De gewone franjezwam heeft veel familieleden, maar de andere leden van het geslacht zijn zeldzaam en zul je dus niet zomaar tegenkomen. De gewone wel, die kom je in de herfst veel tegen in heidegebieden en naaldbossen.
Het vruchtlichaam is waaiervormig en diepbruin. Aan de buitenrand is hij met een lichte band omzoomd, een mooi contrast. De zwam maakt bruine sporen.
Een bijzonderheid van de franjezwam is dat hij een innige relatie onderhoudt met de wortels van jonge naaldbomen. De schimmeldraden en de wortels staan in nauw contact en wisselen voedingsstoffen uit. Een mooi voorbeeld van samenwerking waar beide soorten van profiteren.