De gems is een echte bergsoort die boven de 1000 meter voorkomt. In de zomer overigens hoger in de bergen dan in de winter. Gemzen zijn ook regelmatig aan te treffen in bergbossen.
Mannetjes en vrouwtjes hebben allebei horens. Ze worden tot 85 cm hoog op schouderhoogte. In de winter hebben gemzen een donker, bijna zwarte vacht en tijdens de zomer hebben ze een dunnere (licht) bruine vacht.
De gems (Rupicapra rupicapra) is met verschillende ondersoorten aanwezig in de bergen van Europa. De Pyreneese gems, ook beschikbaar in verschillende ondersoorten komt voor in de Pyreneeën, Picos de Europa en in de Apennijnen in Italië. Er is overigens geen overeenstemming tussen wildbiologen over de precieze indeling van soorten en ondersoorten. De huidige indeling geeft geen garantie voor de toekomst.
Gemzen zijn de ondergewaardeerde berggeiten. In een groot deel van het verspreidingsgebied leven ze samen met steenbokken. Steenbokken zijn zwaarder gebouwd en leven meestal nog hoger in de bergen. Gemzen zijn wendbaarder, lichter en fijner gebouwd. De bronsttijd is in november en december en dan zijn er soms spectaculaire gevechten en achtervolgingen tussen mannetjes te zien.