's.
Miniatuur op de tuinmuur. Mossenlandschap met dikkopmos. Stack van meerdere foto’s. Fotograaf: Ron Poot

Leefomgeving

Overal. Tuinen, gazons, plantsoenen, muren, kale grond, levend en dood hout. Liefst voedselrijke plaatsen.

Vindtijd

Het hele jaar. In februari en maart gaan de kapsels open.

Bescherming

Niet beschermd.

Kwetsbaarheid

Talrijk, niet kwetsbaar.

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

De mossen worden grofweg in twee grote groepen gedeeld: de slaapmossen en de topkapselmossen. De slaapmossen liggen, kruipen over de grond. Hun kapsels staan halverwege de takjes. Topkapselmossen daarentegen staan fier rechtop, hun sporenkapsels staan altijd aan het eind van een takje. Kun jij nu zien bij welke groep dikkopmos hoort?

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: