Het is een imposante verschijning, de grote groene sabelsprinkhaan. Zonder vleugels is de lengte al meer dan 3 cm en de vleugels zijn bijna twee maal de lichaamslengte. De soort is een alleseter, die als volwassene graag andere insecten eet. De kaken zijn erg sterk en een beet kan pijnlijk zijn. De naam sabelsprinkhaan verwijst naar de eilegboor van de vrouwtjes, die als een zwaard uit het achterlijf steekt. Deze is net zo lang als het achterlijf.
De sabelsprinkhanen maken geluid door met hun voorvleugels over elkaar te wrijven, het zogenoemde striduleren. De mannetjes doen dat om vrouwtjes te lokken. Deze lopen richting het geluid en de vrouwtjes kun je op bladeren nabij mannetjes vinden. De vrouwtjes maken zelf geen geluid.
Het is een soort van ruigten. De dieren zijn vaak in stevige kruiden of struiken te vinden, op meer dan een halve meter hoogte. Goede plekken om ze te vinden zijn ruige wegbermen, verruigde graslanden en zonnige bosranden met struiken. Ze zitten op de bladeren of takken. Bij benadering houden ze stil. Kom je te dicht bij, dan laten ze zich naar beneden vallen. Enigszins voorzichtig zoeken is dus aan te bevelen.
De eieren worden in de open grond gelegd, zelden ook in spleten van schors. De jonkies komen in het voorjaar uit de eieren. Ze zijn dan vaak op bloemen te vinden, waar ze van het stuifmeel en de bloembladeren eten. Ze zijn groen en vooral op de poten zwart bestippeld. Ik herken ze aan het glooiend gebogen halsschild, dat als een ovaal achter de kop gedrapeerd is. Andere soorten zijn dichter zwart bestippeld of hebben een hoekig gebogen halsschild.
21 reacties
Zojuist op 2 hoog appartement een van 8 cm binnen gehad, door open raam naar binnen gevlogen.
Heb hem snel gevangen onder een pannetje en buiten gezet.
Ik had er net 1 binnen, op 5 hoog in een flatgebouw. Ik denk meegelift. Hij was echt enorm!
Vanmiddag een volwassen exemplaar gespot in een stukje ruige natuur in Zeeuws Vlaanderen. Verraadde zich toen hij oversprong van de ene op de andere rietstengel.