Trekvlinders
De cyclus van trekvlinders is bijzonder ten opzichte van alle andere vlinders in Nederland. Onze Nederlandse dagvlinders overwinteren als ei, larve, pop of als volwassen exemplaar. De meeste vlinders hebben één of twee generaties in een jaar.
De distelvlinder echter leeft o.a. in Noord-Afrika en vroeg in het voorjaar trekt een deel van de populatie daar weg naar het noorden. Ze vliegen dan in een paar weken wel een paar duizend kilometer en kunnen zelfs Noord-Scandinavië bereiken. Een gevaarlijke tocht door weer en wind met veel risico’s. Hier aangekomen leggen ze eitjes waarna ze sterven. De generatie die hieruit voortkomt is dan gedurende een langere periode in Nederland te zien. De nakomelingen van deze generatie vertrekken in het najaar weer richting zuiden naar Afrika en planten zich daar weer voort. Dan herhaalt de cyclus zich. Ze overwinteren hier dus niet.
Topjaren
Sommige jaren komen er veel distelvlinders naar ons land en in andere jaren lukt de trektocht minder goed. Waarschijnlijk sneuvelen er dan veel vlinders onderweg door slechtere weersomstandigheden. Als er hier in het voorjaar veel aankomen, zie je in de maanden augustus en september heel veel nakomelingen. Deze vers geboren vlinders zijn prachtig om te zien. De laatste jaren waren er door de gunstige omstandigheden veel trekvlinders in ons land.
Naamgeving
De distelvlinder en de atalanta behoren tot de familie van de schoenlappers. De onderkant van de vleugels bevat een bont patroon van bruintinten en dit lijkt op een lapjespatroon. De naamgeving verwijst naar een vergelijking uit vroegere tijden. Toen repareerden schoenlappers de gaten in schoenen met kleine lapjes leer.