Menu

Onderdeel van Pixfactory

Groenling

Hij klinkt een beetje als een kanarie en als je voldoende dichte struiken in je woongebied hebt, heb je grote kans dat hij even in je tuin komt buurten: de groenling. Met de verschillende tinten groen in zijn verenkleed is het duidelijk waar deze vinkensoort zijn naam aan te danken heeft.
Het geluid van een groenling herken je aan zijn zang met kanarieachtige trillers en een nasaal tsjwèèè…. Fotograaf: Christien van der Veen

Zoals bij veel vogels is het mannetje het meest intense van kleur. De hoofdkleur is olijfgroen, met hier een daar wat bruin of grijs. De randen op de vleugels en de buitenste staartpennen zijn helder geel. Deze fel gele kleur valt vooral in de vlucht op. Het vrouwtje is een stuk doffer van kleur, zij is meer grijs/groen en het geel in haar veren is valer. De jongen zijn nog wat grijzer dan het vrouwtje en meer gestreept. Met de sterke wit-roze kegelvormige snavel kunnen ze gemakkelijk harde zaden kraken. Een groenling is ongeveer 15 cm groot.

Van oorsprong is de groenling een bewoner van bosranden en halfopen zoomvegetatie. Tegenwoordig is zijn habitat steeds zeldzamer en zie je ze vooral in landschappen die door de mens zijn gevormd. De groenling is dan ook meer een vogel van parken en tuinen geworden. Ze kiezen vaak hoge bomen als zangpost en hebben een halfopen landschap nodig om te broeden.

Groenlingen zijn het meest actief in april en mei vanwege de paartijd. Het mannetje vliegt in de ochtenduren naar de hoogste takken van een boom en start met zingen. Het zingen is een afwisseling van trillingen, tweets en twitteren. Om de aandacht van een vrouwtje te trekken vliegt het mannetje naast zijn gezang geregeld omhoog om zijn mooie verenkleed te laten zien.

Het kan er soms verhit aan toe gaan bij een voerplek. Fotograaf: Raymond Engelen

Een groenling maakt een komvormig nest in dicht struikgewas, heggen of coniferen. Het nest wordt gebouwd door het vrouwtje. Ze hebben vaak twee legsels per jaar en broeden van eind maart tot in augustus. Ze leggen vier tot zes witte tot lichtblauwe eitjes met roestbruine vlekjes. Het vrouwtje broed in haar eentje, maar de jongen worden door beide ouders gevoerd. Als de jongen zijn uitgevlogen blijven ze vaak nog twee tot drie weken bij elkaar.

Groenlingen eten voornamelijk zaden en bessen van kruiden, stuiken en bomen. Rozenbottels van de hondsroos zijn in de nazomer een van de favorieten. Ook zijn ze gek op zonnebloempitten en ongezouten pinda’s. Jonge groenlingen eten voornamelijk insecten, zoals bladluizen en fruitvliegjes. Als in de winter het voedsel schaars wordt, zoeken ze gezelschap van andere vogelsoorten, zoals vinken, mezen, merels en spreeuwen en komen ze op de voederplaatsen bij huizen af.

Fototips

  • Groenlingen bezoeken in de winter graag voedertafels. Wil je groenlingen lokken? Strooi dan vooral ongezouten pinda’s en zonnebloempitten. De kans is dan vrij groot dat er een groepje groenlingen langs komt. Je kunt hierop inspelen door wat mooie takken in de buurt van de voedertafel te plaatsen om de foto aantrekkelijker te maken. Houd hierbij wel rekening met de achtergrond.
  • Bij de voedertafel kan het er nog wel eens heftig aan toe gaan. Gebruik een hoge sluitertijd (minimaal 1/1000) om een stel vechtende groenlingen vast te leggen.
  • Laat eens zonnebloemen bloeien in je tuin. Zo heb jij mooie bloemen maar maak je ook insecten en vogels blij. Als ze uitgebloeid zijn eten onder andere groenlingen graag de zaden op.
  • Probeer scherp te stellen op de kop van de groenling. Een laag diafragma getal zorgt voor een mooie onscherpe achtergrond.
  • Tijdens de paartijd zijn de mannetjes op hun mooist. Het verenkleed krijgt dan een nog fellere kleur groen.
Probeer eens te spelen met de belichting voor een originele foto. Fotograaf: Danny Slijfer

Leefomgeving

Halfopen landschap, bosranden, parken.

Vindtijd

Jaarrond aanwezig.

Bescherming

Wettelijk beschermde broedvogel.

Kwetsbaarheid

Algemeen, niet kwetsbaar.

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

Vinkachtigen waren in de 17e eeuw een van de basisingrediënten in de keuken. Dit blijkt uit schilderijen van jachtscenes uit die tijd. Op meerdere stillevens staan voorraadkamers met een groot aanbod aan wild en groenten. Op veel schilderijen zijn vinkachtigen, waaronder de groenling, te zien, op hoopjes of aan een snoer geregen.

Dat groenlingen werden gegeten blijkt daarnaast uit vondsten in een afvalput in de Sint-Pietersabdij in Gent. Tot in de Tweede Wereldoorlog stonden vinken op het menu, zoals blijkt uit kookboeken van die tijd, waar een braadtijd van 18 minuten voor vinken werd genoemd.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: